Hoi, dit is een samenvatting van de romantiek en het realisme. Er komen belangrijke begrippen in voor en ik heb het zo beknopt mogelijk gehouden. Dit komt in meerdere jaarlagen voor en ook zowel op havo als vwo. Succes met studeren!
INLEIDING, DE ACHTTIENDE EEUW
Er is een mondiale ontwikkeling op gang met het noordwesten van Europa als
middelpunt. De nadruk op filosofie en wetenschap is gekomen op het rationele. Door
de industriële revolutie komen er veel maatschappelijke gevolgen. De steden zijn nog
redelijk klein in 1800.
De belangstelling groeit voor het rationele. Hierbij zoeken ze voor alle verschijnselen
een rationele verklaring. Kant zegt: ‘durf te weten’. Men ziet het als een middel om de
armoede en de onderdrukking van de massa op te heffen. Maar eigenlijk voelt alleen
de bourgeoisie zich aangesproken door deze ideeën. De armen krijgen nog weinig
mee van de verlichting. Denkers geloven dat ze het volk moeten opvoeden. Diderot
maakt de Encyclopedie. Tijdschriften en kranten worden ook heel populair. Toch is
het nieuws nog gecensureerd. Diderot komt in de gevangenis door: ‘dat de koning
aan het land toebehoord en niet het land aan de koning’. De Encyclopedie wordt
verboden.
De adel: Ze vinden de individuele mensen niks waard. Godsdienst en de macht van
de koning en adel spelen de hoofdrol. Lodewijk XIV: ‘l’état, c’est moi’. Goethe: ‘de
adel hoeft er alleen maar te zijn’. De adel is niet maatschappelijk nuttig.
De welvaart van de burgerij groeit door de toenemende handel. De bourgeoisie
(bovenklasse van burgers) haalt zijn macht en status uit kapitaal, werk etc. Deze
klasse kijkt vooral naar hun eigen belang. Door hen is er een opleving van cultuur en
economie. De spanning tussen de bourgeoisie en de adel legt mede basis voor de
Franse Revolutie.
De kunst die kunstenaars moeten maken is vastgesteld. Het enige waar ze zelf iets
over mogen inbrengen is: de mis en scene, compositie, kleurkeuze etc. De inhoud
staat vast. Dat verandert door het rationalisme. Kunstenaars onderdoen niet aan hun
opdrachtgever. Hierdoor gaan veel kunstenaars onafhankelijk verder. De bourgeoisie
zijn ook nieuwe kopers. Er komt meer artistieke vrijheid voor kunst.
De Verlichting is een van de oorzaken voor de Franse Revolutie. Ook is er financiële
nood in de Franse staat en ze voeren steeds meer belasting door. Er is grote sociale
onrust. Het motto van de Revolutie is: liberté, égalité en fraternité. Pas met de komst
van Napoleon roept Frankrijk weer tot orde. Napoleon is een totalitaire keizer. In
Wenen wordt een eind gemaakt aan zijn macht. Grenzen worden weer verschoven.
De kerk en adel hebben veel macht moeten inleveren.
, HET NEOCLASSICISME
Joachim Winckelmann: kopieer de klassieken om de regels van de volmaakte kunst
te vinden. Zo ontstaat het neoclassicisme. Ze kopiëren de klassieken en voegen
zelf maar weinig toe. De Romantiek bestaat naast het neoclassicisme.
BOUWKUNST
Ze streven naar helder gestructureerde vormen. Voor velen is dit een verademing.
De strakke vormen suggereren naar een hogere, belangrijke functie. Belangrijke
gebouwen worden ook neoclassicistisch gebouwd. In grote steden zoals Parijs wordt
er een nieuwe inrichting gemaakt die veel meer structuur heeft. Er worden steeds
meer fabrieken aan de rand van de stad gebouwd. Arbeiders wonen rond de
fabrieken in kleine en ongezonde woningen. Het middeleeuws silhouet van de stad
veranderd. De steden worden uitgebreid. Musea worden gebouwd zodat mensen van
kust kunnen genieten. Je moet een tap op voordat je het museum in kan. Dat is
bewust zo gedaan. Kunst moet bijdragen aan de collectieve identiteit.
SCHILDERKUNST
Ze grijpen terug naar de Griekse en Romeinse culturen en streven naar zuiverheid
en harmonie: ideale schoonheid. In de klassieke oudheid werd kunst gekenmerkt
door rationele machtsverhoudingen. Vaderlandsliefde, trouw en integriteit zijn
veelgebruikte onderwerpen. Schilderijen worden al snel statisch en toneelachtig.
Jacques Louis David schilderde veel politieke, heftige beelden. De belangstelling
voor het exotische groeit. Schilderijen sluiten aan bij geromantiseerde westerse
opvattingen.
BEELDHOUWKUNST
Ook hierbij gebruiken beeldhouwers de Griekse schoonheidsregels. De beelden zijn
koel en statisch van karakter, in een geposeerde houding (geen emoties of gebaren).
Wit marmer en brons worden veel gebruikt. Het is in deze tijd niet gebruikelijk om
bekende personen naakt te portretteren. De stofuitdrukkingen worden vaak erg
goed gedaan. Antonio Canova is het grote voorbeeld voor salonkunstenaars. Door
opkomende wetenschap en techniek ontwikkeld de beeldhouwkunst zich.
MUZIEK
De klassieke muziek kwam op in de achttiende eeuw. Deze muziek is beïnvloed
door het rationalisme: heldere structuur met eenvoudige motieven. De muziek is
monofoon: de hoofdmelodie wordt begeleid door akkoorden of door ritmisch gelijke
nevenstemmen. Er worden nu ook tekens gebruikt om de dynamiek aan te geven.
Er ontstaan nieuwe vormen: symfonie en sonate. De eerste twee delen van de
sonatevorm bestaat uit een expositie waarin twee muzikale thema’s worden
geïntroduceerd. Dan volgt een doorwerking waarin de thema’s worden uitgewerkt
en een reprise waarin ze terugkeren. Het derde deel is rustiger, en het vierde deel
vrolijker. Een sonate is voor een of een paar instrumenten en een symfonie is
geschreven voor een orkest. Het instrumentale concert komt op (afwisseling solo en
orkest). Opera wordt een heel populair genre. Mozart gebruikt het standaardschema
van de symfonie maar maakt er een meesterwerk van. Hadyn breekt de regels van
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floriesarah. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.