Bouwtechniek gevorderd 1
Groende daken en begroeide gevels
Jellema deel 4B
Begroeide daken leveren een bijdrage aan een verbetering van het microklimaat in de stad. Doordat
begroeide daken het hemelwater vasthouden, ontlasten ze het rioleringssysteem. Andere positieve
effecten van begroeide daken zijn de belevingswaarde van het dak, alsmede de verkoeling in de
zomer en de bescherming van de dakbedekking.
Maatvoering
Vegetatiedaken kunnen zonder problemen worden toegepast bij daken tot een hellingshoek van 20°.
Bij schuinere daken moeten er voorzieningen worden getroffen om afglijden van de substraat laag te
voorkomen of de buffercapaciteit van het hele systeem te vergroten.
Dakvlakdetail
Vegetatiedaken worden in Nederland meestal uitgevoerd
als warmdakconstructies. Daarbij wordt eerst een volledig
waterdichte dakconstructie gemaakt, die daarna voorzien
wordt van een begroeiing. Als wortel- en waterkerende
laag wordt meestal een speciaal voor het project
vervaardigde EPDM-folie gebruikt. Als waterkerende laag
kan ook een bitumineuze dakbedekking worden gekozen,
deze is alleen niet wortelwerend daarom moet een extra
wortelwerende laag worden toegevoegd.
Dakvoetdetail
Een belangrijk aspect van begroeide daken is de capaciteit
van deze constructies om hemelwater vast te houden. Het
regenwater is natuurlijk noodzakelijk voor de vegetatie om te
groeien, maar als het substraat verzadigd is, stroomt het
overtollige water toch naar beneden. Om deze waterstroom
in goede banen te leiden, wordt de dakvoet voorzien van een
strook grind. Hierin wordt het regenwater opgevangen.
Vervolgens wordt het water via conventionele
hemelwaterafvoeren afgevoerd naar het maaiveld.
Groendaken
Groendaken hebben de volgende milieueffecten:
• verbetering van het microklimaat, waardoor het stadsklimaat positief wordt beïnvloed;
• nieuwe leefomgeving voor vogels en insecten;
• verbeterde geluidsisolatie en in sommige gevallen van de geluidreflectie (woningen in
geluidswallen);
• vergroten van het temperatuuraccumulatievermogen van het dak;
• ontlasten afvoerrioolstelsels door kortere hemelwaterkringloop;
• stof- en voedingsstoffenbinding uit lucht en regen.
Er zijn twee soorten groendaken:
1
, 1. Extensieve begroeiing, die onderhoudsarm is en meestal is voorzien van een, geen hoge
eisen stellende, beplanting samengesteld uit sedumsoorten, lage kruiden en bepaalde
siergrassen;
2. Intensieve begroeiing, die regelmatig onderhoud en een goede ondergrond vraagt en kan
bestaan uit grasdaken of een beplanting samengesteld uit borderplanten, heesters en soms
zelfs bomen.
1 Extensieve begroeiing
Bij deze daken zijn enkele combinaties mogelijk:
• sedumtapijt bestaande uit maximaal acht soorten sedum (muur), lage anjers en enkele lage
kruiden; opbouwhoogte pakket 80 mm en een massa in natte toestand van maximaal 75
kg/m2. Dit systeem kan ook op een flauw hellend dak worden aangebracht;
• sedumtapijt met siergrassen; opbouwhoogte 100 mm, massa in natte toestand maximaal 95
kg/m2;
• lavendelweide; opbouwhoogte 140 mm, massa in natte toestand maximaal 150 kg/m2. Deze
begroeiing heeft al wat meer behoefte aan een gereguleerde waterhuishouding.
2 Intensieve begroeiing
Grasdaken
Bij deze daken wordt gebruikgemaakt van graszaad of van graszoden aangebracht op een
substraatlaag. Omdat gras vrij veel water nodig heeft en een goed beluchte ondergrond, moet de
samenstelling van het substraat hierop worden afgestemd en de laagdikte minimaal 250 mm
bedragen. Onder de substraatlaag moet een goede waterbuffer/drainagelaag aanwezig zijn. Een
grasdak vraagt hetzelfde onderhoud dat voor een normaal gazon nodig is, dus ook regelmatig
maaien. In het gebouwontwerp, en met name bij grasdaken op hoogbouw, moet rekening worden
gehouden met de aanvoer c.q. opslag van tuingereedschap en -machines en de afvoer van maaiafval.
De massa van deze daken is aanzienlijk hoger dan die van de vegetatiedaken en varieert van 250 tot
wel 300 kg/m2.
Daktuinen
Bij daktuinen wordt gebruikgemaakt van een beplanting die overeenkomt met die van een normale
tuin. Dit lijkt eenvoudig, maar er is toch wel de nodige deskundigheid noodzakelijk bij de
beplantingskeuze in verband met vaak heviger windaanval, bezonning (hogere temperaturen en
meer uitdroging), ‘s winters extra afkoeling door nachtelijke uitstraling. Ook wordt de tuin vaak
vanuit een andere standplaats aanschouwd (vanuit een hogere gebouwvleugel of hogergebouw).
Daktuinen worden onderverdeeld in:
2
, • vasteplantentuin met vaste planten, bodembedekkers en lage struiken; opbouwhoogte 250
mm, massa in natte toestand maximaal 350 kg/m2;
• heestertuin met borderplanten en lage tot middelhoge struiken; opbouwhoogte 400 mm,
massa in natte toestand maximaal 450 kg/m2;
• parktuin met gazons, vaste planten, heesters en klein blijvende bomen; opbouwhoogte 500-
600 mm, massa in natte toestand 600-900 kg/m2.
De opbouw van een groendak bestaat uit:
1. Wortelvaste dakbedekking;
2. Beschermende en drukverdelende laag;
3. Drainerende en waterbufferende laag;
4. Filtervlies;
5. Substraatlaag.
De beste manier om dakdoorvoeren te detaillieren bij een groendak:
Ter plaatse van hoger opgaande gevels en dergelijke is er meer toevloed van neerstromend
regenwater, waardoor de vegetatielaag ter plaatse modderiger wordt, hetgeen de plantengroei niet
3