Week 1 Begrippen en rechtspersoonlijkheid
Begrippen binnen het ondernemingsrecht
- Rechtspersoon
o = zelfstandige drager van rechten en plichten
o Boek 2
§ 2:1 BW à Publiekrechtelijke rechtspersoon
§ 2:2 BW à Kerkgenootschappen
§ 2:3 BW à Privaatrechtelijke rechtspersonen
- Vennootschap
o = een vorm waarin de onderneming kan worden gegoten
o Kapitaalvennootschappen
§ BV
§ NV
o Personenvennootschappen
§ VOF
§ CV
- Onderneming
o Een organisatorisch verband, gericht op duurzame deelneming aan het economisch verkeer (Volgens het boek)
§ Bijvoorbeeld: KLM
§ Opvallend: niet het begrip “winst”
o Elk in de maatschap als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens
arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht (1 lid 1 sub c WOR à
Gaat bij de definitie uit dat de werknemers zeggenschap hebben)
o Elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband, waarin krachtens
arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht (1-1 sub a SER-
Fusiegedragsregels 2015)
o Handelsregisterwet, artikel 5, 6, en 7
§ Maar: er staat geen definitie à Wet & jurisprudentie zijn soepel
§ Jurisprudentie geeft wel wat aanwijzingen
• Bedrijfsuitoefening à Een bedrijf moet je inschrijven, een beroep niet. De scheidslijn tussen
deze twee begrippen is evenwel onduidelijk (zie hierover meer onder 'Beroep en bedrijf' à
kennisclip)
o Bv kunstschilder of normale huisschilder à Een beroep kan je inrichten zodat het
een bedrijfsmatig karakter heeft
• Winstoogmerk à Je moet dit element ruim zien. Je hoeft als eigenaar niet gedreven te zijn
op winst
§ De Hrgw – en dus ook het handelsregister – zijn er teneinde het maatschappelijk economisch leven te
reguleren.
o Terugkerende elementen: organisatie, bedrijf, continuïteit, deelname economisch verkeer, winstoogmerk,
arbeid
Verhouding vennootschap-onderneming
Er zijn 3 mogelijkheden om deze verhouding te benaderen
- Reële benadering “hebben”, weinig autonomie
o De vennootschap als rechtspersoon kan worden gezien als ‘eigenaar’ van de ingebrachte – of door haarzelf
ontwikkelde – onderneming. De vennootschap, zo kan men zeggen, ‘heeft’ een onderneming.
- Instrumentele benadering “drijven”, redelijke autonomie
o De eigenaar, zo kan men de situatie typeren, is primair ondernemer. Hij ‘drijft’ de onderneming. Is de eigenaar
een vennootschap dan wordt de onderneming door de vennootschap gedreven.
- Institutionele benadering “in stand houden”, grote autonomie
o Uitgangspunt bij de institutionele benadering is dat de onderneming een organisatie van mensen is, die als
zodanig deelneemt aan het economisch verkeer, krachtens daartoe in die organisatie genomen beslissingen.
o Factor arbeid en factor kapitaal worden gelijk gewaardeerd
Handelsregister
- Algemeen
o Het handelsregister wordt gehouden en onderhouden door de KvK 3 Hrgw
o Sinds 1934 is het uitgangspunt bij het handelsregister ongewijzigd gebleven; het gaat om de registratie van
ondernemingen en rechtspersonen (een basisregister)
- Doel van het handelsregister 2 Hrgw
1
, o Bevordering rechtszekerheid in het economisch verkeer (2 aanhef en sub a Hrgw)
o Verstrekking van gegevens (2 aanhef en sub b Hrgw)
o Registreren van alle ondernemingen en rechtspersonen (2 aanhef en sub c Hrgw)
- Inhoud handelsregister
o Rechtsvorm
o Betrokken personen
o Welke personen mogen handelen in de naam van de onderneming
- Subjecten die geregistreerd worden in het handelsregister
o Ondernemingen 5 Hrgw
o Rechtspersonen 6 Hrgw
§ Indien aan een rechtspersoon een onderneming toebehoort, geldt de inschrijving van de
onderneming tevens als inschrijving van de rechtspersoon (7 Hrgw)
§ Informele vereniging kan worden ingeschreven 6 lid 2 Hrgw jo. 2:30 lid 3 BW
§ Publiekrechtelijk rechtspersoon wordt ingeschreven 6 lid 1 sub c Hrgw
- Sancties
o 47 Hrgw à Niet voldoen aan de inschrijfplicht is een economisch delict
- Belang van inschrijving 25 Hrgw
o Bescherming positie derden
§ Lid 2
§ Regels uit de jurisprudentie
• Niet verplicht om in te schrijven…
o Indien de derde eerst gekeken heeft en pas dan zaken heeft gedaan, wordt hij
beschermd
o Indien de derde pas na het zaken doen heeft gekeken, wordt hij ook beschermd. De
derde heeft derhalve geen onderzoeksplicht. Het is nochtans wel verstandig – zeker
bij grote transacties – om te controleren welke info er is over de handelspartner.
o Zo zie je dat het risico van onjuistheid of onvolledigheid van de gegevens eigenlijk
volledig komt te liggen bij de ingeschrevene (de onderneming of de rechtspersoon)
• HR Bodam Jachtservice r.o. 3.3. à De curator in een geval als het onderhavige niet behoort
tot de door art. 25 Hrgw beschermde derden. Zijn vordering berust immers op de wet (art.
2:248 BW) en vloeit niet voort uit een rechtsbetrekking waarop dit artikel ziet
• HR Staalbankiers, r.o. à 2:180 BW ook een derde die met de vennootschap handelde en wist
dat de inschrijfplicht niet is nageleefd kan een beroep doen op dit artikel. De rechter kan
echter wel besluiten om het artikel buiten toepassing te laten wegen strijd met de
redelijkheid en billijkheid
o Bescherming ingeschrevene
§ Op het moment dat de gegevens juist en volledig zijn bekendgemaakt (ingeschreven in het
handelsregister), kan de derde geen beroep doen op onwetendheid. Het is dus zaak wijzigingen zo
snel mogelijk in te schrijven in het handelsregister.
Kenmerken van een rechtspersoon 2:3 BW
- Rechtssubject
o Een rechtspersoon is zelfstandig drager van rechten en verplichtingen
- Vertegenwoordiging vereist
o Het bestuur vertegenwoordigt de rechtspersoon, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit (zie art. 2:45 lid
1/130/240/292 BW) à De rechten en verplichtingen die de rechtspersoon aangaat, lopen aldus via het
handelen van de bestuurder.
§ Bevoegdheid van vertegenwoordiging kan echter ook aan andere personen toegekend worden. Ook
kunnen er personen gevolmachtigd worden.
• HR Kleuterschool Babbel à Als volgens de normen van het maatschappelijk verkeer een
handeling toegekend kan worden aan rechtspersonen, dan moet dat ook zo zijn (de
handelingen van een wethouder kan bijvoorbeeld een OD van de gemeente opleveren)
- Beperking van de aansprakelijkheid
o Bijv. 2:64/175 BW
o Als de vennootschap failliet gaat, kun je niet naar de aandeelhouder. Een bestuurder die namens de
rechtspersoon handelt is evenmin persoonlijk aansprakelijk. In beginsel, want er zijn uitzonderingen:
§ 2:9 BW à De bestuurder is met zijn privévermogen aansprakelijk indien hij zijn taken als bestuurder
onbehoorlijk heeft vervuld
§ Onrechtmatige daad tegenover een schuldeiser (zie week 8)
2
,Beperkingen van de rechtsbevoegdheid
- Is er eenmaal sprake van een rechtspersoon, dan geldt het uitgangspunt van artikel 2:5 BW à Een rechtspersoon staat
wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijke persoon gelijk tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit
- Uitzonderingen
o 2:11 BW à Rechtspersonen kunnen niet over en weer elkaars bestuurder zijn
o 2:140/250 BW à Een rechtspersoon kan geen commissaris zijn, want die moeten NP’s zijn
o 2:129a/239a BW à Niet-uitvoerende bestuurders kunnen geen rechtspersonen zijn
o 2:19 BW à Een rechtspersoon kan ontbonden worden
o 2:7 BW à Een rechtspersoon is gebonden aan zijn doelomschrijving in statuten
Rechtsvormen vergelijking
Soort Winst Vennootschap Rechtspersoon Onderneming
Eenmanszaak Ja Nee Nee Mogelijk
PVS Ja Ja Nee Ja
BV Ja Ja Ja Ja
NV Ja Ja Ja Ja
Cöop/owm Ja Nee Ja Ja
Vereniging Nee Nee Ja Mogelijk
Stichting Nee Nee Ja Mogelijk
3
,Week 2 Boek 2 BW en oprichting rechtspersonen
Hoofdregels Boek 2 BW
- 2:5 BW à Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijke persoon gelijk tenzij uit de wet
het tegendeel voortvloeit (zie week 1)
- 2:25 BW à Boek 2 is dwingend recht
- 2:6 BW jo. 25 HRW à Bepaalde gegevens moet je in het Handelsregister registreren
Fijne gedragsnormen
- 2:8 BW à Degenen die bij een rechtspersoon zijn betrokken moeten zich tegen elkaar redelijk en billijk gedragen
o Lid 1 à Aanvullend
o Lid 2 à Beperkend
o HR Lampe/Tonninga à Er geldt een zorgplicht jegens de minderheidsaandeelhouder. Er moet sprake zijn van
een zorgvuldige besluitvorming waarbij belangen worden afgewogen en er mogen geen besluiten worden
genomen puur met het doel om de minderheidsaandeelhouder te frustreren. Als hieraan is voor Daan dan is
geen sprake van misbruik van meerderheid macht of strijd met de redelijkheid en billijkheid. In dit geval zal de
minderheidsaandeelhouder de genomen beslissingen moeten dulden.
o HR Verenigde bootlieden à De redelijkheid en billijkheid vullen het gelijkheidsbeginsel aan (2:92/201 BW). Er
is geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel als je aandeelhouders ongelijk behandeld en voor
die ongelijke behandeling een redelijke en objectieve rechtvaardiging hebt. Daarvoor moet je kijken naar
omstandigheden van het geval
- Vennootschappelijk belang
o Definities
§ Het belang dat de vennootschap heeft bij haar eigen gezonde bestaan, uitgroei en voortbestaan
§ De optelsom van deelbelangen (op korte en lange termijn) zoals belangen van aandeelhouders en
werknemers
§ Wettelijke definities
• 2:140/250 BW à RvC richt zich naar het belang van de vennootschap en de daaraan
verbonden onderneming
o HR Doetinchemse IJzergieterij à RvC moet zich richten naar het belang van de
vennootschap, en niet uitsluitend naar de belangen van de aandeelhouders
• 2:129/239 lid 5 BW à Bestuur richt zich naar het belang van de vennootschap en de daaraan
verbonden onderneming
o HR Cancun à De bestuurders moeten zich richten naar het belang van de
vennootschap en de daaraan verbonden onderneming. Wat is vennootschappelijk
belang is hangt af van de omstandigheden van het geval. HR bepaalt dat indien aan
de vennootschap een onderneming is verbonden, het vennootschapsbelang in de
regel vooral bepaald wordt door het bevorderen van het bestendige succes van
deze onderneming (ondernemingsbelang). In het geval van een joint venture zoals
in de casus, wordt het vennootschapsbelang voorts bepaald door de aard en inhoud
van de tussen de aandeelhouders overeengekomen samenwerking. De aard en
inhoud van het samenwerkingsverband van de joint venture waarin aandeelhouders
een gelijkwaardig aandeel hebben, kan meebrengen dat het vennootschapsbelang
erbij is gebaat dat de evenwichtige verhouding wordt gecontinueerd. Daarnaast
hebben bestuurders een zorgvuldigheidsplicht die kan meebrengen dat ze de
belangen van al degenen die bij de vennootschap of onderneming zijn betrokken
niet onnodig of onevenredig worden geschaad (stakeholders uitgangspunt).
- 2:9 BW (zie week 8)
- Corporate Governance Code à Pas toe of leg uit waarom je dat niet doet
4
,Leven van een rechtspersoon
- 1) Oprichting
o Materieel/formeel
§ Formeel à Wijze van totstandkoming, etc.
§ Materieel à De structuur/organen/terrein van werkzaamheid
o Vereiseten voor oprichting 2:4 BW à Notariële akte
§ Doe je dit niet à 2:30 lid 2 BW Bestuurders hoofdelijk aansprakelijk
§ Uitzondering: informele vereniging 2:30 lid 2 BW
- 2) Voortbestaan 2:17 BW à Voor onbepaalde tijd
- 3) Omzetting/fusie/splitsing
o 2:18 BW à Omzetting is mogelijk
o Vereisten omzetting lid 2
§ Sub a à besluit AVA/ALV
§ Sub b à Besluit wijzigen statuten AVA
§ Sub c à Notariële akte
§ 2:72/2:183 BW à Aanvullende vereisten BV en NV
- 4) Ontbinding & vereffening 2:19 BW e.v.
o Lid 5 à Als er nog geld is moet dat vereffend worden. De rechtspersoon moet “IL” achter zijn naam zetten (in
liquidatie)
o 2:23b BW à Blijft er nog geld over na vereffening dan moet je kijken in de statuten wat er met dat geld moet
gebeuren. Als het niet in de statuten staat, komt het geld toe aan de staat
o 2:20 BW à Een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde kan worden
verboden en ontbonden
§ HR Vereniging Martijn r.o. 3.5-3.6 à Een verboden verklaring dient te worden gezien als een
noodzakelijke maatregel om gedragingen te voorkomen die een daadwerkelijke en ernstige
aantasting zijn van als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtsstelsel en die onze samenleving
ontwricht en of kunnen ontwrichten
• Het artikel dient te worden uitgelegd in het licht van 7 GW, 10 EVRM, 8 GW en 11 EVRM à
Een beperking op het recht van vereniging is mogelijk indien:
o De beperking bij wet is voorzien
o De beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving
o De beperking in het belang van limitatief ons streven gronden, waaronder de
bescherming van de gezondheid of de goede zeden of de bescherming van de
rechten en vrijheden van anderen
• Kans op ontwrichting van de samenleving voldoet aan bovenstaande eisen
o 2:21 BW
Concernrechtelijke begrippen
- Geen wettelijke definitie van het begrip concern. Wel:
- Dochtermaatschappij (2:24a lid 1 BW)
- Groepsmaatschappij (2:24b BW)
- Deelneming (2:24c lid 1 BW)
5
, Toetsing van besluiten (hoe weet je of een beslissing die een orgaan van een RP neemt wel geldig is?)
- 1) Is er sprake van een besluit
- 2) Is het besluit nietig 2:14 BW
o Inhoud of strekking in strijd met de wet of de statuten (lid 1)
o Verkeerd orgaan (lid 1)
§ HR Forumbank r.o. 5
• AVA mag niet beslissen op terreinen die aan het bestuur zijn, op straffe van nietigheid.
Bijvoorbeeld: RvC benoemt een bestuurder, terwijl de AVA dat moet doen à De AVA Moet
niet door opdrachten de bevoegdheden van de directie kunnen doorkruisen en uithollen
• AVA is gebonden aan bevoegdheidsverdeling van de statuten
§ HR Wijsmuller à als in de statuten staat voorgeschreven dat een besluit door een bepaald orgaan
moeten worden genomen, dan is het van belang dat het besluit tot stand komt als vrucht van
onderling overleg van alle leden van dat orgaan. De leden van dat orgaan moeten in de gelegenheid
zijn gesteld om aan het overleg deel te nemen
o Ontbreken voorafgaande handeling of mededeling (lid 2)
o Fundamenteel totstandkomingsgebrek (lid 1)
§ De vereiste meerderheid ontbreekt
§ Het ontbreken van een voor besluitvorming vereist quorum
o Openbare orde of goede zeden 3:40 BW
- 3) Is het besluit vernietigbaar 2:15 BW
o Lid 1 sub a à Totstandkomingsgebrek dat niet fundamenteel is (in strijd met de wet of statuten)
o Lid 1 sub b à Besluit kan in strijd zijn met redelijkheid en billijkheid (2:8 BW)
§ HR Lampe/Tonninga à Er geldt een zorgplicht jegens de minderheidsaandeelhouder. Er moet sprake
zijn van een zorgvuldige besluitvorming waarbij belangen worden afgewogen en er mogen geen
besluiten worden genomen puur met het doel om de minderheidsaandeelhouder te frustreren. Als
hieraan is voor dan is geen sprake van misbruik van meerderheid macht of strijd met de redelijkheid
en billijkheid. In dit geval zal de minderheidsaandeelhouder de genomen beslissingen moeten dulden.
o Lid 1 sub c à Besluit in strijd met een reglement
o HR Janssen Pers à 2:117/227 lid 4 BW: Bestuurders en commissarissen mogen niet stemmen in de algemene
vergadering, maar ze mogen wel komen om hun visie daar kenbaar te maken. De algemene vergadering moet
bij een stem rekening houden met de visie van het bestuur en de raad van commissaris ze. Doen zij dit niet,
dan is het besluit van de algemene vergadering vernietigbaar
- 4) Verschillen nietigheid en vernietigbaarheid
o Werkingsmoment
§ Nietigheid à Rechtshandeling heeft vanaf begin nooit bestaan
§ Vernietigbaarheid à Rechtshandeling is geldig tot de rechter heeft vernietigd, daarna terugwerkende
kracht 3:53 BW
o Door wie in te roepen
§ Nietigheid à Door eenieder
§ Vernietigbaarheid à Door eenieder met redelijk belang 2:15 lid 3 sub a BW
o Procedure
§ Nietigheid à Verklaring voor recht is mogelijk – declaratoir vonnis
§ Vernietigbaarheid à Veroordelend vonnis – mogelijkheid tot vernietiging vervalt binnen 1 jaar.
Ontsnappingsmogelijkheid: besluit kan buiten toepassing worden gelaten op grond van 2:8 lid 2 BW
- 5) Gevolgen
o Hoofdregel à Vernietigbaarheid/nietigheid werkt alleen intern binnen de rechtspersoon en niet tegen derden
o Uitzonderingen
§ Externe werking (Bijvoorbeeld als een rechtspersoon besluit een bestuurder te benoemen)
§ Indirect externe werking à 2:16 lid 2 BW: derde wordt beschermd
Doeloverschrijding 2:7 BW
- Een door de rechtspersoon gerichte rechtshandeling is vernietigbaar indien daarvoor het doel werd overschreden en de
wederpartij dit wist of zonder eigen onderzoek moest weten
o HR Playland à Niet alleen de statutaire doelomschrijving is beslissend, naar ook alle omstandigheden van het
geval moeten in aanmerking worden genomen om het doel van de rechtspersoon te bepalen. Een van die
omstandigheden is of het in het belang is van de rechtspersoon om de rechtshandeling te verrichten
- Reparatie
o Statuten wijzigen en doelomschrijving aanpassen
o Doel overschrijdende rechtshandeling bevestigen (hier is discussie over)
- In de praktijk zelden beroep op 2:7 BW want: Ruime omschrijving doel statuten, uitleg HR en bescherming wederpartij
6