Specifieke Patiëntengroepen
Collegejaar 2020-2021
Inhoud
Angst......................................................................................................................................................3
Inleidend college: opname van De Jongh april 2019..........................................................................3
Angst 1: opname van De Jongh april 2019..........................................................................................3
Angst 2: opname van De Jongh april 2019..........................................................................................5
Angst 3: opname van De Jongh april 2019..........................................................................................7
WG: Angstpracticum.........................................................................................................................10
Ethiek....................................................................................................................................................12
Ethisch handelen: opname van Nys, april 2019................................................................................12
Gerodontologie....................................................................................................................................15
Kwetsbaarheid herkennen: opname van Van der Maarel-Wierink...................................................15
Dementie, delier, depressie: opname van Van der Maarel-Wierink.................................................16
Specifieke orale problemen: opname van Van der Maarel-Wierink.................................................19
Anamnese en mondzorgplan: opname van Van der Maarel-Wierink...............................................21
Dementerende oudere bij de tandarts: filmpje De mond niet vergeten..........................................24
Niet-Westerse patiënten......................................................................................................................24
Niet-Westerse patiënten: opname van Oortwijn, april 2019............................................................24
Kindertandheelkunde...........................................................................................................................26
Ontwikkelingspsychologie: deel 1: Van Heerenbeek........................................................................26
Ontwikkelingspsychologie: deel 2: Van Heerenbeek........................................................................28
Ontwikkelingspsychologie: deel 3: Van Heerenbeek........................................................................31
Communicatie met kinderen: kennisclip De Jong.............................................................................33
Gedragsbeïnvloeding bij kinderen: kennisclip Van Nes....................................................................35
Angst bij kinderen: kennisclip Van Nes.............................................................................................37
Pijnbeleving bij kinderen: deel 1: kennisclip Van Nes.......................................................................39
Pijnbeleving bij kinderen: deel 2: kennisclip Van Nes.......................................................................40
Omgaan met de meldcode: kennisclip Van Nes................................................................................42
Psychopathologie.................................................................................................................................43
Psychopathologie: deel 1: De Jongh.................................................................................................43
Psychopathologie: deel 2: De Jongh.................................................................................................47
Psychopathologie: deel 3: De Jongh.................................................................................................48
Psychopathologie: deel 4: De Jongh.................................................................................................50
Psychopathologie: deel 5: De Jongh.................................................................................................51
, Psychopathologie: deel 6: De Jongh.................................................................................................53
Beperking en sedatie............................................................................................................................55
Mondzorg voor mensen met een beperking 31-3-2021...................................................................55
Sedatie en algehele anesthesie 31-3-2021.......................................................................................58
Uitgeschreven oefententamens...........................................................................................................61
Oefententamen 1.............................................................................................................................61
Oefententamen 2.............................................................................................................................64
Oefententamen 3.............................................................................................................................67
,Angst
Colleges
Inleidend college: opname van De Jongh april 2019
Angst voor de tandarts is alom aanwezig. 4% van de mensen heeft een fobie en gaat nooit, 25% van
de mensen heeft er angst voor en zou tandartsbezoeken het liefst vermijden. Zo’n 28% van de
Nederlanders boven de 18 jaar lijdt aan een psychische stoornis, waarvan bijna 13% een
angststoornis is. Voor tandartsen is het belangrijk hier iets van te weten, omdat het mee kan wegen
in keuzes inzake het behandelplan. Ook kan enige kennis van specifieke patiëntengroepen
onterechte, overbodige of onjuiste behandelingen voorkomen, net als problemen in de interactie
met de patiënt. Met deze kennis kan ook besloten worden om wel of niet te behandelen, en kan
beargumenteerd geweigerd en verwezen worden.
Stoornissen volgens DSM-5:
- Neurologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperking, autisme
spectrumstoornissen, aandachtdeficiëntie/hyperactiviteitsstoornis, specifieke
leerstoornissen, tic-stoornissen zoals Gilles de la Tourette)
- Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen
- Bipolaire stemmingsstoornissen
- Depressieve stemmingsstoornissen
- Angststoornissen
- Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
- Trauma- en stress-gerelateerde stoornissen
- Dissociatieve stoornissen
- Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen (o.a. ziekteangststoornis)
- Voedings- en eetstoornissen (o.a. ruminatiestoornis en anorexia nervosa)
- Stoornissen in de zindelijkheid (o.a. enuresis = onwillekeurig urineren)
- Slaap-waakstoornissen (o.a. insomniastoornis, narcolepsie)
- Seksuele disfunctie (o.a. erectiestoornis)
- Genderdysforie
- Disruptieve, impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen (o.a. pyromanie)
- Middel-gerelateerde en verslavingsstoornissen (o.a. gokstoornis)
- Neurocognitieve stoornissen (o.a. alzheimer)
- Persoonlijkheidsstoornissen (o.a. borderline-persoonlijkheidsstoornis)
- Parafiele stoornissen (o.a. exhibitionistische stoornis )
Angst 1: opname van De Jongh april 2019
Fobie is een ernstige vorm van angst, die ook je leven beperkt. Als angsttandarts kan je voor dat type
behandeling een vergoeding krijgen bij de verzekeraar, daarvoor moet wel de Corah Dental Anxiety
Scale (DAS) ingevuld worden.
Angst kan aangegeven worden op een schaal van geen – weinig – hoge – extreme angst – fobie. Maar
wanneer wordt angst pathologisch? Angst wordt een fobie, als:
- Er sprake is van een buitenproportionele angst voor een bepaald object of situatie;
- Een confrontatie hiermee onmiddellijk een angstreactie veroorzaakt;
- Er een besef is dat de angst irrationeel is;
- De situatie zoveel mogelijk vermeden wordt;
, - Het vermijdingsgedrag invaliderend is.
Het unieke aan tandartsangst is dat een lichamelijk aspect (bijvoorbeeld een gaatje) op den duur niet
alleen invaliderend kan zijn op het gebied van pijn, maar ook sociaal (esthetiek, geur) en almaar erger
wordt: hoe erger de orale problematiek, hoe meer de patiënt weet dat er iets aan moet gebeuren en
hoe sterker de angst wordt. De drempel wordt almaar hoger.
Reactiepatronen zijn voor ongeveer 50% genetisch bepaald en 50% bepaald door eerdere ervaringen
in het leven. Zo is duizeligheid/flauwvallen bij het zien van bloed, letsels of injecties voor een groot
deel genetisch bepaald, en wordt bloed-letsel-injectie fobie genoemd.
Er zijn twee soorten angst:
- Dispositieangst: een vrijwel stabiel reactiepatroon om op bepaalde zaken te reageren. Het
patroon is voor een belangrijk deel afhankelijk van wat men eerder op dat gebied heeft
meegemaakt (ervaringen) en de persoonlijke dynamiek (persoonlijkheid) van die persoon. Dit
type angst heeft dan ook veel weg van een karaktereigenschap, en kan vastgelegd/gemeten
worden m.b.v. vragenlijsten.
- Toestandsangst: is situatie-gebonden angst, die fluctueert afhankelijk van de context. Het
reactiepatroon is in hoge mate afhankelijk van de toestand/situatie waarin de persoon zich
bevindt. Het zijn de emoties die je voelt op het moment dat je wordt geconfronteerd met de
angst-opwekkende stimulus.
o Anticipatieangst: een bijzondere vorm van toestandsangst, waarbij de angst/emoties
evenredig zijn met de nabijheid van de gebeurtenis, en het ergst vlak ervoor.
Deze typen angst zijn enigszins aan elkaar gekoppeld: de kans is heel groot dat iemand die hoog
scoort op dispositieangst voor de tandheelkundige behandeling, een naderend tandartsbezoek met
veel spanning (toestandsangst) tegemoet zal treden.
Voorbeelden van angst-opwekkende stimuli:
- Pijn en fysieke beschadigingen
- Controleverlies
- Tandheelkundige stimuli: ‘het haakje’, geluiden, licht, geuren etc.
- De tandarts zelf (gedrag, zoals ruwheid en hardhandigheid)
Er zijn twee typen reacties op twee typen stimuli te onderscheiden:
- Ongeconditioneerde respons (UCR): de angstreactie die ontstaat als gevolg van een nare
gebeurtenis, zoals pijn of machteloosheid. De oorzaak-gevolg relatie is automatisch. Die
gebeurtenis is dan een ongeconditioneerde stimulus (UCS).
- Geconditioneerde respons (CR): de angstreactie die ontstaat wanneer er een verband wordt
gelegd tussen een op zichzelf staande nare gebeurtenis en een omgevingsfactor,
bijvoorbeeld een bepaald geluid. Dat geluid is dan een geconditioneerde stimulus (CS), en
wordt een voorspeller voor een nare gebeurtenis zoals pijn.
Het leerproces wat voorafgaat aan een CR wordt klassieke/Pavloviaanse conditionering genoemd, en
is de reden dat mensen ook bang kunnen zijn voor op zich neutrale stimuli zoals de witte jas.
Vrouwen scoren op bijna alle angststimuli significant hoger dan mannen, en zouden volgens de data
dus banger moeten zijn dan mannen. Een mogelijke verklaring is echter dat vrouwen er makkelijker
over praten dan mannen en het in werkelijkheid gelijk is.
Er zijn drie ‘pathways of fear’, drie manieren waarop je bang kan worden:
- Traumatische ervaringen: als je iets naars meemaakt en er daarna bang voor bent.
- Modelleren: als een kind bijvoorbeeld de angst van een ouder ziet en zo de angst overneemt.
- Bedreigende informatie: als je leest of hoort over iets naars en er daarna bang voor bent.