100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Verdieping in Ziekteleer II €9,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Verdieping in Ziekteleer II

 164 keer bekeken  10 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit document bevat een overzicht van de curus Verdieping in Ziekteleer II

Voorbeeld 4 van de 109  pagina's

  • 30 mei 2021
  • 109
  • 2020/2021
  • Samenvatting
avatar-seller
ZIEKTELEER II – P. WITTERS
DE PASGEBORENE
1. EPIDEMIOLOGIE VAN GEBOORTE EN VROEGGEBOORTE IN BELGIË
HOEVEEL KINDEREN WORDEN ER IN VLAANDEREN GEBOREN?
• Hoeveel kinderen worden er per jaar in Vlaanderen geboren (MKV 77)? 66000, dit is belangrijk
zodat je prevalentie van ziekten makkelijker kan beoordelen. We verwachten een lichte stijging
hiervan de komende jaren.
• Hoeveel kinderen worden er per jaar in België geboren? 100 000 – 150 000

WAT IS EEN VRUCHTBAARHEIDSCIJFER VOOR EEN STABIELE BEVOLKING?
• Wat is een vruchtbaarheidscijfer voor een stabiele bevolking? Dit is het aantal kinderen per
vruchtbare vrouw. 2,1 (MKV 42) is het vruchtbaarheidscijfer dat je nodig hebt om een populatie
op niveau te houden want deel kinderen sterft voor vruchtbare leeftijd. In BE is bedraagt dit
momenteel 1,66 à afname van Belgische bevolking. Maar, allochtonen ó ± 2,58.
o Waarom ligt het vruchtbaarheidscijfer in Antwerpen het hoogst? Omdat er meer
allochtonen wonen.
• Hoeveel kinderen telt een gemiddeld gezien/hoeveel broers of zussen heb je gemiddeld? Dit is
een positieve skew en geen gauss curve. In 1/5e is enig kind, 1/2e heeft 1 broer of zus en 1/5e zijn
met 3 kinderen.
• Hoe worden kinderen geboren? 68% via vagina (vaginale partus), 21% keizersnede.
• Hoeveel kinderen sterven er in Vlaanderen en wanneer? ± 307, waarvan 2/3e <1 jaar omdat ze
zich dan in de meest kwetsbare periode bevinden.
• Wat zijn de voornaamste doodsoorzaken bij doodgeboren/levend geboren kinderen <1 jaar?
Aangeboren afwijkingen*, gevolgen door factoren moeder en complicaties zwangerschap en
bevalling, pre-maturiteit/dysmaturiteit, slecht gedefinieerde condities
o *In 1/3e van de gevallen: vb slechte hersenontwikkeling
o * Wat zijn de meest voornaamste aangeboren afwijkingen? Hypospadie (= urogenitale
malformatie, meest voorkomend, = plasbuis man mond niet uit aan top v. penis maar
proximaler) > schisis (= gespleten lip/verhemelte) > ventrikelseptumdefect (gaatje in
ventrikels) > trisomie 21 ( opgespoord met NIPT test) > …
o Wat is SIDS? Wiegendood, dit is een minder voorname doodsoorzaak. Is sterk verbeterd o.w.v
sensibilliseringscampagnes om kind op rug te laten slapen.
o Wat is de mee
• Hoeveel kinderen met hypospadie worden er vlaanderen geboren? Bv 12 per 10 000 à 72 per
66 000 dus 72 per jaar in Vlaanderen.

2. DE GEBOORTE EN PERINATALE ADAPTATIE
Wat betekent perinataal? = rond de geboorte.
Welke functies van het kind moeten allemaal in gang schieten wanneer het geboren wordt?
Ademhalen, circulatie, glucose homeostase, temperatuurscontrole, detoxificatie, voeding, integratie
in familie.

ADEMHALEN
• Voor de geboorte: zitten de longen vol met vocht (afkomistig van alveoale cellen) en is er geen
gasuitwisseling. Slechts 23% van CO (cardiac output) loopt langs de longen. Dit omdat 02 via de
navelstreng aangevoerd wordt.
• Na de geboorte: moet dit vocht weg (is er nog wel een klein beetje maar minimaal) en zal alle
gasuitwisseling in de longen geburen en 100% van CO langs de longen gaan.



1

,• TTN (= transiënte tachypnee van de neonaat): dit is snel ademen van voorbijgaande aard, ontstaat
doordat vocht onvoldoende geklaard wordt. Meer risico op TNN bij vaginale partus of
keizersnede? Bij keizersnede omdat hier de longen niet worden platgedrukt zoals bij vaginale
partus (stress in het geboortekanaal à NA stijgt à vochtresorptie gestimuleerd).

CIRCULATIE
De baby wordt voorzien van zuurstofrijk bloed via de navelstreng (umbillical cord: deze verbindt de
circulatie van moeder met die van de baby) en placenta, omgekeerd stuurt het zuurstofarm bloed
terug. Opmerking: bovenaan de aorta bevindt zich de ductus ateriosus die zal sluiten na de geboorte.

GLUCOSE HOMEOSTASE
• Voor geboorte: Suiker een v.d. belangrijkste energiebronnen zeker voor het CZS. Bron van suiker
is moeder, daarom is haar glycemie tijdens zwangerschap iets hoger, om continue naar de baby te
kunnen sturen. Foetus kan glycogeen opslaan maar kan zelf nog geen glucose aanmaken.
• Na geboorte: krijgt baby glucose en vetten uit de voeding, deze toevoer is niet meer continu maar
intermittent waardoor glycogeenopslag belangrijk wordt om periode tussen voedingen te
overbruggen.

TEMPERATUUR(SCONTROLE)
Veel factoren (conductie, evaporatie, convectie, radiatie) kunnen na de geboorte ervoor zorgen dat de baby
zal afkoelen! Baby wordt daarom na de geboorte afgedroogd om het koude verlies te beperken. Bij
prematuren nog strikter omdat die helemaal niet veel weerstand kunnen bieden tegen koude dus vaak in een plastieken zak
gestoken. Wordt goed ingepakt inclusief muts (veel warmte langs hoofd verloren). Hoe gebeurt
warmteproductie bij pasgeboren kind? Gebeurt via: basaal metabolisme, rillen (maar neonataal heeft
deze reflex nog niet!), bewegen (maar doen ze niet veel) en bruin vet. Waarom wil men onderkoeling
absoluut vermijden? Als je koud hebt gaat het zuurstofverbruik toenemen à meer ademhalen + vasoconstrictie van
longvaten à minder zuurstof in weefsels à pH daalt à metabole acidose à orgaanfalen à ev. dood.

DETOXIFICATIE
• Prenataal: alle afvalstoffen via navelstreng terug naar de moeder die zorgt voor de afbraak
• Postnataal: zelf verantwoordelijk voor de afbraak, via fase 1 en 2 reacties in lever.
o Waarom ontstaat er soms icterus? Bilirubine is één van de producten dat afgebroken
moet worden. Als er veel slechte RBC’en (vaak omdat heem niet rijp is ó minder efficiënte
conjugatie) zijn dan moet er meer billirubine worden afgebroken à lever nog niet
optimaal (wordt ook niet uitgeplast) à opstapeling bilirubine à icterus
Waar is de zuurstofspanning bij een foetus het hoogst? In de VCI, omdat het grootste deel van het
bloed van de moeder via de navelstreng komt die aan de VCI gekoppeld is.
3. HET NORMALE POST PARTUM: OPVANG VAN DE PASGEBORENE
INTRODUCTIE
• Medische risicofactoren:
o Materneel: obesitas, diabetes (macrosomie (= te dikke baby, insuline is een groeifactor), RDS (respiratoir distress
syndrome)), hypertensie, …
o Genetische risicofactoren: moeder > 35j, consanguine ouders (incest), …
o Omgevingsfactoren: roken (IUGR = intra uteriene groei retardatie, miskraam), medicatie, alcohol misbruik, drug
gebruik, …
• Prenatale opvolging: echo
• Bevallingskamer: men beoordeelt baby’s hier via de APGAR score; 5 ≠ zaken (hartrimte, AH, spiertonus, responsiviteit,
kleur) beoordelen en punten geven (0-2). Na 5 minuten moet score 10 zijn.




2

,BIOMETRIE
• Er worden populatiecurves (geboortegewicht, lengte of hoofdomtrek ifv aantal weken v.
zwangerschap) opgesteld: zo kan het kind vergeleken worden tov een referentie.
• Prematuur: = als kind voor 37w geboren wordt.
• Postterm: = baby te laat (na 42w geboren). Dan word geboorte geïnduceerd of keizersnede.
Reden? Kans op voedingstekort. Stoelgang kan in amniosvocht komen. Hebben dan vaak dikke
huid die gaat vervellen.
• Small for gestational age (MKV 1): = te laag (<2800g) geboortegewicht ifv de
zwangerschapsleeftijd (IUGR: groei in baarmoeder was niet optimaal). Dus het is normaal dat kind
tussen weekn 37-42 geboren wordt maar soms hebben ze een te laag geboorte gewicht, dit
noemen we small for gestational age.
o Symmetrische vorm: = gewicht is te laag maar baby is ook te kort en hoofdsomtrek is ook te laag ó voedsel tekort,
intra uteriene infecties
o Assymetrische vorm: = gewicht is te laat maar baby heeft normaal is van normale grootte ó vaak bij rokers.
• Large for gestational age: = te hoog (>4000g) geboortegewicht ifv de zwangerschapsleeftijd ó
diabetes (insuline = groeifactor) moeder.
• Postterm

VOEDING
Baby’s kunnen drinken vanaf een PML (post menstruele leeftijd) van 32-34w, hiervoor gebeurd dat via sondevoeding of IV
(hebben slikreflex nog niet).

METABOLE SCREENING: HYPOTHYROÏDIE EN FENYLKETONURIE
= Neontale screening. Dit gebeurd via de hielprik (=guthrie): bloedafnemen van kind tussen 2-4 dagen
oud.
• Hypothyroïdie: = ziekte waarbij de schildklier onvoldoende werkt, kinderen zijn hypotoon, slap en
hebben grote gezwollen tong. Gekenmerkt door lage (vrije) T4 en hoge TSH (MKV 20) gehaltes.
o Een pasgeborene van 1w oud wordt gezien owv icterus, traag drinken, dik gelaat, constipatie,
en grote tong, glutherie afwijkend. Wat is meest waarschijnlijke bloedwaarde? TSH hoog, vrij
T4 afwezig
• Fenylketonurie = defect in fenylalaninehydroxylase in het metabolism van kind waardoor
fenylalanine niet naar tyrosine kan worden omgezet à fenylalanine accumulatie. Onbehandeld:
ziek kind, IQ daling (mentaal gehandicapt). Behandelen met dieet dat weinig fenylalanine bevat.

ADAPTATIE: ICTERUS
= geelzucht. In n.o. zorgt lever voor conjugatie van billirubine à excretie via stoelgang. Bij probleem:
opstapeling ongejugeerd billirubine à kan door BBB à kernicterus à gehandicapt op lange termijn +
motorische problemen. Behandelen: UV-fototherapie (ongeconjugeerd billirubine oxideren à betere
excretie)

4. NEONATALE PATHOLOGIE
Neonatologie = specialisme in geneeskunde mbt zorg voor zieke of vroeggeborenen.
(EXTREME) PREMATURITEIT (EN ZIJN PROBLEMEN)
• RDS (respiratoir distress syndrome) of hyallijne membraanziekte:
o Normaal wordt er surfactant in de longe geproduceert (door type 2 alveolaire cellen) waardoor
oppervlakte spanning van alveolen daalt zodat ze blijen openstaan bij uitademing.
o RDS: bij prematuren (hebben 50% minder longvolume). Wat? Deficiëntie van surfactant à
alveolaire collaps waardoor gasuitwisseling daalt (+inflammatoire reactie) à gevolgen:
cyanose, tachypnee, AH-inspanning, <4h na geboorte. Behandeling? Moeder cortison geven
(dat longmaturatie en surfactant productie stimuleert als men weet dat ze prematuur zou gaan
bevallen), kind beademen, surfactant toedienen.



3

, • Intraventriculaire boeding ± periventriculaire hemorrhagisch infarct: = beschadiging van
hersenweefsel dat bij permaturen kan voorkomen. Hersenen zijn zo gevoelig omdat germinale/
embyronale matrix vol zit met neuronen die nog naar de cortex moeten migreren, als er schade is
(bv O2 tekort) dan is dit een heel kwetsbare zone die aanleiding kan geven tot bloeding. Gevolg:
kan resorptie van het hersenvocht verhinderen à hydrocefalie (waterhoofd). Je kan er littekens
aan overhouden (periventriculaire leucomalacie: ischemie en inflammatie).
• Retinopathie: Te weinig O2 in oog à Broze capillairen bijmaken ter compensatie à kunnen het netvlies
beschadigingen met ev. bloedingen van het oog. Opvolging door oogartsen, laseren nieuwe capillairen toe zodat ze
verdwijnen.
• Necrotiserende enterocolitis: = ischemie van de darmwand en infectie met darmbacteriën, verergerd door voeding
(koemelk). Darmwand is dus nog niet klaar voor voeding. Gevolg: braken, bloederige stoelgang, opgezet abdomen,
voedingsintolerantie, shock (apnee, respiratoire problemen). Rx: uitgezet abdomen met verdikking darmwand.
Behandeling: stop p.o. voeding en overschaken op TPN (totale parenterale neutritie), AB, heelkunde igv perforatie. CAVE:
short bowel, als stuk darm weggenomen moet worden.
• Verhoogde gevoeligheid voor infecties: immatuur afweersysteem, passage door ev. besmet geboortekanaal, minder
maternele IgG.

RESPIRATOIR DISTRESS SYNDROOM (RDS) – RESPIRATOIR PROBLEMEN VAN DE BOORLING
• TTN (= transiënte tachypnee): dit is de meest frequente oorzaak van RDS bij pasgeborene. Reden?
Door vertraging van resorptie van longvocht. Op Rx zie je fissuren (kloofjes) tgv de
vochtopstapeling. Is frequenter aanwezig bij keizersnede. Behandelen? Extra O2.
• Meconiumaspiratie: = opvangen van meconium (eerste ontlasting van baby) door opzuiging. Vaak
bij postterme baby’s die meconium in amnoisvocht uitgescheiden. Dit als reactie op O2 tekort.
o Bij foetale hypoxie: passage van meconium met meconiaal vruchtwater.
o Bij slappe/stille baby: intuberen en aspireren van meconium.
Gevolgen: mechanische obstructie (gevaarlijk als in longen komt) en chemische pneumonitis (met
ev. surinfectie), overinflatie + collaps waadoor klaplong of pulmonale hypertensie kan ontstaan.
• Pneumothorax: gebeurt spontaan bij 2% van de bevallingen. Als je er met licht opschijnt dan gaat
deze volledig oplichten wat normaal niet kan omdat de long normaal tegen de wand van thorax
zit, maar als deze in geklapt is dan wel mogelijk. Gevaarlijk omdat er meer en meer lucht in kan
komen te zitten à hart afklemmen
• Persisterende pulmonale hypertensie: dit is een ernstige aandoening waarbij de BD in pulmonale
BV’en te hoog is (voor de geboorte is dit normaal, maar moet normaal dalen na de geboorte). Kan
tgv geboorteasfyxie (kinderen tijdelijk tekort aan zuurstof à verschillende organen kunnen schade
oplopen). Behandelen: NO (vasodillatatie à betere zuurstof uitwisseling), hoge frequentie
beademing, ECMO (extra corporele membraan oxygenatie: bloed kind afgetapt en extra corporeel
geoxygeneerd).

CONGENITALE AFWIJKINGEN, DYSMORFOLOGIE, GENETICA
• Afwijkingen bij pasgeborenen die spontaan verdwijnen: bortskliervergroting, vaginale secreties
bij meisjes (tgv blootstelling aan OE van moeder), vernix (= witte vettige substantie op huid van
pasgeborene, vooral in huidplooien. Dit is talgachtig en beschermde (antibacterieel) de huid tegen
amniosvocht in buik), acrocyanose, ooievaarsbeet (litteken vanachter op hoofd en op voorhoofd,
= foetale capillairen die zullen verdwijnen), mongolian spot, anemie/polycythemie (kind heeft
bepaald aantal bloedcellen, dit is afhankelijk van waar de navelstreng (zit samen met placenta nog
vol bloed) werd overgeknipt; kind te laag à polycythemie: kans op icterus, kind te hoog à anemie)
• Significante afwijkingen bij pasgeborenen, thv:
o Huid: haemangioom (MKV 18) = woekeringen van capillairen. Is niet gevaarlijk maar esthetisch
vervelend. Ingrijpen wanneer kind niet meer door oogje kan zien. ß-blokkers geven.
o Mond: gespleten lip, gespleten verhemelte (=schizis)
o Nieren: vesicoureterale reflux: = als urine terug richting blaas gaat. Dit is een
ontwikkelingsstoornis tgv VUJ (mogelijk familiaal, na urineweginfecties, bij dysfunctie van blaas
en urethrakleppen. CAVE: cystitis, pyelonefritis.


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper labo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79223 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,99  10x  verkocht
  • (0)
  Kopen