Samenvatting Hoorcolleges
Criminaliteit, Cognitie en
Persoonlijkheid 2020-2021
Hoorcollege 1: Introductie
Persoonlijkheid, persoonlijkheidsstoornis en geweld
Er is veel heterogeniteit in criminelen
Een crimineel kan heel naïef of heel professioneel zijn
Misdaden kunnen ook heel triviaal tot heel ernstig zijn
Wat zijn geweldsdelicten?
- Slachtoffers worden fysiek of psychologisch verwond
- Zorgt voor het verspreiden van angst in gemeenschappen
- Er is veel heterogeniteit: van weinig geweld tot aan voorbedachte rade
Er is een bepaalde groep die gewelddadige misdrijven pleegt: mensen met psychische
stoornissen ofwel, de geestelijk gestoorde dader
Geweld
Geweld is een belangrijke volksgezondheidskwestie
Interpersoonlijk geweld is een groot maatschappelijk probleem het brengt schade toe aan
individuen, families en gemeenschappen
Er zijn meerdere factoren die geweld verklaren
Geweld = gedragingen die bedoeld zijn om schade toe te brengen aan een levend wezen dat
gemotiveerd is om schade te voorkomen
Geweld zijn geen handelingen die
- Onopzettelijk zijn: bijvoorbeeld een verkeersongeluk
- Consensueel zijn: samen afgesproken, zoals SM of een bokswedstrijd
- Uiteindelijk voordelig zijn: bijvoorbeeld een tandartsbezoek
Geweld vs. agressie
Geweld is het krachtig toebrengen van lichamelijk letsel
Agressie is minder fysiek schadelijk, maar erg psychologisch schadelijk bijvoorbeeld
bedreigingen
Geweld verwijst naar zowel agressie en fysiek geweld
Er zijn individuele verschillen in aanleg tot geweld
- Er zijn individuele verschillen in persoonlijkheidskenmerken
- Er zijn verschillen in persoonlijkheidsprocessen bijvoorbeeld op cognitief niveau heb je
morele ontkoppeling: excuses verzinnen voor jezelf om je eigen gedrag goed te praten
- Persoonlijkheidsstoornissen: categorisch (je hebt het of je hebt het niet) of dimensioneel
(op een continuüm)
Persoonlijkheidsstoornissen
De DSM geeft als definitie van een persoonlijkheidsstoornis dat het een langdurig patroon
van innerlijke gedragingen is, die afwijken van de cultuur waarin je leeft, inflexibel en
pervasief zijn, beginnen in de vroege volwassenheid, stabiel zijn over de tijd heen en leiden
tot problemen of stress in het dagelijkse leven
De ICD-10 geeft een soortgelijke definitie
, In de DSM-4 waren de volgende persoonlijkheidsstoornissen meegenomen
- Cluster A: paranoïde, schizoïde en schizotypische
- Cluster B: antisociale, borderline, theatrale en narcistische
- Cluster C: vermijdende, afhankelijke en obsessief-compulsieve
DSM-4
In de DSM-4 had men een categorisch perspectief
Dit betekent dat je een stoornis kunt hebben of je hebt het niet
Dit doen ze aan de hand van criteria en cut-off scores
De criteria zorgen voor veel comorbiditeit
Het gaat ook om een kwalitatief verschil: wel of niet
Er is sprake van veel heterogeniteit: er zijn veel verschillen binnen dezelfde stoornis
Bij een dimensioneel perspectief kijk je meer op een continuüm hoe ernstig is de stoornis?
Hierbij maak je associaties tussen de Big Five en persoonlijkheidspathologie
In de DSM-4 was er sprake van een multi-axiaal systeem hierbij werden de problemen op
verschillende assen besproken
- As 1: klinische stoornissen
- As 2: persoonlijkheidsstoornissen
DSM-5
In de DSM-5 staat alles wat in de DSM-4 stond
Maar daarnaast is er ook een dimensioneel perspectief toegevoegd
Het categorische perspectief van de DSM-4 staat in sectie II en het dimensionele perspectief
staat in sectie III
Sectie III wordt ook wel het model voor persoonlijkheidsstoornissen diagnosestelling en
conceptualisatie genoemd
Hierin is het multi-axiale systeem verdwenen het bleek dat er een moeilijk onderscheid
was in het maken van klinische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen
In sectie III werd er een kwantitatief verschil tussen normaal en disfunctioneren beschreven
van maladaptief laag naar maladaptief hoog
De grootste veranderingen in de criteria van sectie III zijn
- A: matige of ernstige beperking in het persoonlijkheids-functioneren, wat is opgedeeld in
het zelf (identiteit en zelfgerichtheid) en interpersoonlijk (empathie en intimiteit)
- B: een of meerdere pathologische persoonlijkheidstrekken
Criterium A kan je meten met de Level of Personality Functioning Scale (LPFS)
Criterium B kan je meten met de Personality Inventory for DSM-5 (PID-5) hierbij zijn er 25
maladaptieve persoonlijkheidstrekken in 5 domeinen opgedeeld
- Negatief affect: neuroticisme
- Afstandelijkheid: introversie
- Antagonisme: vriendelijkheid
- Disinhibitie: conscientieusheid
- Psychoticisme: openheid
, In de DSM-5 sectie III zijn er 4 persoonlijkheidsstoornissen uitgehaald: de theatrale,
schizoïde, paranoïde en afhankelijke
Maar waar is psychopathie?
In de DSM-4 en DSM-5 sectie II waren de antisociale persoonlijkheidsstoornis en
psychopathie hetzelfde
Maar dit klopte eigenlijk niet
Daarom is er in sectie III een onderscheid gemaakt
Hierbij werd een psychopathie specifier toegevoegd
Persoonlijkheidsstoornissen en geweld
De meeste mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn niet gewelddadig, zelfs 50% van de
mensen met de antisociale persoonlijkheidsstoornis niet
Maar bij mensen die een cluster B stoornis hebben stijgt het crimineel risico
- Ze hebben 10 keer meer kans op een strafrechtelijke veroordeling
- Ze hebben 8 keer meer kans op een effectieve gevangenisstraf
Wanneer je kijkt naar persoonlijkheidsstoornis-delinquenten en andere delinquenten vallen
er een aantal dingen op
- Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben meer kans op een terugval na het
ontslag uit het ziekenhuis
- Ze hebben 7 keer meer kans op het plegen van een ernstige terugval
- Ze hebben meer kans om opnieuw te worden veroordeeld voor een ernstige overtreding
- Maar de meerderheid wordt niet opnieuw veroordeeld
Er zijn vier fundamentele persoonlijkheidsdimensies, ofwel klinische risicofactoren voor
geweld
- Impulscontrole
- Emotieregulatie
- Narcisme
- Paranoïde cognitieve persoonlijkheidsstijl
Deze factoren bepalen of iemand geweld gaat plegen of niet
Het is niet zo dat iedereen met een persoonlijkheidsstoornis gewelddadig is
Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis in een forensisch psychiatrisch ziekenhuis of
gevangenis zijn wel gewelddadig, maar niet representatief voor alle mensen met
persoonlijkheidsstoornissen
De antisociale persoonlijkheidsstoornis is het sterkst gerelateerd aan geweld
Dit komt omdat agressief gedrag een criterium is voor de antisociale persoonlijkheidsstoornis
Maar let op: dit is circulair redeneren als geweld deel uitmaakt van de definitie, dan is de
incidentie van geweld bij mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hoger dan bij
mensen met een diagnose waarin geen geweld is opgenomen
Persoonlijkheid, persoonlijkheidsstoornis en geweld
Basis persoonlijkheidskenmerken die een risico op geweld verhogen of verlagen
- Impulsiviteit bij kinderen: later een hogere kans op antisociaal gedrag en agressie
- Remming/inhibitie bij kinderen: later een lagere kans op antisociaal gedrag en agressie
Maar persoonlijkheidskenmerken zijn noch een noodzakelijke noch een voldoende
voorwaarde om geweld te verklaren
Er is altijd interactie tussen de persoon en omgeving
Bijvoorbeeld interacties van biologische, psychologische, sociale en contextuele variabelen
die de neiging van een persoon tot geweld beïnvloeden
, Heeft een gewelddadig persoon een persoonlijkheidsstoornis of niet?
Sommigen zeggen als iemand zo ernstig geweld heeft gepleegd, dan kan het niet anders dat
diegene een persoonlijkheidsstoornis heeft
Maar dit is niet altijd zo
Je kan kijken naar de mate van keuze in het gebruik van geweld om dit vast te stellen
- Voor sommigen is geweld een manier van werken
- Het kan zijn dat diegene geen moreel conflict, verlies van controle of stress voelt
- Als dit het geval is, dan kan je stellen dat iemand een persoonlijkheidsstoornis heeft
Er zijn een aantal criteria voor een persoonlijkheidsstoornisdiagnose
- Persoonlijkheidsproblemen die niet voldoen aan de persoonlijkheidsstoorniscriteria
- Nadelen van het categorische model
- Dimensioneel model
Straf of behandeling?
Doelstellingen van straf
- Een signaal afgeven aan de samenleving dat dit gedrag niet aanvaardbaar is
- Criminaliteit voorkomen en verminderen
Maar meestal leiden straffen niet tot vermindering van criminaliteit
Binnen 2 jaar na vrijlating pleegt 55-60% van de gevangenen een nieuw delict
Hoe kunnen we dan criminaliteit verminderen?
Als strafmaatregelen niet helpen, kunnen we een behandeling gebruiken
Cognitieve gedragstherapie is het meest effectief
Persoonlijkheidsstoornissen als verzachtende omstandigheid
Moeten we geweld rechtvaardigen als er een psychologische/psychiatrische stoornis aan vast
zit?
Er zijn problemen in de persoonlijkheid die ervoor zorgen dat die persoon geen
verantwoordelijkheid kan nemen, bijvoorbeeld geen rationele beslissingen kunnen nemen,
geen controle over gedrag, geen bewustzijn van schade etc.
Voor mensen met een geestesziekte, leerstoornis, verstandelijke beperking of dementie is
het onwaarschijnlijk dat ze op dezelfde manier gestraft worden als mensen die die
problemen niet hebben
Maar worden mensen met persoonlijkheidsproblemen ook zo gezien als deze mensen?
Persoonlijkheidsstoornispatiënten worden als normaal gezien
Als die persoon verantwoordelijk is, dan moet je kijken naar een proportionele straf die
direct moet gebeuren en onvermijdelijk is
Als je iemand hebt die kan snappen waarom hij/zij straf krijgt en er vanuit gaat dat die straf
tot een gedragsverandering leidt, dan heeft de straf zin
Maar bij de antisociale persoonlijkheidsstoornis en psychopathie zijn die mensen
biopsychosociaal benadeeld, moeten we dat dan niet als verzachtende omstandigheid
beschouwen?
Mensen met antisociale persoonlijkheidsstoornis kunnen wel leren van hun straf, maar
psychopaten niet
Als we mensen niet kunnen straffen, gebruiken we een behandeling
Maar wat moet je gaan behandelen? Wat zijn geschikte behandeldoelen?
Intermitterende explosieve stoornis of persoonlijkheidsstoornis
Iemand met een intermitterende explosieve stoornis vertoont agressie die niet in verhouding
staat met de graad van provocatie iemand barst uit als een bom bij een klein dingetje
Mensen die daar last van hebben vertonen geweld dat is gedreven door emoties
Zij kunnen hun gedrag moeilijk controleren en hebben last van emotionele disregulatie