Nederlands eigen vaardigheid
Les 1; Spelling niet-werkwoorden
Schrijf samenstellingen aan elkaar;
In principe schrijf je samenstellingen aan elkaar
Alleen bij een klinkerbotsing gebruik je een streepje; corona-uitbraak
Gebruik nooit een spatie tussen de twee delen van een samenstelling. Dat is altijd fout.
Tussenklank -s-;
Je schrijft de tussenklank -s- in samenstellingen waarin je die hoort; stationsplein
We schrijven de tussenklank ook bij woorden als stationsstraat. Je hoort hier maar één -s,
maar omdat je bij andere samenstellingen met station ook een -s schrijft, doe je dat hier ook
Tussenklank -en;
Je schrijft -en als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen
een meervoud op -en heeft; boekenkast, fietsenhok
Geen -en;
Als het linkerdeel geen zelfstandig naamwoord is, maar een werkwoord of bijvoeglijk
naamwoord; knarsetanden, rodekool, beresterk
Als het linkerdeel geen meervoud kent of een meervoudsvorm heeft die eindigt op –(e)s;
aspergesoep, schadeclaim, rijstepap
Als het linkerdeel meervoudsvormen heeft die eindigen op -en én op -es; weidevogel, aktetas,
methodetoets
Bij versteende samenstellingen; ruggespraak, bolleboos, apekool
Meervoudsvorming basisregel & ‘s;
Het meervoud van een zelfstandig naamwoord vorm je door er de meervoudsuitgangen -s, ‘s, -en, of -
n achter te schrijven
De -s schrijf je eraan vast als dat geen probleem voor de uitspraak oplevert, dus bij woorden
eindigend op -e, -é, -ee, -ie, -ieu,- ui, -eau, - ey, -ay of een medeklinker; cafés, sektes, tantes
Als je wel een fout bij de uitspraak kunt maken schrijf je ‘s, dus bij woorden op -a, -i, -o, -u;
auto’s, taxi’s
Je schrijft ook ’s bij woorden die eindigen op een -y die je uitspreekt als [ie]; hobby’s
Je schrijft ook een ’s bij afkortingen van letters of combinaties met cijfers; cd’s, dvd’s, mp3’s
Woorden die eindigen op -ik;
Je schrijft 2 k’s als de klemtoon wel op -ik valt; snikken, blikken, tikken
Je schrijft 1 k als de klemtoon niet op -ik valt; monniken, viezeriken, leeuweriken
Woorden op -ie of -ee;
Je schrijft -ën erbij (dus een extra ë) als de klemtoon wel op de ie of ee valt; genieën, feeën
Je schrijft alleen -n erachter, met een trema op de -e van het woord zelf als de klemtoon niet
op de ie of ee valt; poriën, oliën
Ezelsbruggetje; "Zie de maan schijnt door de (het woord dus...) Strategieën. En als er dus twee e's zijn
dan klinkt het oke. Maar als je een woord met maar één e hebt dan klinkt het moeilijk, zoals bij
bacterie
Hoofdletters;
Namen van landen en volken; Nederlanders, Surinamers
Eigennamen; Nike, GroenLinks, Volkskrant
Geografische namen en afleidingen; Frankrijk, Fransen, Franse kaas
Namen van straten, pleinen en wijken; Amsterdam-West
Feestdagen; Kerstmis (eerste kerstdag), feestdagen die informeel worden aangeduid, krijgen
een kleine letter
, Historische gebeurtenissen die op zichzelf staan; Tweede Wereldoorlog (maar; een
wereldoorlog)
Bepaalde instellingen; de Kern
Personen en zaken die we als heilig beschouwen en wat ernaar verwijst; God, Allah
Geen hoofdletters;
Namen van religies en aanhangers van religies; christendom, rooms-katholiek, islam, jood
Titels een aanspreeknamen; professor Knik, mevrouw De Schutter, minister Leers
Namen van tijdperken; middeleeuwen, prehistorie
Alle onderwijstypen; havo, hbo, pabo
Alle benamingen van typen/stromingen scholen en onderwijs, ook als daar een naam in zit;
basisschool, daltonschool, leonardoschool
Les 2; Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd, de regels;
De vervoeging van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd;
1. Zoek de persoonsvorm (doe-vorm)
2. Kijk naar het onderwerp (wie/wat doet iets)
3. Vervoegen;
Verleden tijd;
Er zijn 2 soorten werkwoorden;
Sterke werkwoorden; klinkerverandering; loop-liep, vind-vond
Zwakke (regelmatige) werkwoorden; geen klinkerverandering, maar -de of -te erachter
Zwakke werkwoorden;
Stam eindigt wel op een van de medeklinkers van ’t ex-kofschip; -te of -ten
Stam eindigt niet op een van de medeklinkers van ‘ex kofschip; -de of -den
Pas de verlengingsregel toe als je die makkelijk vindt, dat is een kwestie van luisteren; hoopte-gehoopt
Uitzondering: valse f/s;
Als de stam eigenlijk niet op de f of s eindigt, dan vervoeg je met -de(n).
Voltooid deelwoord;
Voltooid deelwoorden vervoeg je altijd zoals in de verleden tijd.
Werkwoorden als bijvoeglijke naamwoorden;