Kennislijn week 1
Werkgroep 1 Het gedrag van volwassenen en gezondheid
De student Verpleegkunde:
▪ Schetst vanuit eigen ervaring de gebruikelijke activiteiten van een volwassene en maakt
daarbij onderscheid tussen jongvolwassenen, 30’ers, 40’ers, midlife etc.
▪ Relateert vanuit eigen ervaring deze gebruikelijke activiteiten aan persoonlijke drijfveren,
mogelijkheden, uitdagingen en verantwoordelijkheden van een volwassene
▪ Relateert de gebruikelijke activiteiten aan wat geleerd is in Kennislijn OP1 over gezondheid,
gezondheidsgedrag en gezondheidsvaardigheden [2,4,5].
Positieve gezondheid (Huber) web = hulpmiddel voor gezondheidsgedrag en
gezondheidsvaardigheden. Wat verbeteren/stimuleren?
Werkgroep 2 De volwassenheid als ontwikkelingsfase
De student Verpleegkunde:
• Schetst de volwassenheid als ontwikkelingsfase, waarbij de student de volgende begrippen
beschrijft: [4]
- Elementaire behoeften van volwassenen
- Ontwikkelingstaken van volwassenen
- Overgang (als psychologisch proces)
• Relateert deze theorie aan gezondheid, gezondheidsgedrag en gezondheidsvaardigheden van
volwassenen
• Herkent deze theorie in verpleegkundige diagnoses en interventies op het gebied van
gezondheidsbehoud [3]
Er komt veel laaggeletterdheid voor in Nederland en artsen houden daar geen rekening mee.
Diagnose Verschijnselen Etiologie Theor
ie
Gezondheidsveronachtz Verslechterde Ontoereikend Verkeerde
aming gezondheidstoes aanpassingsvermoge interpretatie van
tand vanwege n, ontoereikende informatie,
onvoldoende kennis over basale desinteresse,
kennis over het gewoonten, gebrek beperkte
omgaan met een aan interesse om cognitieve
bepaalde gezondheid te vermogen
gezondheidstoes verbeteren, nooit
tand of de gericht geweest op
vereiste nastreven van
basisvoorwaarde gezondheid
n
Risicovol gedrag voor de niet goed in doet niets om Negatieve houding
gezondheid staat zijn om de gezondheidsproblem jegens
leefstijl of het en te voorkomen gezondheidszorg,
gedrag op zo’n meerdere
manier te stressfactoren,
wijzigen dat het gebrek aan sociale
de gezondheid ondersteuning,
verbetert onvoldoende
, financiën/hulpmid
delen
Ineffectief omgaan met Niet goed in Onvoldoende
gezondheid staat zijn om de Moeite met een of sociale
uitvoering van meer ondersteuning,
het beleid om de voorgeschreven hulpeloosheid,
`ziekte of de leefregels, er niet in machteloosheid,
gevolgen slagen om ervaren van ernst
daarvan te voorgeschreven van aandoening
behandelen te leefregels op te
integreren in het nemen in het
dagelijks leven dagelijksppartoon, ,
het niet kunnen
realiseren van de
gezondheidsdoelstell
ingen vanwege
inefectieve keuzes in
het dagelijks leven.
Psychologie, een inleiding – H7.4
Vroege volwassenheid→ Intimiteit vs. isolement
Intimiteit = het vermogen om een volledige, seksuele, emotionele en morele verbintenis aan te gaan
met een ander
Isolement = het onvermogen om op een zinvolle wijze contact te maken met anderen
Je moet eerst een identiteit ontwikkelen voordat je tot intimiteit in staat bent (!)
Is volgens Arnett (2001) een tussenfase (overgangsfase naar de volwassenheid) waarin men zich nog
niet als volwassene ziet, maar wel al de puberteit heeft doormaakt.
Kenmerken:
- Exploratie en experimenteren op alle gebieden
o Door afwezigheid ouderlijk toezicht
o Door afwezigheid grote verantwoordelijkheden
Moderne benadering van intimiteit = tegenwoordig partners met zelfde geslacht, kinderen die in
meerdere huishoudens opgroeien etc. etc.
Middelbare volwassenheid → generativiteit vs. stagnatie
Beter doordachte coping strategieën en reflectie. Combineren van werk, gezin, hobby’s,
gemeenschap en persoonlijke verzorging. In het algemeen zijn volwassenen van boven de 50 minder
gestrest, gelukkiger en minder bezorgd dan jongere individuen.
Generativiteit = denken aan de volgende generatie (vb. zich als vrijwilliger inzetten voor een goed
doel)
Stagnatie = ‘midlifecrisis’. Gevolg = trekken keuzes uit het verleden in twijfel, worden cynisch en star
of wentelen zich in zelfmedelijden en neigen tot roekeloos gedrag.
Volwassenen die zich sterk betrokken voelen bij de volgende generatie zijn zeer tevreden met hun
leven.
,Lege-nestsyndroom = de gevoelens van verdriet/eenzaamheid bij ouders die het gevolg zijn van het
vertrek van hun kinderen uit het ouderlijk huis
Overgang = het herdefiniëren/transformeren van iemands rol in het leven
- Succesvol → gepaard met een periode van verhoogde zelfreflectie → leven langer (!)
o Verwacht kinderen krijgen, op jezelf gaan wonen
o Onverwacht ziekte of scheiding
o Geleidelijk relatie/baan die langzaam minder leuk wordt of gedrag dat langzaam
verandert
Nodig voor succesvolle overgang: zelfreflectie en besluitvorming
Late volwassenheid → integriteit vs. wanhoop
Biologisch aspect → energiereserves nemen af en celmachinerie functioneert minder efficiënt
Integriteit = het vermogen om zonder spijt terug te blikken op het leven en te genieten van een
gevoel van heelheid (nodig: reflectie, waardering en acceptatie).
Wanhoop = bijv. bang om te sterven
Actievere ouderen hebben een betere cognitieve ne lichamelijke gezondheid.
Confirmationbias = als een oudere iets vergeet, verwijten wij dit vaak aan de leeftijd. Als een jongere
iets vergeet wordt het vaak genegeert of wijten we het aan situationele dingen.
Ziekte van Alzheimer = een degeneratieve hersenaandoening die leidt tot en afname van
denkvermogen, tot geheugenproblemen en uiteindelijk tot de dood. 1:5 mensen krijgt dementie. 1:3
vrouwen krijgt dementie.
E-college 1: Positieve psychologie in het licht van volwassenheid
De student verpleegkunde:
• Kent de psychologische ontwikkeling van volwassenen (volwassenheid als leeftijdsfase) [4]
• Verwoordt het realiseren en behouden van lichamelijk, emotioneel, psychologisch, en sociaal
welbevinden vanuit de volgende perspectieven [5]:
o Positieve gezondheid
o Positieve psychologie
o Positieve verpleegkunde
• Verwoordt het belang van persoonsgerichte benadering als vertrekpunt binnen de
verpleegkundige zorg (naast een ziektegerichte/ klachtgerichte benadering). [2,4,5]
• Kent coping en verschillende coping stijlen in relatie tot het realiseren en behouden van
welbevinden. [4, 5]
• Benoemt verpleegkundige interventies gericht op versterken van coping [3,4,5]
De psychosociale stadia van Erik Erikson:
Vroege volwassenheid 18-35 jaar Intimiteit vs. isolement
Je gaat dingen aan Intimiteit → seksualiteit,
relaties/scheidingen
Isolement → nabijheid,
onafhankelijkheid,
gewaardeerd worden,
identiteit, expermienterend,
roekeloosheid, aangaan
verantwoordelijkheden
, Middelbare volwassenheid 35-55/65 jaar Generativiteit vs. stagnatie
Juist stapje loslaten Fase met allerlei overgangen:
- Andere rollen
- Fysieke veranderingen
- Midlife crisis of juist
doordachte
copingsreactie op
stress
- Periode van
zelfreflectie
Gezonde volwassenen (30-60)
Seksualiteit
Discriminatie
Late volwassenheid 55/65 jaar tot de dood Ego-integriteit vs. wanhoop
Fysieke veranderingen
- Haar, huid, spieren,
longen, zintuigen,
vallen
Cognitieve veranderingen
- Minder snel info
opnemen,
braintraining &
bewegen
Seksualiteit/intimiteit
Sociale/emotionele
veranderingen; afscheid
nemen
- Mindere mobiliteit of
verlies partner
Stress en coping:
3 processen die gevolg zijn van ziekte
- Cognitieve beoordeling
o Implicaties van de ziekte voor zijn/haar eigen leven
- Adaptieve taken
o Omgaan met symptomen van ziekte
o Omgaan met de mogelijkheid van pijn
o Controle houden over de ziekte en handhaven van gezondheid
o Onzekere toekomst onder ogen zien
o Controle houden en emotioneel evenwicht bewaren
o Omgaan met veranderingen in relaties
o Omgaan met veranderingen van het zelfbeeld en eigenwaarde
o Relaties onderhouden met gezondheidsprofessionals
o Omgaan met bijkomende problemen zoals financiële porblemen