Samenvatting Kind & Internet
Week 1: Regulering van digitale technologie en
kinderrechten
Er zijn twee ontwikkelingen waardoor het internet een enorme vlucht heeft genomen en ook aantrekkelijk is
geworden voor het algemene publiek. Ten eerste werd in 1991 het verbod om internet voor commerciële
doeleinden te gebruiken opgeheven. Ten tweede werd het World Wide Web uitgevonden, waardoor
webpagina’s dynamischer werden en het makkelijker werd om via hyperlinks naar andere pagina’s te komen.
Steeds meer kinderen gingen het internet gebruiken, al helemaal nu met de ontwikkeling van apps en games;
er is steeds meer digitale technologie (is een bredere term dan internet). Kinderen maken 1/3 op van de
internetgebruikers. Digitale technologie krijgt steeds meer impact op het leven van kinderen, omdat het ook
wordt gebruikt in het onderwijs en voor contact met vrienden. Daarnaast is er een trend in commercialisering;
het meeste wordt commercieel aangeboden (behalve enkele uitzonderingen zoals Wikipedia).
De afgelopen paar jaar is er steeds meer aandacht voor kinderen en het internet, in regelgeving en beleid
maar ook in de media. Op 2 maart 2021 kwam het VN-Kinderrechtencomité met General Comment 25 over
kinderrechten in de digitale omgeving. In 2018 had de Raad van Europa hier al aanbevelingen over gedaan
met richtlijnen. Aan de hand daarvan is er een handboek gemaakt met richtlijnen voor beleidsmakers. De
Britse autoriteit persoonsgegevens heeft een age appropriate design code ontwikkeld waarin ze aangeven hoe
gegevensbeschermingsrecht moet worden ingevuld met het belang van het kind in het achterhoofd. In
Nederland is ook een Code voor Kinderrechten ontwikkeld; 10 beginselen over het meenemen van
kinderrechten met betrekking tot gegevensbescherming en de ontwikkeling van apps en games. Dit is
allemaal terug te voeren op het IVRK.
Kinderrechtenhuis model. De fundamentele beginselen
van het IVRK staan onderaan: non-discriminatie (art. 2),
de belangen van het kind (art. 3), het recht op leven en
ontwikkeling (art. 6) en het recht om gehoord te
worden (art. 12). Daarboven staan de 3 P’s: protection
rights (bescherming), participation rights (participatie)
en provision rights (voorzieningen). Online veiligheid zit
erg in de beschermingshoek, maar participatie is ook
erg belangrijk: kinderen kunnen veel leren van
technologie, op het internet informatie vinden en delen
en met vrienden online hangen. Het is dus belangrijk
om dit als geheel mee te nemen, vanuit een holistisch
perspectief, bij het kijken naar onderwerpen met
betrekking tot kinderen en digitale technologie.
Regulering
Regulering = een hele gerichte poging om het gedrag van anderen te veranderen, en dat doe je door vooraf
gedefinieerde normen of doeleneinden. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld beleidsvorming (aan
de hand van wetenschappelijk onderzoek) of het aanpassen van wet- en regelgeving. Deze definitie van
regulering kent vier belangrijke elementen:
Beïnvloed gedrag: je wil dat mensen zich op een gewenste manier gedragen. Dit kan je doen door iets
strafbaar te stellen (bijv. moord) of door mensen aan te sporen (meer bewegen voor gezonder leven).
Normen: deze zijn er bijv. op gericht om te vermijden dat iemand schade oploopt of gericht op de
menselijke waardigheid.
Normen zijn er om een doel te bereiken: bijv. een veiligere samenleving. Of bij gezonder leven, dat is
goed voor de mensen zelf, maar ook voor het terugdringen van zorgkosten.
Pagina 1 van 22
, Allerlei instrumenten om het doel te bereiken: bijv. wetgeving, maar ook onderwijs en campagnes of
prikkels zoals subsidies of belasting.
Voorbeeld: roken. Dit is slecht voor de gezondheid. Er is wetgeving die roken op bepaalde plekken verbiedt.
Maar er zijn ook andere vormen van regulering, zoals marketing waarbij via het ontwerp op de pakken
sigaretten het roken wordt ontmoedigt. Ook zijn er financiële prikkels; enorme accijns op sigaretten.
Daarnaast zijn er campagnes voor bewustwording en educatie: reclames op tv. En er zijn sociale normen: het
is steeds minder acceptabel dat je rookt, je wordt er eerder op aangekeken (stigmatisering). Bij regulering en
zeker wet- en regelgeving wordt vaak heel gericht toegewerkt naar een bepaalde gedragsverandering
(deliberate), maar er kunnen ook dingen gebeuren die je niet had verwacht, neveneffecten (accidental). Bijv.
bij roken; omdat het verboden is kan het zijn dat jongeren het juist heel cool vinden om te doen. Bij reguleren
hoort dus ook onderzoek naar de effecten van hetgeen je probeert te bereiken. Het is belangrijk om te
onthouden dat niet alleen de overheid kan reguleren. Dat kunnen ook anderen zijn, zoals bedrijven en de
maatschappij. Bijv. het VN-Kinderrechtencomité met een nieuwe GC; regulering door uitleg te geven,
waardoor overheden en bedrijven informatie hebben om bepalingen te implementeren.
Cyberregulering: verschillende theorieën
De theorieën zien niet specifiek op kinderen, maar zijn nog steeds actueel en worden nog steeds gebruikt.
Cyberlibertarianism: op het internet heb je de vrijheid om je eigen belangen na te streven en er is op
geen enkele manier dwang door een staat. Overheden moeten wegblijven, het internet wordt
geregeerd door de gemeenschap via een soort sociaal contract met gedragsregels. Cyberspace wordt
gezien als een volledig nieuwe ruimte die los staat van de offline wereld. Traditionele
staatssoevereiniteit werkt niet goed in cyberspace, want soevereiniteit is afhankelijk van territoriale
grenzen en die bestaan niet in cyberspace.
Cyberrealisten: het internet kan heel goed worden gereguleerd en je kan het niet los zien van de
fysieke wereld. Want de mensen en apparaten die het gebruiken bevinden zich ergens op de wereld
binnen de grenzen van een land en zij worden gereguleerd door de wetgeving van dat land.
Cyberspace is geen aparte ruimte, maar onlosmakelijk verbonden met mensen en apparaten in de
fysieke wereld. Er moet worden opgepast met onderscheid maken tussen de fysieke en digitale
wereld, want bijv. cyberpesten is ook gewoon kinderen die pesten.
Cyberpaternalisten: code is law, aldus Lawrence Lessig. Ons gedrag wordt ook gereguleerd door de
code/architectuur van technologie, de wet, sociale normen en de markt. Dit zijn de vier modaliteiten
van internetregulering.
o Recht: gaat om de wet/regels. Bijv. strafbaar stellen online seksueel misbruik, of toestemming
nodig van ouders voor minderjarigen om een overeenkomst te sluiten. De wet bepaalt iets en
met technologie/code kan je dit reguleren en handhaven.
o Code: gaat over de manier waarop de technologie wordt ontworpen. Bijv. het blokkeren van
een website, of een website specifiek op kinderen inrichten zodat zij alleen de content zien
die op hen gericht is. Of dat alleen ouders een pincode hebben die nodig is voor toegang tot
een bepaalde website. Ook: leeftijdsverificatie, maar de manier waarop dit is ingebouwd
reguleert niet helemaal goed, omdat kinderen hierbij ook kunnen liegen.
o Markt: gaat over economische regulering, vraag en aanbod en de manier waarop bedrijven
daaraan verdienen. Draait ook om de algemene voorwaarden van bedrijven en hun
verdienmodellen (die vaak zijn gebaseerd op persoonsgegevens). Als jij iets koopt in een
webshop wordt gedrag gereguleerd door bepalingen in de algemene voorwaarden.
o Sociale normen: bijv. het vragen van toestemming voor het posten van foto’s waar ook
anderen op staan. Normen worden ook door kinderen zelf ontwikkeld, bijv. hoe dichter naar
het midden in een foto je iemand tagt, hoe beter je bevriend bent.
Pagina 2 van 22
, Regulering vindt vaak plaats door middel van een combinatie van deze modaliteiten. Bijv. toezicht via
camera’s; de code/architectuur van de technologie is dan ondersteunend aan het handhaven van sociale
normen of regelgeving.
Video: Best interest principle
Het beginsel van de belangen van het kind staat in art. 3 lid 1 IVRK en art. 24 Handvest. Het heeft 2 doelen:
Zorgen voor volledig en effectief genot van alle rechten uit het IVRK.
o Erkenning van kinderen niet alleen als objecten van bescherming, maar ook als
rechthebbenden. Het IVRK houdt rekening met hun kwetsbaarheid.
o Het beginsel staat niet los van de andere rechten uit het IVRK, maar moet juist in samenhang
met de andere rechten worden gezien. Alle rechten zijn in het belang van kinderen.
o Ontwikkeling van een benadering die op hun rechten is gebaseerd.
Zorgen voor een holistische ontwikkeling van het kind.
o Dit vereist dat alle aspecten van de ontwikkeling van een kind worden overwogen.
o Focus op het beschermen van het welzijn van kinderen in de breedst mogelijke zin. Hun
omgeving moet veilig zijn, stimulerend en inclusief. Het belang van het kind is gebaseerd op
de menselijke waardigheid.
Het belang van het kind is 1 van de 4 fundamentele beginselen die ten grondslag liggen aan het IVRK. De
andere beginselen zijn non-discriminatie (art. 2), het recht op leven en ontwikkeling (art. 6) en het recht om
gehoord te worden (art. 12). Het belang van het kind is een dynamisch concept; er is niet 1 definitie en het
moet per geval worden bekeken. De toepassing van het artikel verschilt gelet op de zich ontwikkelende
vermogens van het kind (art. 5). Wat er in het belang van het kind is kan veranderen naarmate de tijd vordert
en dit moet dus steeds opnieuw beoordeeld worden. Dit gebeurt bijv. bij opkomende technologieën: apps en
games worden steeds verder ontwikkeld en aangepast, dit kan leiden tot nieuwe gebruikers of ongewenste
manieren om bepaalde apps en games te gebruiken (bijv. ’s avonds laat op straat voor Pokémon Go).
Belangen van het kind als een drievoudig concept:
Materieel recht: daardoor legt het verplichtingen op aan staten, is het direct toepasbaar in situaties
omtrent kinderen en kan het bij de rechter worden ingeroepen.
Interpretatiebeginsel: als er een wettelijke bepaling is die op meerdere manieren kan worden
geïnterpreteerd, dan dient te interpretatie te worden gekozen die in het belang van het kind is. Dit
geldt niet alleen voor de interpretatie van nationaal recht, maar ook voor de bepalingen uit het IVRK.
Procedureel voorschrift: bij elke beslissing die invloed heeft op een kind moet de negatieve en
positieve impact worden onderzocht en er moet worden gemotiveerd hoe het belang van het kind is
geïnterpreteerd. Daarnaast moeten er procedurele waarborgen zijn voor de manier waarop de
belangen van het kind worden beoordeeld en vastgesteld.
Implementatie. Het is belangrijk om hier een framework voor te hebben, zodat het op de juiste manier wordt
geïmplementeerd. Een Child Impact Assessment bestaat uit twee delen: de beoordelingsfase en de
evaluatiefase. In de beoordelingsfase worden alle relevante factoren met betrekking tot de ontwikkeling en
de rechten van kinderen vastgesteld en afgewogen (hoe belangrijk elke factor is in een bepaalde situatie).
Factoren kunnen zijn: leeftijd, ontwikkelende vermogens en specifieke kwetsbaarheden. Hierna wordt de
impact van een gekozen oplossing voorspeld: positief en negatief. Bij de beoordeling kan een multidisciplinair
team nodig zijn (bijv. psychologen, technologen) en het is belangrijk dat kinderen kunnen participeren.
In de evaluatiefase (/vaststellingsfase) wordt bepaald wat er nodig is om ervoor te zorgen dat de belangen van
het kind worden geïmplementeerd. Bijv. bij technologie moet er worden gekeken naar keuzes in design en in
hoeverre dit bijdraagt aan het welzijn van kinderen of juist kinderen in een onveilige situatie brengt. Ook
moet er voor wettelijke garanties worden gezorgd, zoals gedragscodes, transparantie en participatie.
Private sector. Naast de overheid hebben ook bedrijven de verantwoordelijkheid om de rechten en belangen
van het kind te respecteren. Bedrijven ontwikkelen apps, games en technologie en dienen de belangen van
het kind hierbij mee te nemen. Dit gebeurt direct door implementatie en indirect door de naleving van wetten
Pagina 3 van 22