College 1
Basisprincipes
Bij motorisch gedrag zijn altijd motorneuronen betrokken
Motorneuronen zijn multipolaire neuronen
- Cellichaam
- Veel afferenten
- 1 axon met axonterminalia die eindigen op meerdere spiervezels
o 1 spier wordt dus aangestuurd door meerder motorneuronen
Waar liggen de motorneuronen?
- Hersenstam
- Ruggenmerg
Sensorische neuronen (unipolair, pseudounipolair of bipolair) kunnen de motorneuronen activeren
via interneuronen
- Interneuron kan binnen een nucleus liggen
- Interneuron die projecteert naar andere gebieden/nuclei: baan, tractus, lemniscus
Inhibitie:
Motorneuronen zijn altijd
exciterend naar de spieren
Axonen van motorneuronen kruizen
niet naar de andere kant van het
lichaam/CZS (behalve bij nucleus
trochlearis )
Premotor interneuron is het laatste
interneuron voor de motorneuron
Een inhiberend premotor
interneuron zorgt ervoor dat er
,geen activatie zal zijn naar de spier toe
Interneuronen kunnen wel kruisen of dubbelkruisen (heen en terug)
- Hersenen/hersenstam: Corpus callosum, adhesio interthalamica, commisura posterior
(motorneuronen throchlearis), pretectum, commisura anterior
- Ruggenmerg: commisura alba anterior (alle niveaus)
Door convergentie en divergentie komen er veel axonen aan op 1 motorneuron. Om te bepalen
of/welke activatie er plaatsvindt is er sprake van temperospatiële optelling:
- Spatiële hiërarchie: hoe dichter de synaps bij het cellichaam ligt, hoe meer invloed deze
uitoefent
- Temporele hiërarchie: moment van aankomst van actipotentialen ten opzichte van elkaar is
belangrijk
College 2
Zenuwen
Innervatie aangezicht
- Motorisch: n. facialis
- sensibel: n. trigeminus
o n. optothalmicus (V1)
o n. maxillaris (V2)
o n. mandibularis (V3)
Innervatie achterhoofd/hals
- motorisch: spinale wortels C2, C3 en C4
- sensibel: spinale wortels C2, C3, en C4
Innervatie lichaam
- motorisch: radix anterior (ventraal) van de spinale wortels
- sensibel: radix posterior (dorsaal) van de spinale wortels
,Innervatie arm/hand
- spinale wortels C5-T1 → plexus brachialis → via
de scalenuspoort → 5 nervi
- n. axillaris
o Verloop: in de okselholte (axilla)
o Motorisch: m. deltoideus → abductie art.
humerus
o Sensorisch: schoudergebied (lateraal)
- n. musculocutaneus
o Verloop:
▪ bovenarm: ventraal tussen m.
biceps brachii en m. brachialis
▪ onderarm: ventraal, alleen kleine sensibele takjes
o Motorisch: m. coracobrachialis, m. biceps brachii, m. brachialis → anteflexie art.
humeri, flexie art. cubiti
o Sensorisch: onderarm ventraal
- n. radialis
o Verloop:
▪ Bovenarm: via mediaal naar dorsaal
▪ Elleboog: dorsaal diep
▪ Onderarm: dorsaal diep
▪ Pols/hand: dorsaal (oppervlakkig, alleen sensibel)
o Motorisch: spieren dorsaal → supinatie art. radioulnaris, extensoren art. cubiti,
dorsaalflexoren art. Manus, extensoren vingers
o Sensorisch: dorsal (beetje lateraal) hand, onderarm en stukje bovenarm
- n. medianus
o Verloop:
▪ Bovenarm: ventraal
▪ Elleboog: ventraal in mediaan
▪ Onderarm: ventraal
▪ Pols: ventraal in mediaan
▪ Hand: ‘boog’ vanaf duimzijde
o Motorisch: spieren lateroventraal in de onderarm → pronatie, palmairflexoren art.
manus (lateraal), flexoren vingers (lateraal), flexoren en abductoren duim
o Sensorisch: palmzijde duim, (topjes) wijsvinger en middelvinger en helft ringvinger +
laterale deel handpalm
- n. ulnaris
o Verloop:
▪ Bovenarm: mediaal
▪ Elleboog: doorsaal langs epicondylus medialis
▪ Onderarm: ventraal (mediaal)
▪ Pols: ventraal door carpale tunnel
▪ Hand: ‘boog’ vanaf pinkzijde
o Motorisch: spieren medioventraal in de onderarm → palmairflxoren art. manus
pinkzijde, flexoren vingers pinkzijde, ab- en adductoren vingers, adductor duim
o Sensorisch: pink en helft ringvinger
, Innervatie nek/romp
- Motorisch: n. accesorius + spinale wortels cervicaal, thoracaal en lumbaal (segmentaal)
- Sensorisch: spinale wortels cervicaal, thoracaal en lumbaal (segmentaal)
Innervatie been
- Spinale wortels L2-S3 → plexus lumbosacralis → 5 nervi
- Veel oppervlakkige takken
- n. gluteus superior
o Verloop: direct naar m. gluteus medius en m. gluteus minimus
o Motorisch: abductoren art. coxae
o Sensorisch: bilgebied
- n. gluteus inferior
o Verloop: direct naar m. gluteus maximus
o Motorisch: retroflexie art. coxea
o Sensorisch: bilgebied
- n. femoralis
o Verloop: ventraal in het bovenbeen
o Motorisch: m. quadriceps → anteflexie art. coxae, extensie art. genus
o Sensorisch: ventromedial bovenbeen, onderbeen en voet
- n. obturatorius
o Verloop: mediaal in het bovenbeen, (sensibele tak in onderbeen)
o Motorisch: adductoren art. coxae
o Sensorisch: liesgebied
- n. ischiadicus + aftakkingen
o Verloop:
▪ Bovenbeen: dorsaal
▪ Onderbeen/voet: dorsaal en ventraal
o Motorisch: alle overige functies
o Sensorisch: alle overige gebieden
Verklaring sensibiliteit