100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Mens & Organisatie €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Mens & Organisatie

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

H1 tm H10 samengevat van het boek Mens & Organisatie.

Voorbeeld 4 van de 43  pagina's

  • 2 juni 2021
  • 43
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (16)
avatar-seller
sterrederoos
Samenvatting - Mens & Organisatie
Hoofdstuk 1 - Individu en organisatie
● Gedrag = Waarneembare handelingen van mensen.
→ Verklaren, voorspellen en beïnvloeden van gedrag.
● Motivatie = Het totaal van beweegredenen of motieven dat op een bepaald
ogenblik werkzaam is binnen een individu. Die motieven kunnen leiden tot de
bereidheid om bepaalde inspanningen te verrichten.

Motivatie wordt bepaald door:
- Interne krachten (behoeften)
- Externe krachten (situatie)
- Betekenisgeving aan situatie en behoeften

Interne krachten
Theorie van Maslow
→ Gaat ervan uit dat aan het gedrag van alle mensen een vijftal behoeften ten
grondslag ligt. Dit zijn de volgende behoeften:
1. Fysiologische behoeften: Hierbij gaat het om de behoefte aan zaken die nodig
zijn om in leven te blijven.
2. Veiligheidsbehoeften: Hierbij gaat het om de behoefte aan veiligheid,
zekerheid en bescherming.
3. Sociale behoeften: Hierbij gaat het om de behoefte aan sociaal contact, aan
vriendschap, liefde en ergens bij horen.
4. Erkenningsbehoeften: Hierbij gaat het om de behoefte aan waardering en
respect door anderen, aan achting en status.
5. Zelfactualiseringsbehoeften: Hierbij gaat het om de behoefte aan kennis,
waarheid en wijsheid om tot zelfontplooiing of persoonlijke groei te komen.

,Twee uitgangspunten:
1. Deprivatie van behoeften leiden tot activatie. Wanneer er sprake is van een
tekort (deprivatie), een onbevredigde behoefte, zal de mens in beweging
komen (activatie). De kracht van de activatie zal afhankelijk zijn van de mate
van deprivatie.
→ Eerste vier behoeften zijn deficiëntie behoeften, hier is dus sprake van
deprivatie.
2. Behoeften zijn hiërarchisch geordend. Maslow is van mening dat er een vaste
ordening is in behoeften. Deze ordening is bij alle mensen hetzelfde. Deze
gaan dus van onder naar boven in de piramide.

Theorie van Alderfer
→ ERG - theorie, met drie soorten behoeften.
1. Existentiële behoeften: Dit is de behoefte aan materiële zekerheid.
Vergelijkbaar met fysiologische en veiligheidsbehoeften.
2. Relationele behoeften: Dit is de behoefte aan goede relaties met andere
mensen, en aan liefde en vriendschap. Mensen willen graag ergens bijhoren
en streven naar waardering, erkenning en status. Vergelijkbaar met Maslows
sociale en erkenningsbehoeften.
3. Groeibehoeften: Dit is de behoeften aan persoonlijke groei, aan
mogelijkheden om zichzelf te ontplooien. Vergelijkbaar met Maslows
zelfactualisering behoefte. De behoefte aan zelfrespect wordt door Alderfer
wel bij de groeibehoeften gerekend, bij Maslow is dit erkenningsbehoeften.

Alderfer gaat ervanuit dat verschillende soorten van behoeften tegelijkertijd
aanwezig kunnen zijn. Er is geen vaste volgorde of vaste hiërarchische ordening.

Theorie van McClelland
→ Ieder individu ontwikkelt in de eerste levensjaren een eigen behoefteprofiel. In
zo’n profiel is een behoefte dominant aanwezig en deze dominante behoefte bepaalt
de gerichtheid van de persoon, onafhankelijk van de situatie waarin die persoon zich
bevindt. Er bestaan drie behoefteprofielen:
1. Prestatiebehoefte: Als deze behoefte dominant is, zullen mensen vooral
gericht zijn op het leveren van goede prestaties.
2. Machtsbehoefte: Mensen bij wie deze behoefte dominant is, streven naar
invloed en controle over anderen.
3. Affiliatiebehoefte: Als deze behoefte dominant is, zijn mensen gericht op het
scheppen van goede relaties met anderen.

● Wet van Effect = De gevolgen van een handeling bepalen of iemand de
neiging heeft om die handeling te herhalen of juist achterwege te laten.
● Stimuli = De kenmerken van de gevolgen van een bepaalde handeling.

, ● Trekkende kracht = Mensen kunnen gedrag vertonen omdat dat wordt
uitgelokt door de situatie.
● Duwende kracht = Mensen kunnen gedrag vertonen door hun behoeften.

Verwachtingstheorie door Vroom
→ Hierin is het overwegingsproces om tot bepaald gedrag te komen beschreven.
1. Het verband tussen inspanning en prestatie. Dit is de ingeschatte kans dat
een bepaalde inspanning leidt tot goede prestaties.
2. Het verband tussen prestaties en opbrengsten. Dit is de mate waarin iemand
gelooft dat goede prestaties daadwerkelijk zullen leiden tot gewaardeerde
opbrengsten. Soms is dat verband duidelijk omdat er sprake is van een helder
beloningssysteem.
3. De waarde van de opbrengsten die bepaalde inspanningen met zich
meebrengen.

Het gaat vooral om subjectieve overwegingen en inschattingen. Daarbij spelen twee
zaken een rol:
1. De mate waarin een redelijke verhouding is tussen inspanning en
opbrengsten (billijkheid).
2. De mate waarin men zich in staat acht om tot goede prestaties te komen
(zelfbeeld).

Attributietheorie van Vroom en Kelley
→ Verklaart waarom mensen zich willen inspannen.
● Attribueren = Een proces waarin mensen proberen te achterhalen wat de
oorzaken zijn van hun eigen gedrag en het gedrag van anderen.
In het bepalen van de oorzaak van hun falen of slagen letten ze op de volgende
zaken:
- Of ze vaak in dezelfde situatie falen of slagen. Daarmee kunnen ze
vaststellen of het om een vast patroon gaat, of dat het slechts incidenteel
gebeurt.
- Of anderen in dezelfde situatie falen of slagen. Als anderen dezelfde fouten
maken, dan zal het wel door de omstandigheden komen.
- Of ze in veel situaties falen of slagen.

● Interne attributie = Komt iemand tot de conclusie dat hij de enige is die het
fout of juist goed doet en dat dit vaak het geval is, dan zal hij de oorzaak bij
zichzelf zoeken.
● Externe attributie = Als mensen hun slagen of falen toeschrijven aan de
omstandigheden.
● Zelfbeeld = Bestaat uit de eigenschappen die mensen aan zichzelf
toekennen.

, ● Zelfdienende vertekening = Ze hebben de neiging om selectief te werk te
gaan en positieve zaken eerder aan zichzelf toe te schrijven en negatieve
zaken aan de omgevingsfactoren.
● Fundamentele attributiefout = Deze fout ontstaat omdat mensen de neiging
hebben om de oorzaken van gedrag bij andere personen eerder toe te
schrijven aan de eigenschappen van die persoon, dan aan de
omstandigheden.

● Werkintrinsieke motieven = Deze hebben te maken met de uitdaging die er
van het werk zelf uitgaat en met het plezier in het werk.
● Werkextrinsieke motieven = Deze hebben te maken met de opbrengsten die
daarmee verkregen worden.

● Persoonlijkheid = Het patroon van karakteristieke gedachten, gevoelens en
gedragingen waarmee de ene persoon zich van de andere persoon
onderscheidt en dat relatief constant blijft in de tijd en in verschillende
situaties.

Big Five van Goldberg
→ Een internationaal bekende persoonlijkheidstest, die veel gebruikt wordt om
iemands persoonskenmerken vast te stellen. Deze test kent vijf dimensies:
1. Extraversie (de expressieve stijl): Aan de ene kant van deze dimensie staan
extraversie en aan de andere kant staan introversie. Extraverte mensen zijn
spraakzaam, spontaan en uitbundig. Introverte mensen zijn gesloten en
zwijgzaam.
2. Vriendelijkheid (de interpersoonlijke stijl): Aan de ene kant van deze dimensie
staan vriendelijkheid en aan de andere kant staat ik-gerichtheid en
onvriendelijkheid. Vriendelijke mensen zijn gericht op behoeften en belangen
van andere mensen. Onvriendelijke mensen drijven hun zin door en kappen
gesprekken af.
3. Zorgvuldigheid (de werkstijl): Aan de ene kant van deze dimensie staat
zorgvuldigheid en aan de andere kant staat gemakzucht.
4. Emotionele stabiliteit (de emotionele stijl): Aan de ene kant van deze dimensie
staat emotionele stabiliteit en aan de andere kant staat emotionele
instabiliteit.
5. Openheid voor ervaringen (de intellectuele stijl): Aan de ene kant van deze
dimensie staan mensen die openstaan voor ervaringen en aan de andere
kant staan mensen die zich afsluiten voor nieuwe ervaringen.

● Attitude = Een redelijk stabiele houding die iemand heeft ten opzichte van
andere mensen, gedragingen, objecten of ideeën.
● Cognitieve overwegingen = Als Duncan de voor- en nadelen van carpoolen
op een rijtje zet.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sterrederoos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
  Kopen