Dit oefententamen bestaat uit 11 vragen. Van deze vragen zijn er 10 meerkeuze en
1 open vraag. Je kunt voor dit tentamen 30 punten behalen.
Je cijfer = aantal behaalde punten/ 3
Per 1 januari 2020 is de voorraad handelsgoederen € 50.000, per 31 december
2020 is deze voorraad € 80.000. In 2020 wordt voor € 400.000 aan handelsgoederen
verkocht. Op de goederen wordt een winstmarge van 10% van de verkoopprijs
gemaakt. Per 1 januari 2020 is de post crediteuren in de balans € 30.000 en per 31
december 2020 is dit bedrag € 10.000.
1. Welk bedrag wordt in het kasstroomoverzicht over 2020 volgens de directe
methode als ‘Betalingen aan leveranciers’ opgenomen? 1pt
a. € 430.000
b. € 410.000
c. € 420.000
d. € 380.000
2. Welke uitspraak is juist? 1pt
a. Nominalisme en substantialisme rekenen met fysieke
vermogensinstandhouding.
b. Nominalisme en handhaving van de koopkracht van het eigen vermogen
rekenen met fysieke vermogensinstandhouding.
c. Nominalisme en handhaving van de koopkracht van het eigen vermogen
rekenen met financiële vermogensinstandhouding.
d. Nominalisme en substantialisme rekenen met financiële
vermogensinstandhouding.
Bij de oprichting per 1 januari 2020 bedroeg de voorraad handelsgoederen van een
onderneming 10.000 kg, op die datum gekocht voor € 10 per kg. Bij de oprichting
waren er geen andere bezittingen; er is geen vreemd vermogen. In 2020 vinden de
volgende transacties contant plaats:
Februari verkoop 7.000 kg á € 18
April inkoop 5.000 kg á € 11
Augustus inkoop 3.000 kg á € 12,50
Oktober verkoop 4.000 kg á € 20
Van bedrijfskosten wordt afgezien.
3. Hoeveel bedraagt de winst over 2020 op basis van fifo? 1pt
a. € 95.000
b. € 105.000
c. € 100.000
d. € 90.000
1
, Oefententamen Financial Accounting 2
In tijden van prijsstijging levert toepassing van het historisch kostenstelsel een
andere winst op dan toepassing van het vervangingswaardestelsel.
4. Waaraan is het winstverschil tussen beide stelsel gelijk? 1pt
a. Aan het bedrag op de herwaarderingsreserve aan het einde van de periode.
b. Aan het verschil in waardering van de activa per het einde van de periode.
c. Aan de aan het einde van de periode nog ongerealiseerde herwaardering.
d. Aan de in de periode gerealiseerde herwaardering.
5. Welke stelling is juist? 1pt
a. De problematiek van de instandhoudingsdoelstelling wordt door het moderne
nominalisme verlegd van de winstbestemming naar de winstbepaling.
b. Bij het moderne nominalisme worden voorraadresultaten niet tot de winst
gerekend.
c. Het moderne nominalisme is binnen de voorschriften van de IASB, de RJ en
de Nederlandse wet als zodanig niet toegestaan.
d. Het moderne nominalisme leidt in tijden van prijsstijging tot een lagere
waardering van de activa dan het vervangingswaardestelsel.
6. Welke waarderingsmethode van kapitaalbelangen is gebaseerd op de
waardering van de achterliggende activa en verplichtingen? 1pt
a. Aanschafprijs
b. Reële waarde
c. Nettovermogenswaarde
d. Actuele waarde
7. Wanneer is een kapitaalbelang een lucky buy? 1pt
a. Als de aankoopprijs lager is dan de nettovermogenswaarde.
b. Als de goodwill positief is.
c. Als de aankoopprijs hoger is dan de nettovermogenswaarde.
d. Als de toekomstverwachtingen van de deelneming positief zijn.
8. Welke stelling is juist? 1pt
a. Groepsmaatschappijen waarvan de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen
is op het geheel, moeten van de wet buiten de consolidatie gehouden worden.
b. Een groepshoofd die een geconsolideerde jaarrekening opmaakt en haar
financiële gegevens opneemt in die geconsolideerde jaarrekening, mag van
de wet haar enkelvoudige resultatenrekening in verkorte vorm opstellen.
c. Een groep waarvan de geconsolideerde cijfers de grenzen van een
middelgrote rechtspersonen niet overschrijden, is door de wet altijd vrijgesteld
van het opmaken van een geconsolideerde jaarrekening.
d. Een groepsmaatschappij, die in de consolidatie wordt betrokken, wordt door
de wet vrijgesteld van het publiceren haar enkelvoudige jaarrekening, mits de
accountant daarmee akkoord gaat.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper henkkees. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.