100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Collegeaantekeningen Testtheorie €3,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Collegeaantekeningen Testtheorie

 40 keer bekeken  3 keer verkocht

Uitgebreide, overzichtelijke en complete aantekeningen van het vak Testtheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen (Pedagogische Wetenschappen jaar 2), geschreven in collegejaar 2020/2021

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • 2 juni 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • M. paap
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (15)
avatar-seller
lidewijzilverberg
Aantekeningen Testtheorie
Hoorcollege 1: Testen en tests 14-4-2021
Globale inhoud vak
 Wat zijn testen? Bouwstenen?
 Waarvoor?
 Hoe kan je de kwaliteit bepalen van test/meting?
 Richtlijnen voor constructie?
 Theoretische opvattingen?
 In welke situaties is testen zinvol?

Onderwerpen van college 1
 Historische ontwikkeling van het testen (H1)
 Test: definitie, kenmerken, toepassingen (H2)
 Test: indelingen, onderscheidingen en begrippen (H3)

Leerdoelen college 1
 Student is in staat om ..
o Uit te leggen (te herkennen) hoe het gebruik van tests zich in de loop der jaren heeft
ontwikkeld.
o De definitie en kenmerken van een test te benoemen en herkennen.
o Testen in te delen en te vergelijken op basis van indelingen naar testgedrag.

Testen
 Meten van eigenschappen van mensen
 Tests, proeven, vragenlijsten
 Verschillende vormen en afnames
 Wetenschappelijke benadering

Nut van testen
 Maatschappelijk
o Diagnose stoornissen, leer/onderwijsproblemen
 Voorbeeld klaspraktijk
 Freek uit groep 3 lijkt niet zo goed mee te kunnen met lezen. Zijn leerkracht heeft al
van alles geprobeerd. Niets lijkt te helpen. Wat is er aan de hand? Lage
intelligentie? Dyslexie?
o Counseling
 Bv. beroepskeuzetest
o Schoolvorderingen
 Bv. Cito-LOVS (cito volgsysteem, om het half jaar testen op de basisschool om
zicht te krijgen op ontwikkeling)
 Voorspellen, plaatsing, toelating en selectie
o Voorspellen: hoe gaat het verder met dit kind
o Plaatsing, toelating en selectie voor volgende vormen van onderwijs
 Bv. Cito-eindtoets
 Bv. centrale examens vo

Onderzoek
 Vergelijking tussen groepen
o Is er een verschil tussen jongens en meisjes wat faalangst betreft?
 Relatie tussen variabelen
o Is er een verband tussen de mate waarin leerkrachten zich persoonlijk verantwoordelijk
voelen voor hun onderwijs en de mate waarin ze in hun klas de focus leggen op leren of op
presteren?

,Testconstructie en kwaliteitsbepaling
 Wat willen we meten en waarom?
o (construct - bv. motivatie, intelligentie, ordelijkheid, schoolprestaties, enz.; doel ….)
o Waarom: selecteren, inzicht in kind, diagnose, wetenschappelijk onderzoek
 Hoe kunnen we dit operationaliseren in vragen, opgaven, uitspraken?
 Wat is de relatie tussen de delen (de vragen/items) en het geheel?
 Kwaliteit (doel, construct, betrouwbare meting)
o Kwaliteit van de toets hangt af van het doel van de toets, het begrip dat je in kaart
probeert te brengen en de betrouwbaarheid (krijg je twee keer dezelfde uitslag als je
twee keer hetzelfde kind test)

Historie Testtheorie in 4 perioden
1. Periode tot Binet-Simon-test
2. Binet-Simon-test – WO 1
3. WO 1 – WO 2
4. Begin WO 2 - heden

Periode tot Binet-Simon-test
 Psychiatrie
o Testen werden alleen gebruikt in de psychiatrie (bv. zwakzinnigheid)
o Psychiaters wilden duidelijk maken dat het niet ging om slechte mensen maar mensen
met een psychiatrische afwijking, dit had ook invloed op de behandeling
 Experimentele psychologie (Wundt)
o Door experimenten eigenschappen van mensen in kaart proberen te brengen
o Niet iedereen reageerde hetzelfde op de tests, waardoor de testen niet betrouwbaar
waren  verschillen tussen mensen werden gezien als ruis die het moeilijk maakten om
eigenschappen in kaart te brengen
 Genetica (Galton)
o Individuele verschillen
 Verschillen tussen mensen zijn geen ruis of verstoringen, maar interessante
individuele verschillen
o Systematisering van technieken (generalisatie conclusies)
 Om individuele verschillen in kaart te brengen, testen moeten gesystematiseerd
afgenomen worden om conclusies te kunnen generaliseren
o Afwijkingen van het gemiddelde (statistische testen)
 Toeval uitsluiten van systematische verschillen
o Tegelijkertijd met Galton komt ook Pearson op, die wilde weten of twee eigenschappen
samenhangen (correlatie)
 Aanloop tot ontwikkeling testtheorie, weinig complexe vaardigheden

Alfred Binet – Tot Wo 1
 Binet – Simon (1904):
o Vraag om test om bij kinderen die het niet goed deden op school te onderzoeken of het
een gebrek aan vermogen of een gebrek aan inspanning was (kan het kind niet of wil het
kind niet?)
 Test om intellectuele vermogens van kinderen te onderzoeken
o Complexe opgaven
o Via empirisch onderzoek  moeilijkheidsgraad
 Patronen in antwoorden op vragen, sommige vragen waren moeilijker dan
andere
 Onderscheid tussen kinderen die wel en niet de moeilijke opgaven
konden
o Werken met een totaalscore, begrip mentale leeftijd
 Stern: mentale leeftijd vergelijken met kalender leeftijd

, o Iemand kan voorlijk of achterlijk zijn (geestelijk ouder/jonger dan lichamelijke leeftijd)
 Terman: Stanford-Binet
o Formuleren van standaardinstructies
 Hoeveel tijd, testsituatie, rol van testleider, scores
o Normen gebaseerd op representatieve steekproef
 Op basis van representatieve steekproef een normale verdeling, op basis
daarvan normen (wanneer scoor je wel en niet goed)
o (mentale lft / kalender lft) x 100 = IQ
 Alleen individu
o Deze onderzoekers waren met name geïnteresseerd in het individu
 Geen valideringsonderzoek
o Samenhang tests met latere prestaties
o Selecteren/wegen nog niet van toepassing

WO 1 – WO 2
 Door nood aan selectie van personeel voor leger WO  testen in stroomversnelling
o Snel testen om te weten voor welke positie in het leger iemand geschikt is op basis van
cognitieve capaciteiten
 Na WO 1:
o Europa: individuele diagnostiek, later ook collectief
o VS: collectief testen, migrantenprobleem  niet-verbale testen
 Veel mensen kunnen geen testen doen waarbij veel taal wordt gebruikt, daarom
ook niet-verbale testen (zoals ruimtelijk inzicht)
o Engeland: tussenpositie, aandacht voor objectief evalueren van schoolprestaties
(Multiple Choice test)
 Gebruik test ging voor theorie
o Ging meer om praktisch gebruik dan wetenschappelijk nut van tests
 Thurstone (1931):
o Focus op betrouwbaarheid en criteriumvaliditeit  test gedrag buiten de testsituatie
voorspellen
 Op zoek naar generalisatie en voorspellen met de test
o Factoranalyse (verderop in de cursus)
 Dimensionaliteit van begrippen onderzoeken (bv. gekristalliseerde vs. fluïde
intelligentie)

Begin WO 2 – heden
 Het aantal testen nam toe, aandacht voor methodologie
o Betrouwbaar meten van eigenschappen
 Educational Testing Service (Amerika) – 1947
o Evalueren van het onderwijs – onderwijskundig meten
 Vorderingen van leerlingen in het onderwijs in kaart brengen
o Fundamenteel psychometrisch onderzoek
 Waarom brengen sommige testen eigenschappen beter in kaart dan andere?
Misschien andere theorieën/modellen aan de basis
 NIP stelt COTAN in – 1959
o NIP: Nederlands Instituut voor Psychologen
o COTAN: Commissie Testaangelegenheid Nederland
 Keurmerkinstituut, de commissie bepaalt of de test voldoet en als de test het
keurmerk niet krijgt, mag de test niet afgenomen worden
o Kijkt of tests voor onderwijspraktijk voldoen aan betrouwbaarheid, validiteit en
onderwijskundige achtergrond
 Cito – 1968
o Schoolvorderingen in kaart brengen
 Introductie computer en adaptief toetsen

, o Testen afnemen met computer
o Adaptief toetsen: niet ieder kind maakt dezelfde toets
 Ieder kind begint met dezelfde opgaven, naar aanleiding daarvan maken
kinderen moeilijkere testopgaven of makkelijkere testopgaven

Definitie van het begrip ‘Test’ korte versie
 “Een systematisch onderzoek van gedrag met behulp van speciaal geselecteerde vragen of
opgaven, met de bedoeling inzicht te krijgen in een psychologisch kenmerk van de onderzochte in
vergelijking met anderen”

Kenmerken test
1. Efficiëntie
2. Standaardisatie




3. Normering (verderop in de cursus – het kunnen vergelijken van de geteste persoon met relevante
anderen)
4. Objectiviteit
a. Resultaat van het onderzoek is onafhankelijk van degene die de gegevens verzamelt of
uitwerkt
5. Betrouwbaarheid (HC 3)
6. Validiteit (HC 4)

Objectiviteit
Schalen
 Nominaal: ongeordend categorieën. Bv. Man/vrouw.
 Ordinaal: Geordende categorieën, maar ongelijke afstanden. Bv. Mild, matig, ernstig.
 Interval: Geordende categorieën, gelijke afstanden. Graden celsius. Bij > 3 categorieën van een
ordinale schaal wordt het vaak als interval benaderd.

2 beoordelaars, 20 patiënten, 2 categorieën (wel ADHD, geen ADHD).




Nominale schaal: kappa (κ )
 Kappa bestaat uit
o Een proportie geobserveerde overeenstemming Po en
o Een proportie verwachtte overeenstemming Pe

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lidewijzilverberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  3x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd