Samenvatting gezondheidspsychologie hoofdstuk 1 t/m 7
Hoofdstuk 1: wat is gezondheid?
1.1 wat is gezondheid? Veranderde perspectieven
Gezondheid heeft lichamelijke en geestelijke aspecten. Van oudsher hebben mensen een relatie gezien
tussen geest, god(en) en fysieke gesteldheid.
Bij archeologische vondsten van menselijke skeletten uit het stenen tijdperk werden in sommige schedels
kleine, goed begrensde gaatjes aangetroffen. Deze worden toegeschreven aan het geesten vrij te laten.
Geesten zouden het lichaam vanuit de buitenwereld binnendringen en ziekte veroorzaken.
Een vergelijkbaar vroege interpretatie van ziekte is te vinden in oude Hebreeuwse teksten (1000-300 voor
Christus): ziekte zou een straf van de goden zijn.
1.1.1 relatie tussen lichaam en geest
Hippocrates, een Griekse arts uit de Oudheid (circa 460-377 voor Christus), schreef ziekte toe aan een
verstoord evenwicht tussen vier circulerende lichaamsvloeistoffen, de zogenoemde humores: gele gal,
slijm, bloed en zwarte gal. Gedacht werd dat de vier humores bij gezonde personen in evenwicht waren
en dat ziekten optraden als dit evenwicht door externe ‘pathogenen’ werd verstoord.
Slijm winter (koud-nat)
Bloed voorjaar (nat-warm)
Zwarte gal herfst (koud-droog)
Gele gal zomer (warm-droog)
Hippocrates beschouwde lichaam en geest als een eenheid. Om die reden dacht men dat de hoeveelheid
van de verschillende lichaamsvloeistoffen in verband stond met typen persoonlijkheden:
Te veel:
Gele gal cholerisch of boosaardig temperament
Zwarte gal droefenis
Bloed een optimistische of sanguine persoonlijkheid
Slijm kalm of flegmatisch temperament
Genezing bestond uit pogingen om de humores opnieuw in balans te brengen via aderlaten, vasten een
speciaal dieet of door geneesmiddelen.
Door het innemen van ontbrekende stoffen zou een disbalans gecompenseerd kunnen worden.
Dit standpunt werd ook gedeeld door Galenus, een invloedrijke Griekse arts in het oude Rome. Galenus
dacht dat er een lichamelijke of pathologische basis was voor alle ziekten (lichamelijk en geestelijk). Hij
geloofde dat de vier lichamelijke humores ten grondslag lagen aan de vier temperamenten en dat deze
temperamenten bijdroegen aan het krijgen van specifieke ziekten.
Er werd niet gedacht dat de geest zelf een rol speelde in de etiologie van ziekten.
Etiologie de oorzaak van een ziekte
,Tijdens de vroege middeleeuwen verloren de theorieën van Galenus terrein en raakten ideeën over
gezondheid steeds meer verbonden met geloof en spiritualiteit. In deze tijd werd ziekte gezien als de straf
van God voor vergrijpen of als het gevolg van kwade geesten die de ziel binnendrongen. Gedacht werd
dat de mens als individu weinig controle had over zijn gezondheid, terwijl priesters, met het hun
toegedichte vermogen om de gezondheid te herstellen door demonen uit te drijven, die de controle wél
hadden. Algemeen werd gedacht dat lichaam en geest samenwerkten of op zijn minst in samenhang
functioneerden. Het verbod op wetenschappelijk onderzoek, zoals ontleding, beperkte de medische
vooruitgang in inzicht, waardoor geestelijke en mystieke verklaringen voor ziekte overheersten.
Theorie een algemene aanname of aannamen over een aspect van de wereld waarin we leven of over
de mensen in die wereld die al dan niet door bewijs wordt ondersteund.
De religieuze gezichtspunten hielden stand tot de vroege veertiende en vijftiende eeuw toen een periode
van ‘wedergeboorte’, de renaissance, begon. Tijdens deze renaissance werd het individuele denken
belangrijker en werd het religieuze perspectief één van de vele.
In het begin van de zeventiende eeuw stelde René Descartes, dat lichaam en geest afzonderlijke
entiteiten waren. Descartes stelde tevens dat er interactie mogelijk was tussen de twee ‘domeinen’,
hoewel er aanvankelijk slecht beperkt inzicht was in de wijze waarop interacties tussen lichaam en geest
konden plaatsvinden.
Dualisme het idee dat lichaam en geest afzonderlijke eenheden zijn (vergelijk met Descartes)
De geest wordt hierbij beschouwd als ‘niet-materieel’ niet objectief of zichtbaar
en het lichaam als ‘materieel’ opgebouwd uit mechanisch ‘materiaal’
Volgens het dualistisch denken zijn het materiële en het niet-materiële onafhankelijk van elkaar.
Gedacht werd dat de veronderstelde communicatie tussen lichaam en geest onder controle stond van de
pijnappelklier (epifyse) in de tussenhersenen, maar het mechanisme van deze interactie was onduidelijk.
Dualisten ontwikkelden het idee van het lichaam als machine (een mechanistisch standpunt), dat alleen
kon worden doorgrond in termen van zijn onderdelen (moleculair, biologisch, biochemisch, genetisch) en
waarbij inzicht in ziekten werd verkregen via het bestuderen van cellulaire en fysiologische processen.
Tijdens deze eeuwen werd de behandeling technischer, meer gericht op diagnostiek en op de beschikbare
lichamelijke bewijzen. Deze benadering gaat uit van een biomedisch ziektemodel.
Mechanistische benadering een benadering die het gedrag reduceert tot het niveau van het orgaan of
de lichamelijke functie. Geassocieerd met het biomedisch ziektemodel.
1.1.2 biomedisch ziektemodel
in het biomedisch ziektemodel wordt gezondheid gedefinieerd als afwezigheid van ziekte.
Biomedisch ziektemodel (diagnose-receptmodel) de opvatting dat ziekten en symptomen een
achterliggende fysiologische verklaring hebben en dat daarmee ook genezing mechanistisch en rechtlijnig
werkt.
,Aangenomen wordt dat het wegnemen van de oorzaak van de ziekte zal leiden tot het verdwijnen van de
symptomen en dus herstel van de gezondheid. De aanname is dat de symptomen het gevolg zijn van een
ziekte die zijn oorsprong hetzij buiten het lichaam heeft of via inwendige veranderingen.
Het biomedische model wordt reductionistisch genoemd: het reduceert de geest, het lichaam en het
menselijk gedrag tot lichaamscellen of tot neurale of biochemische activiteit, en verklaart problemen ook
alleen op dit niveau. Het reductionisme negeert daarmee dat verschillende mensen op verschillende
wijzen kunnen reageren op eenzelfde ziekte, omdat ze verschillen in persoonlijkheid, cognitie, sociaal
ondersteuningsnetwerk of culturele aannamen.
1.1.3 vraagtekens bij dualisme: psychosociale modellen voor gezondheid en ziekte
de rol van de ‘geest’ bij de manifestatie van en de reactie op ziekte is cruciaal voor het bevorderen van
ons inzicht in de complexe aard van gezondheid en ziekte.
Naarmate ons inzicht in de bidirectionele relatie tussen lichaam en geest toenam, verloor het dualistisch
denken terrein.
Sigmund Freud heeft het probleem van lichaam en geest opnieuw gedefinieerd als een probleem van
‘bewustzijn’.
Hij postuleerde het bestaan van een ‘onbewuste geest’ die zichtbaar werd bij een aandoening die hij
‘conversiehysterie’ noemde.
Aangenomen werd dat onbewuste conflicten de lichamelijke aandoeningen ‘veroorzaakten’, met inbegrip
van verlamming en het verlies van gevoel bij sommige patiënten bij wie geen achterliggende lichamelijke
verklaring aanwezig was.
Freuds werk en onderzoek leidden uiteindelijk tot het ontwikkelen van de psychosomatische
geneeskunde.
1.1.4 biopsychosociaal ziektemodel
biopsychosociaal ziektemodel het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van
lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard.
Het model is door fysiotherapeuten gebruikt om de behandeling op het individu toe te spitsen door de
invloeden op het individu in samenspraak in kaart te brengen en een adequaat proces aan te gaan.
, Matcheld Huber (2012) (de positieve gezonheid) gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar
het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te
gaan en zo veel mogelijk eigen regie te voeren.
Voor het meten van gezondheid onderscheidt Huber lichaamsfuncties, mentale functies/beleving,
spiritueel/ existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks
functioneren. De ‘score’ is deels subjectief en deels feitelijk. Van belang bij deze opvatting is dat wordt
uitgegaan van wat mogelijk is.
Poisz, Carts en Lapré (2016) vinden de definitie veel te ruim. Zij maken in hun artikel onder andere een
onderscheid tussen gezondheid als toestand en gezondheid als gedrag.
Volgens de definitie van Huber kan een uitermate ziek iemand als gezond worden gezien als hij zich
constructief gedraagt en een gezond iemand die piekert als ongezond. Dat maakt het begrip gezond
onhelder.
Rademaker (2016) wijst op de overschatting van zieke mensen die de regie niet kunnen voeren. Veel
mensen zijn niet in staat om hun ziektemanagement te voeren.
1.5.5 gedrag, dood en ziekte
De stijging van de levensverwachting in de westerse wereld in de twintigste eeuw was mede het gevolg
van de vooruitgang van de medische technologie en verbeterde behandelingen.
dit leidde ertoe, dat algemeen werd geloofd dat de traditionele geneeskunde effectief was en het
vermogen had ziekten uit te roeien.
De introductie van geneesmiddelen, de toegenomen beheersing van besmettelijke ziekten via vaccinatie
en verbeterde sanitaire voorzieningen bieden verklaringen voor de stijging van de levensverwachting die
wereldwijd zichtbaar werd.