Kennisdoelen T&S I jaar 2
Kennisdoelen bij onderzoek van spraak en taalstoornissen (algemeen, TEST en FONO) en
behandeling van spraak- en taalstoornissen (CT en MT)
Kennisdoel 1: De student… beschrijft welke onderzoekinstrumenten en observatiemethoden
gebruikt kunnen worden om het niveau van verschillende aspecten (fonologie, semantiek, syntax,
pragmatiek) van de taalontwikkeling te kunnen bepalen en beschrijft van elke (sub)test welk
taalaspect gemeten wordt. Dit zijn:
Kennisdoel 2: De student … beschrijft van bovenstaande instrumenten: doelgroep, onderzochte
taaldomeinen & toepassingsmogelijkheden.
Observatie instrumenten:
Lexilijsten (lexilijst begrip)
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis
Taaldomein: receptief
Doelgroep: 1;3 – 2;1 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet de vroege taalontwikkeling van een kind
Lexilijsten (lexilijst Nederlands)
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis
Taaldomein: expressief
Doelgroep: 1;3 – 2;1 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet de vroege taalontwikkeling van een kind
CCC-2-NL
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis & pragmatiek
Taaldomein: receptief
Doelgroep: 4;0 – 15 jaar
Toepassingsmogelijkheden: vragenlijs die door de ouders of verzorgers worden ingevuld voor
onderzoek naar de communicatieve vaardigheden.
Let op! De standaardscores en percentielscores zijn andersom, dus een percentiel van 99 is slecht en
een percentiel van 1 is goed.
Ook moet je nooit een diagnose stellen adhv. De CCC
Normen:
ACS score boven 104 is aanwijzing voor communicatieve problemen.
SIS percentiel -10 of lager, dan liggen de structurele taalproblemen meer op de voorgrond dan de
pragmatische problemen.
Pragmatiekscore score hoger dan 53 is aanwijzing voor pragmatisch probleem.
Alle percentielen gelijk of groter dan 90 is een probleem!
NCDI
Taalaspecten: semantiek, syntaxis, morfologie
Taaldomein: receptief & expressief
Doelgroep: 0;8 – 2;6 jaar
Toepassingsmogelijkheden: Indruk krijgen van de taalmogelijkheden van het kind
,Beoordelingsformulier verstaanbaarheid (Casteel/ Burger)
Taalaspecten: fonologie & fonetiek
Taaldomein: /
Doelgroep: /
Toepassingsmogelijkheden: segmentele en suprasegmentele kenmerken van de spraak
ICS-NL
Taalaspecten: fonologie, pragmatiek
Taaldomein: expressief
Doelgroep: volwassenen en kinderen
Toepassingsmogelijkheden: meet de verstaanbaarheid
Gestandaardiseerde Testen:
Schlichting Test voor Taalbegrip
Taalaspecten: semantiek, syntaxis & morfologie
Taaldomein: receptief
Doelgroep: 2;0 – 7;0 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet het receptieve taalniveau van jonge kinderen
Schlichting Test voor Taalproductie-II
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie & pragmatiek
Taaldomein: expressief
Doelgroep: 2;0 – 7;0 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet de expressieve taalvaardigheid van jonge kinderen
CELF-Preschool
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie & pragmatiek
Taaldomein:
Doelgroep: 3;0 – 6;11 jaar
Toepassingsmogelijkheden: diagnose en evaluatie van taalproblemen
CELF-4 NL
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie & pragmatiek
Taaldomein: receptief & expressief
Doelgroep: 5;0 – 18 jaar
Toepassingsmogelijkheden: diagnose en evaluatie van taalproblemen
TAK
Taalaspecten: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie & pragmatiek
Taaldomein: (receptief) & expressief
Doelgroep: 4;0 – 9;0 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet de expressieve taalvaardigheden
Peabody
Taalaspecten: semantiek
Taaldomein: receptief
Doelgroep: 2;3 – 90 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet de receptieve woordenschat
,Nijmeegse Pragmatiektest
Taalaspecten: pragmatiek
Taaldomein: expressief
Doelgroep: 4;0 – 7;0 jaar
Toepassingsmogelijkheden: meet expressieve, pragmatische vaardigheden om taalgebruik
problemen adequaat te diagnosticeren
Kennisdoel 3: De student… omschrijft de begrippen standaardscores, standaarddeviaties,
centielscores, quotiëntscores, citoscores in de context van een taaltest.
Verschillende scores
- Ruwe score en standaardscore
- Standaardscores vergelijken de gegevens van 1 persoon met groep
o Standaarddeviatie
o Quotiëntscores
o Percentielscores
Ruwe score:
- Som aantal correcte items
- Levert geen informatie op over prestatie in
vergelijking met normgroep
Standaardscore:
- Wordt vanuit ruwe score berekend (tabel)
- Scores die behaald zijn door de normgroep
- Vergelijking met normgroep mogelijk
Standaarddeviatie afwijking van het gemiddelde
Tussen -1 standaarddeviatie en +1 standaarddeviatie is gemiddeld (68%)
Tussen 85 & 115 quotiënt is gemiddeld
85 quotiënt is -1 standaarddeviatie
Standaard score: Quotiënt score
- Quotiënt bij peabody, schlichtingtest voor taalproductie, schlichting test voor taalbegrip
- Dat is een verdeling waarvan het gemiddelde 100 is
- En de standsaarddeviatie 15
- In normtabellen lees je bij de ruwe score de quotiëntscore af
Standaardscore: quotiëntscore
- WBQ= woordbegripsquotiënt (peabody)
- WQ= woordquotiënt (schlichting taalproductie)
- ZQ= zinsquotiënt (Schlichting Taalproductie)
- TBQ = taalbegripsquotiënt (Schlichting Taalbegrip)
- TaalQ = algemene taalmaat op basis van TBQ, WQ en ZQ.
Standaardscore: Quotiëntscore Je hoeft maar 2 getallen te onthouden (15 en 100) en je kunt elke
Quotiëntscore interpreteren
Percentielscores Zeggen hoeveel mensen van de normgroep boven of onder je staan
, Percentielscores voorbeeld
Woordontwikkeling
Kind 3;9 jaar Ruwe score 7, WQ 55, percentielscore 0:
0 % van de kinderen (dat is 0 kinderen) van de normgroep van 3;9 jaar heeft 7 of lager gehaald
Ruwe score 26, WQ 102, percentielscore 55:
55 % van de normgroep van 3;9 jaar heeft 26 of lager gehaald
Leeftijdsequivalent
- De gemiddelde score van een leeftijdsgroep is de leeftijdsequivalente score
Je kunt deze score opzoeken in de tabel
- Geeft een indruk van het niveau
- Wordt alleen gebruikt om beginniveau van behandeling te bepalen.
- Kan niet geïnterpreteerd worden
- Kan niet vermeld worden in verslagen of gesprekken met ouders/andere disciplines
- Je zegt dus nooit: dit kind is een half jaar achter in zijn taalontwikkeling
CITO scores
- CITO scores:
o A-score: de 25% hoogst scorende leerlingen
o B-score: de 25% net boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen
o C-score: de 25% net onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen
o D-score: de 15% ruim onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen
o E-score: de 10% laagst scorende leerlingen
Betrouwbaarheidsinterval
- Kind (3;9 jaar) heeft op Schlichting Woordontwikkeling een ruwe score van 26, WQ 102 Het
90% betrouwbaarheidsinterval is 92 – 108
- Dit betekent: als een kind een WQ van 102 heeft, weten we vrij zeker (met 90% zekerheid)
dat zijn woordquotiënt ergens tussen de 92 en de 108 ligt
- Als het kind bij een volgende afname 98 scoort is hij dan ook niet achteruit gegaan (hij zit nog
in het betrouwbaarheidsinterval)
- Betrouwbaarheid van de meting hangt af van de steekproef
- Toevalligheidsfactoren spelen een rol
- Hoe groter de steekproef, hoe kleiner het betrouwbaarheidsinterval
CITO score
- A: percentiel 75-100
- B: percentiel 50-75
- C: percentiel 25-50