L1: DE VERSCHILLEN AANGEVEN TUSSEN DE CONTROLE VAN HET ENDOCRIENE SYSTEEM EN HET
NEURONALE SYSTEEM.
Het endocriene systeem is een trager werkend systeem, terwijl het neuronale systeem snel werkt. Zowel het
‘aan-‘ als ‘uitzetten’ van deze systemen werkt anders. Het neuronale systeem reageert snel, geeft snel het
signaal door, maar stopt ook direct zodra het signaal stopt. Bij het endocriene systeem werkt dit anders en
moet het signaal opgang komen en pas na feedback wordt het stopgezet.
L2: DE INTERCELLULAIRE INTERACTIE TUSSEN AANGRENZENDE EN NABURIGE CELLEN
UITLEGGEN.
Aangrenzende cellen staan in contact onderling via gap-junctions. Naburige cellen worden via weefselvloeistof
voorzien (chemische sturing).
L3: HET ‘TWEEDE SIGNAALSTOF MECHANISME’ UITLEGGEN.
Een (non-steroïde) hormoon is gemaakt van aminozuren of ketens van
aminozuren. Door het ontbreken van vet, kan het niet door een celwand heen
en moet het hormoon zich op een andere manier binden aan de juiste cel.
Hiervoor heeft de doelcel een receptor aan de buitenzijde van de cel en kan
het hormoon de juiste receptor vinden. Zodra het hormoon op de
membraanreceptor zit wordt het
G-eiwit geactiveerd. Hierdoor
wordt het eiwit adenylaatcyclase
aangezet. Het
hormoonreceptorcomplex beweegt zich richting het
adenylaatcyclase en activeert dit door er tegenaan te komen.
Door de activatie zal het eiwit open springen en worden nieuwe
receptoren zichtbaar binnen de cel en zal daarmee ATP
aantrekken. Zodra dit ATP op deze plaats komt zal het cAMP
worden en is dus een nieuwe stof ontstaan in de cel. Het creëren
van deze nieuwe stof heet het tweede signaalstof mechanisme.
L4: DE INTRACELLULAIRE BINDING EN WERKING VAN
STEROÏDHORMONEN UITLEGGEN.
Het hormoon is vanuit de hormoonproducerende cel in de bloedbaan
terecht gekomen en kan vanuit daar naar de doelcel. Dit kan doordat het
steroÏdhormoon (hydrofoob hormoon) is gemaakt van een vet en dus door
de lipidelaag van de cel heen kan. Na het binnengaan van de
plasmamembraan hecht het zich aan een receptor in de cel. Gezamenlijk
gaat de verbinding van de receptor en het hormoon de nucleus binnen,
waar het zich bindt aan een specifieke hechtplaats op het DNA. Daarna
veroorzaakt deze binding transcriptie van een gen en de vorming van
mRNA. Het mRNA zorgt door middel van ribosomen en translatie tot de
vorming van een nieuw eiwit.
L5: DE EIGENSCHAPPEN VAN KLIEREN UITLEGGEN.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Optosuus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.