Bedrijfseconomie samenvatting domein D
Vermogensmarkt
Aan de vraagkant van de vermogensmarkt vinden we:
- Consumenten(gezinnen): kunnen geld lenen als zijn niet genoeg gespaard hebben.
- De overheid/gemeenten: de jaarlijkse uitgaven van de centrale overheid zijn vaak groter dan de jaarlijkse
inkomsten. Dit financieringstekort wordt gedekt door geld te lenen.
- Ondernemingen: een onderneming gebruikt het eigenvermogen en vreemd vermogen voor de financiering
van kapitaalgoederen: zoals gebouwen, machines en voorraden.
Aan de aanbodzijde van de vermogensmarkt vinden we:
- Institutionele beleggers: zijn instellingen die grote bedragen beleggen zoals pensioenfondsen en
levensverzekeringmaatschappijen. Institutionele beleggers behalen hun inkomsten uit winst op de
ontvangen premies en koerswinsten.
- Spaarders(gezinnen): kleine spaarders zetten in het algemeen hun geld op een spaarrekening, de bank leent
dit geld dan uit aan bijvoorbeeld ondernemingen.
- Beleggingsfondsen: particulieren kunnen zelf aandelen en obligaties beleggen. Daarnaast kunnen zij ook een
beleggingsfonds inschakelen. Een beleggingsfonds beheert het vermogen van veel particuliere beleggers.
Hierbij werken deskundigen die het beheerde vermogen in aandelen van veel verschillende ondernemingen
beleggen. Hierdoor spreidt het beleggingsfonds de risico’s voor individuele beleggers.
- Ondernemingen: beschikken regelmatig over geld dat tijdelijk ‘over’ is. Dit is bijvoorbeeld het geval als een
onderneming winst heeft gemaakt en een deel van deze winst nog niet nodig is om uit te keren aan de
eigenaar of om te investeren in de onderneming.
De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar een aanbod van vermogen. Op de vermogensmarkt komt de prijs
tot stand waar tegen het vermogen ter beschikking wordt gesteld meestal in de vorm van rente. Het
rentepercentage is in de eerste instantie afhankelijk van de vraag naar het vermogen en het aanbod ervan. De
vermogensmarkt valt uit een in twee grote delen:
De geldmarkt: het vermogen heeft een looptijd < 1 jaar. Het bestaat uit:
- Rekening-courantkrediet: ‘rood stand’ bij een bank
- Leverancierskrediet: eerst worden producten geleverd, betaling volgt later
- Afnemerskrediet: producten worden vooruit betaald, levering volgt later
De belangrijkste aanbieders op de geldmarkt zijn banken. De belangrijkste vragers zijn consumenten,
ondernemingen, overheden en andere banken.
Kapitaalmarkt: vermogen heeft een looptijd > 1 jaar(permanent vermogen/lang tijdelijk vermogen). Het bestaat uit:
- Aandelen en obligaties
- Onderhandse leningen: kredietgever en kredietnemer hebben rechtstreeks contact
- Hypothecaire leningen: lening met onroerend goed als onderpand
De belangrijkste aanbieders op de kaptiaalmarkt zijn banken en institutionele beleggers. Consumenten,
ondernemingen, overheden en banken zijn de belangrijkste vragers.
De kapitaalmarkt verdelen we in de onderhandse en openbare kapitaalmarkt:
- Openbare kapitaalmarkt is voor iedereen toegankelijk. Een obligatielening behoort tot de openbare
kapitaalmarkt: als een onderneming/ instelling een obligatielening uitschrijft, mag iedereen obligaties kopen.
Er zijn veel kredietgevers en iedereen heeft toegang
- Onderhandse kapitaalmarkt: er is 1 kredietgever en 1 kredietnemer.
Toezichthouders vermogensmarkt(financiële markten):
AFM houdt toezicht op de financiële markt, dus op sparen, beleggen, verzekeren, pensioenen en lenen.
Consumenten en bedrijven moeten vertrouwen hebben in deze markten. Ook moet het eerlijk en
duidelijk(transparant) op deze markten toegaan. Dus geen misleidende informatie over financiële producten of
misbruik maken van te weinig kennis.
Alleen vergunninghouders van de AFM kunnen op de effectenbeurs handelen in effecten. Leden zijn banken en
commissionairs. Commissionairs bemiddelen bij de aankoop of verkoop van effecten. Zij handelen in effecten
uitsluitend voor rekening en risico van derden.
DNB houdt ook toezicht op de markt door onder andere het verlenen van bank vergunningen en controleren of
banken aan de eisen voor een bank vergunning voldoen.
, ACM: wil eerlijke concurrentie tussen onderneming. Te grote onderneming kunnen misbruik maken van hun macht.
Daarom moeten fusies en overnames gemeld worden.
Als een belegger effecten wil kopen of verkopen neemt hij contact op met AFM, die vervolgens de opdracht voor de
belegger uitvoert hiervoor betaalt de belegger provisie.
Effectenbeurs:
Effecten zijn verhandelbare waardepapieren zoals aandelen, obligaties en opties. Het zijn vermogenstitels dat zijn
producten die betrekking hebben op vermogen(kapitaal) = effecten. Bellegingsfondsen zijn fondsen waarvan
beleggers aandelen kopen en die het verzamelde vermogen belegt in effect: grotere risicospreiding(grote bedragen
worden in meerdere effecten belegd) en indirecte belegging(beleggers investeren via beleggingsfonds in effecten).
De beurskoers is de prijs van effecten op de effectenbeurs. De efficiënte-markthypothese houdt stelt dat publieke
informatie en toekomstverwachtingen in de prijs van effect is verwerkt.
Koersvolatiliteit is de mate waarin beurskoersen op en neer gaan:
Aandelenkoersen veranderen dagelijks. Financiële- en niet-financiële informatie zorgen voor wijzigen in vraag en
aanbod. Een aandeel met sterke koersschommeling is een volatiel aandeel. Het risico van zo’n aandeel is dat de
waarde ervan daalt, maar het kan ook koerswinsten opleveren.
2 soorten orders:
- Limietorder: de belegger geeft aan de bank of commissionair een maximale koopprijs of een minimale vkp.
- Marketorder: is een order om effecten te kopen of te verkopen zonder limiet.
Aandelen:
Sommige aandelen hebben op een bepaald gebied voorrang op andere aandelen ( preferente aandelen ) de
preferentie kan betrekking hebben op:
- Winstuitkering: bij winstpreferentie keer de bv/nv eerst aan de houders van preferente aandelen het
dividend uit waarop ze recht hebben.
- Zeggenschap: hierbij komt het vaak voor dat de houders van preferente aandelen om een bindende
voordracht van 2 personen voor de benoeming van bestuurslid mogen stellen, hierbij moeten de houders
van gewone aandelen dan kiezen.
- Uitkering liquidatie -> wanneer de onderneming al dan niet gedwongen, word geliquideerd krijgen de
verschaffers van het vreemd vermogen eerder hun geld terug dan de eigenaren van de bv/nv.
Nadelen voor de houder van de gewone aandelen ten opzichte van de houder van preferente aandelen:
- Bij liquidatie ontvangen de houders van gewone aandelen pas geld, nadat de preferente aandeelhouders
hun volledige vermogensdeelname hebben terug ontvangen.
- De gewone aandelen zijn duurder dan preferente aandelen.
- De zeggenschap van de houder van gewone kan erg worden beperkt doordat preferente aandelen worden
uitgeven.
Voordelen van gewoon aandelenkapitaal ten opzichte van preferente aandelen voor de onderneming:
- De opbrengst bij plaatsing van gewone aandelen is hoger dan bij preferente aandelen.
- De houders van gewone aandelen bemoeien zich meestal niet of nauwelijks met het beleid van de nv. Dat
geeft de directie vrijheid.
Nadelen van preferent aandelenkapitaal ten opzichte van gewoon aandelenkapitaal voor de onderneming:
- Wanneer het in een onderneming slecht gaat kan het zijn dat met behulp van nieuwe vermogen het bedrijf
weer een kan heeft. Maar nieuwe aandeelhouders zijn niet bereid tegen dezelfde voorwaarden te doen als
waartegen in het verleden vermogen is aangetrokken.
- Door preferente aandelen uit te geven, is het lastiger om nog gewoon aandelenkapitaal aan te trekken.
Koersbepalende factoren van aandelen:
- Beursklimaat: het beursklimaat is opgaande of neergaande trend op de effectenbeurs. Een negatief
beursklimaat kent dalende koeren. Een positief beursklimaat stijgende koeren en vertrouwen in toekomst.
- Marktsentiment: de stemming op de beurs. Deze stemming hangt onder andere af van politieke
gebeurtenissen, de prijsontwikkeling van ruwe olie, de angst voor handelsoorlog en het interestbeleid van
de Europese centrale bank.
- Marktinterest: als dit stijgt dan kunnen de vraag naar aandelen en de aandelenkoersen dalen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annavanbeek2230. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.