Water kent drie vormen, een gasvorm, een vloeibare vorm en een vaste vorm. Dit
noem je de waterkringloop. Sublimatie (de vaste vorm veranderd gelijk naar gas) en
evapotranspiratie (alles wat uit planten en dieren verdampt) zie je niet vaak
voorkomen.
Een watermolecuul is vrij neutraal van lading. Dit houdt in dat de waterstof- en de
zuurstofatomen elkaar aantrekken, ze plakken aan elkaar vast. Dit zorgt voor de
eigenschappen van water, bijvoorbeeld het vloeibaar zijn op kamertemperatuur.
Water is een goed oplosmiddel, vandaar dat water een vrij hoge
oppervlaktespanning heeft. Water is de enige vloeistof die omhoog kan vloeien.
Doordat ijs blijft drijven op water, konden tijdens de ijstijden beestjes blijven leven.
Niets ter wereld is zo zacht en zo zwak als water en toch is niets zo goed in staat
harde en sterke dingen kapot te maken.
Bij water heb je te maken met de tegenstelling erosie - sedimentatie. Daarnaast is
water een eerste levensbehoefte maar is het ook enorm vernietigend, kijk maar naar
bijvoorbeeld tsunami’s. Water is leven en indirect daarmee ook handel. Elke grote
beschaving is ontstaan rond water. Het polderen (overleggen) is ontstaan nadat de
dijken zijn aangelegd.
Hydrologie is de wetenschap die gaat over water. Het is de studie naar het
voorkomen, het gedrag en de eigenschappen van water in al haar vormen op en
onder het landoppervlak van de aarde.
In de hydrologische kringloop heb je te maken met verschillende begrippen:
- Percolatie; wanneer het water dat infiltreert in het grondwater terecht komt.
- Freatisch; het grondwater zoals bepaald door het zeeniveau. Het probeert
altijd hetzelfde niveau als het zeeniveau te bereiken.
- Artesisch; grondwater dat vast zit in de grond. Vaak is dit grondwater op een
ondoorlaatbare laag gestuit, bijvoorbeeld een aquifer.
Capillair water is het water waar planten gebruik van maken, dit water kan zich
omhoog verplaatsen. Het capillaire water is niet overal beschikbaar door
bijvoorbeeld warmte. Hieronder zit het freatisch water, dit staat op hetzelfde niveau
als het zeeniveau. Het freatisch oppervlak is de grens van het grondwater.
Waterbalans is de watervoorraad in een gebied plus de aangevoerde hoeveelheid
water, verminderd met de verdampte hoeveelheid water en de afgevoerde
hoeveelheid water. In het kort; wat komt erin en wat gaat eruit.
Debiet: Waterafvoer van een rivier in m3 per seconde op een bepaalde
plaats → hoeveel water er door de rivier stroomt.
, Regiem: Jaarlijkse schommelingen in waterafvoer.
Het regiem is afhankelijk van:
- Klimatologische omstandigheden (neerslag, verdamping, afsmelten van ijs).
- Voeding (smelt- en regenwater).
- Doorlaatbaarheid van de bodem.
- Aanwezigheid van vegetatie.
Een stuwwal veroorzaakt meer regen. Stuwingsregen is regen dat aan één kant van
een berg blijft. Stijgingsregen valt op de plek waar het water is verdampt.
Nuttige neerslag is een gedeelte van de neerslag dat we daadwerkelijk gebruiken.
Neerslag is vrij constant en het neerslagoverschot is vooral afhankelijk van de
hoeveelheid verdamping.
De belangrijkste functie van water is het herverdelen van de energie die wij van de
zon krijgen.
Frontale regen ontstaat door de botsing van lucht.
Wind stroomt van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden. Door het coriolise-
effect waaien de winden niet recht, de aarde draait namelijk.
De ITCZ is een zone van lage druk dat zich verplaatst rondom de evenaar. Je ziet
deze buigen naar land toe omdat land sneller opwarmt dan zeewater.
Zeestromen volgen de overheersende windrichting. Warme zeestromen stromen van
de evenaar richting de pool en koude zeestromen stromen andersom.
Golfstroom Europa; de Noord Atlantische zeestroom. Deze loopt vanaf het Caribisch
gebied naar Europa. Het klimaat van Noordwest-Europa is zachter dan de
geografische breedte doet verwachten, hiervan is de oorzaak deze zeestroom.
Motoren van de golfstroom zijn de overheersende windrichting en de thermohaline
circulatie.
De dichtheid van water neemt toe met een hoger zoutgehalte. Hoe meer water er
verdampt, hoe hoger het zoutgehalte wordt.
Zonder water is er geen leven. Het jonge universum bestond uit lichte elementen:
waterstof en helium. Waterstof is de brandstof voor sterren. In sterren fuseren lichte
elementen tot zwaardere elementen, waaronder koolstof en zuurstof.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauraverheij_. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.