Samenvatting van het vak World Cities en Urban Inequalities van de literatuur behorend bij hoorcollege 1 tot en 8. Gehele document bedraagt 25 pagina's, maar door gebruiken van veel enters, opsommingen en dus lege tekst bedraagt de hele samenvatting naar schatting 15 volledige pagina's volle tekst.
Samenvatting World Cities and Ubran Inequalities 2021
L1:
1. Abrahamson (2004): Global cities, ch. 1
- Grote steden zijn historisch gezien focuspunten van landen, omdat:
o Vroeger vooral beweging binnen landsgrenzen, totdat bedrijven de grenzen
overgingen
- Links tussen transnationale steden werden een wereldwijd netwerk
o Steden werden belangrijker dan landen
o Sommige steden zijn belangrijker dan andere en hebben meer invloed
- Tijdens laatste decennia 20ste eeuw werden steden over de hele wereld steeds afhankelijker
van elkaar
o Ook negatieve gevolgen: bij financiële crisis iedereen geraakt, grote vraag naar olie
Identifying global cities
- 1900-1950: productie en industrie in steden
o Vanaf 1950: afname productie bracht sociale en economische problemen
Steden reageerden met “globalization response”: buitenlandse bedrijven
aantrekken die cultuur meenamen (goed voor toerisme)
1. Steden die hier het best in slaagde: nieuwe wereldsteden
- 4 klassieke wereldsteden: Tokyo, New York, Londen en Parijs
o Sommige geleerden focusten zich alleen op die topsteden
Gevaar: generaliseren construct ‘global city’ + andere steden maken geen
kans
o Geen duidelijke maatstaf voor wanneer iets een wereldstad is
o Na de top-tier wereldsteden komen de second- en third-tier steden
- Zitten nu in de postindustriële stad door afname in productie + veranderingen in percepties
en levensstijlen van mensen. Twee stromingen:
1. Postmoderne cultuur ontstaan door postindustriële economische reorganisatie
o In het begin vooral nadruk op economische kant van wereldsteden (Friedmann bijv.)
2. Postmoderne cultuur ontstaan door economie en overheid
o Vaak wordt er gekozen voor een middenweg tussen de twee stromingen (dit artikel
ook).
Industrial to postindustrial economies
- 1900-1950: productie, daarna dus afname. Redenen:
o Doordat bedrijven verplaatste naar armere landen
Hoofdkwartieren bleven in rijke landen!
Arbeids- en productiekosten lager
o Automatisering in rijke landen: machines ipv mensen
Economische en sociale problemen steden zichzelf opnieuw uitvinden
Who benefits?
- Niet iedereen profiteert van buitenlands kapitaal in stad
o Binnensteden vaak wel (onroerend goed, toerisme)
o Sassen: zakenlui willen van stad een zakencentrum maken en kijken niet naar
belangen van de minderheden die weinig verdienen
The knowledge/information base
- Castells: de new global order is gebaseerd op vermogen informatie en kennis te vergaren
, o Steden zijn “space of flows”
Economic measures of global cities
- 1970: begin beschrijven van vorming van global division of labour tussen steden
o Voorheen: veranderingen in de stad gebeuren spontaan als gevolg van natuurlijke
wetten. Vanaf 1970: steden zijn koopwaren en mensen met welvaart en macht
beslissen welke wijken investeringen krijgen en dus groeien.
Politiek voor het eerst belangrijk
Zelfde zou gelden voor steden: grote steden bepalen welke steden groeien
- World System Theory (WST) ook rond 1970 bedacht: kern en periferie is zelfonderhoudend
systeem waarin de kern de periferie exploiteert
o Denk aan bedrijven die weinig betalen
o Wereldsteden zijn ook de grootste steden in eigen land gedachte was dat WST
zou ook werken voor analyse wereldsteden
o Friedmann (1986): aard van verbondenheid van stad in wereldeconomie is belangrijk
Wereldstad is global command and control centre: centrum van productie en
macht
Nadruk op de economie
o Sassen gebruikt juist geen WST en scheiding van steden en landen
Modern to postmodern culture
- Vervorming culturele kenmerken van industriële samenlevingen door aantal grote culturele
veranderingen
1. Hyperconsumptie: constant groeiende wensen
2. Hyperrationality: rationaal zijn voor maximale winst (Fordisme)
o Kwantiteit boven kwaliteit
o Postfordisme: overdreven rationaliteit (hyperrationaliteit) dingen die efficiënt
lijken (magnetronmaaltijden, all-in groepsreizen)
3. Dedifferntiatie: grotere dichtheid en grootte industriële samenleving leidde tot grotere
specialisatie (aldus Durkheim)
o Differentiatie: specifieke producten maken
o Er kwam te veel differentiatie: het explodeerde
Verschillen arm en rijk namen af: musea niet meer alleen voor de rijken
Cultural measures of global cities
- Samenlevingen begonnen eind twintigste eeuw steeds meer op elkaar te lijken meer
nadruk op vrije tijd en consumptie
- Twee stromingen:
1. Culturele dimensie komt voort uit economie
2. Cultuur en economie zijn gelijk
o Meeste financiële districten van wereldsteden zijn ook media- en museabolwerken
- Grote knooppunten in de wereld zijn global city-regions
2. Abrahamson (2004), ch. 4
- 20ste eeuw: urban rankings waren gefocust op de rol van de stad in het land zelf
o Focus op primacy: stad die alle steden overtreft
- Laatste decennia 20ste eeuw: transnationale links worden belangrijker
o Bijvoorbeeld financiële markten
Global classifications
, - Sociale wetenschappers wilden weten hoe internationale steden gerankt moesten worden
o Primacy was niet handig, want buiten de landsgrenzen nu
o Wanneer men exact begon met classificeren is lastig te bepalen
Hall (1966) erg belangrijk voor de vele artikelen in 1980
Friedmann: hiërarchie door hoeveelheid internationaal geld en
hoofdkwartieren
1. Control en command centres of the global economy
2. De tradtionele top 4
Welk meetsysteem het beste is, is lastig te zeggen
o Het gebruiken van slechts één maatstaf zorgt voor verschillende uitkomsten (Parijs is
cultureel sterk, maar economisch is Londen sterker) + nuances missen meerdere
indicatoren combineren
Location of stock exchanges
- Steden met grote financiële uitwisselingen zijn hoekstenen in wereldeconomie
o Die gelduitwisselingen trekken bovendien bedrijven concentratie financiële
activiteiten in wereldsteden
International banking and finance
- 1970: banken zagen in dat zowel het thuisland als buitenlandse rekeningen beheren
winstgevend zou zijn
o Telecommunicatie maakte dit mogelijk
- Sassen: bankensectoren in grote steden hebben voordeel van “global connectivity”
internationaal is er veel mogelijk + contacten wereldwijd
- Twee indicatoren voor bekijken concentratie van kapitaal in grote financiële centra:
1. Locatie grote banken
2. Locatie werelds grootste financiële dienstenindustrieën
beide tonen aanwezigheid veel kapitaal en expertise
Multinational corporations and foreign investment
- Grote hoeveelheid hulpbronnen en voorzieningen in bezit van multinationals maakt ze
belangrijk voor stad waarin ze gevestigd zijn
o Deze steden hebben voordeel van veel geld dat naar het land (met hoofdkwartier)
stroomt en veel invloed die wordt uitgestraald door de beslissingen vanuit HQ
- Redenen voor productiefabrieken buiten rijke landen plaatsen:
1. Goedkope arbeid en materialen
2. Toegang tot nieuwe markten
- Sinds 1970 is Foreign Direct Investments sterk gegroeid
o Bewijs voor internationalisatie
o 2 grote stromen van FDI afgelopen decennia:
1. Van bedrijven in rijke landen naar bedrijven in arme landen
Azië en Latijns-Amerika
2. Tussen bedrijven in rijke landen
Corporate service firms
- Beslissingen maken in hoofdkwartieren vergt diverse expertises
o Bedrijven die deze diensten aanbieden, runnen de “advanced corporate economy”
o Waren geen nieuwe diensten, maar vraag ernaar was heel hoog
- “Globalization and World Cities” (GaWC) richt zich op groei en verbindingen van zulke
bedrijven (corporate service firms)
theorie dat wereldsteden control en command functies hebben
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stijnelst98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.