Burgerschap periode 4.
Deze module gaat over wat er in Nederland van burgers verwacht wordt en welke invloed dit
heeft op sociaal werk en sociaal werkers. Dit alles onder de noemer van een ‘Big Question’,
te weten:
Wat is de autonomie van de sociaal werker om het goede te doen in het
krachtenveld van invloed van de markt, overheid en burgers?
We bespreken burgerschap in 4 gebieden:
1. Politiek.
2. Economisch.
3. Juridisch.
4. Ethisch.
Inhoud
Week 1...................................................................................................................................................3
Les 1: Verplichte toetsteksten............................................................................................................3
Les 1: Hoorcollege: De ontwikkeling van burgerschap.....................................................................11
Week 2.................................................................................................................................................14
Les 2: verplichte toetsteksten...........................................................................................................14
Les 2: Hoorcollege: Politieke stromingen..........................................................................................15
Week 3.................................................................................................................................................19
Les 3: Verplichte toetsteksten..........................................................................................................19
Les 3: Hoorcollege: Economische invalshoek....................................................................................21
Week 4.................................................................................................................................................26
Les 4: verplichte toetsteksten...........................................................................................................26
Les 4: hoorcollege: Juridische invalshoek.........................................................................................27
Week 6.................................................................................................................................................33
Les 5: Verplichte toesteksten............................................................................................................33
Les 5: Hoorcollege 6. Decentralisaties..............................................................................................33
Week 1: Wat is een (rechtvaardige) samenleving.
Week 2: Wat is politiek, vanuit politiek naar samenleving kijken.
Week 3: Wat is economie, vanuit economie “ “
Week 4: Recht; wat is krom en recht.
Week 5: Reflectie opdracht.
Week 6: Decentralisatie; samenleving in transitie.
,Toets teksten + extra literatuur + hoorcolleges + werklessen.
,Week 1.
Les 1: Verplichte toetsteksten.
1. Brabander, R. de. (2019) (of eerdere druk) Van Gedachte Wisselen, paragraaf 6.1: Menselijke
Waardigheid en Sociale Rechtvaardigheid en 6.2. Eerlijk zullen we alles delen, John Rawls.
Waarom zouden we ons überhaupt om anderen bekommeren en voor anderen zorgen?
Betoogd wordt dat voor anderen zorgen een morele houding is die getuigt van respect voor
de menselijke waardigheid. Filosofen Rawls, Nussbaum en Sandel.
Menselijke waardigheid en sociale rechtvaardigheid.
Het erkennen, respecteren en bevorderen van de menselijke waarde en waardigheid richt
zich in de Beroepscode voor de sociaal werker op de unieke persoon en beoogt deze in zijn
sociaal-culturele context tot zijn recht te laten komen.
Sociale ongelijkheid.
Armoede is meer dan alleen gebrek aan geld, eten en onderdak, ze tast de menselijke
waardigheid aan. De stress die armoede met zich meebrengt maakt mensen ziek. Armoede is
ook een belangrijke oorzaak van sociale uitsluiting, omdat mensen die in armoede leven niet
aan het verenigingsleven kunnen deelnemen, niet eens een dagje uit kunnen.
Kinderen die opgroeien in armoede hebben vaak een lage opleiding, waardoor sociale
mobiliteit achterblijft.
Waarom voor anderen zorgen als we daar geen voordeel uit halen?
Martha Nussbaum stelt dat iedere filosofie die zich bezighoudt met sociale rechtvaardigheid
antwoord moet vinden op de vraag wat de kwaliteit van het bestaan en de menselijke
waarde bepaalt. Daarbij de confrontatie aangaan met ongelijkheden; mondiaal of
internationaal. Iedere theorie van rechtvaardigheid dient rekening te houden met
ongelijkheden binnen en tussen afzonderlijke landen.
De theorie van het sociaal contract biedt daartoe volgens Nussbaum onvoldoende
mogelijkheden, aangezíen zij uiteindelijk is gebaseerd op wederkerig voordeel.
Met andere woorden; waarom zouden we in een ontwikkelingsland investeren wanneer we
daar geen voordeel uit halen?
Moet zorg nuttig zijn?
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving gaat uit van het principe dat iedereen recht
heeft op zorg, maar dat die zorg betaalbaar en nuttig moet zijn. En zorg is nuttig als ze de
ziektelast vermindert. De raad kijkt in de eerste plaats naar de kosteneffecten en naar de
vraag of de zorg voor mensen effectiever kan, niet naar de vraag of het menswaardiger kan.
Zorg als morele houding.
In de kritiek op de economische en procedurele benadering van zorg en welzijn wordt zorg
benaderd en doordacht als een morele houding. De zorg voor anderen zou moeten worden
beschouwd in termen van verbondenheid, verantwoordelijkheid en empathie.
,De zorg voor anderen drukt onze bezorgdheid uit over het gebrek aan welzijn en de pijn en
het lijden van de ander en het verlangen daaraan iets te doen.
,Eerlijk zullen we alles delen. John Rawls.
Economische rechtvaardigheid: een eerlijke verdeling van rijkdom. De grote tegenstelling
tussen arm en rijk wordt als onrechtvaardig beoordeeld.
Sociale rechtvaardigheid: sociale ordening waarin het recht op onderwijs, arbeid,
gezondheid en het recht op recht eerlijk verdeeld zijn. Als deze toegang door eigen bijdragen
wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt, dan is dat onrechtvaardig.
Ecologische rechtvaardigheid: de eerlijke verdeling tot natuurlijke Maar wat is een eerlijke
hulpbronnen. Denk hierbij aan de schone lucht en schoon water. verdeling? Op die vraag
poogt John Rawls een
Samenvoegen met onderstaande. antwoord te geven.
De oorspronkelijke situatie en de sluier van onwetendheid.
Rechtvaardigheid is volgens Rawls geen natuurrecht, maar een principe. Het principe van
rechtvaardigheid moet door onszelf worden vastgesteld, op een eerlijke manier.
Rawls bedenkt een oorspronkelijke situatie (denkbeeldige situatie) waarin op een eerlijke
manier het principe van rechtvaardigheid kan worden geformuleerd. Omdat we geneigd zijn
om te redeneren vanuit ons eigenbelang, is het noodzakelijk uit te gaan van een situatie
waarin we niet weten wat ons eigen belang is of welke rol wij spelen.
Sociale primaire goederen.
Sociale primaire goederen; waar iedereen belangen bij heeft, vb. rechten en vrijheden,
kansen en mogelijkheden, welvaart en inkomen, zelfrespect, macht en gezag.
Natuurlijke primaire goederen zijn bv. gezondheid en intelligentie.
Maximin wil zeggen dat je uit een reeks slechte opties de beste kiest; maximale uit de
minimale mogelijkheden halen.
Principes van rechtvaardigheid. Rawls.
1. We hebben allemaal gelijke en maximale vrijheid die verenigbaar is met de gelijke
vrijheid voor anderen; mijn vrijheid is de vrijheid van anderen.
2. Sociale en economische ongelijkheid moet worden georganiseerd dat:
A. De minst bevoorrechte leden van de samenleving worden bevoordeeld, behalve
wanneer ongelijke behandeling voor iedereen voordelen heeft (het principe van
rechtvaardige uitzondering).
B. Iedereen eerlijke kansen en mogelijkheden heeft om posities die voor allen
openstaan te verwerven.
, 2. Wevers, C. (2019) Kan ik daar wat aan doen? Hfst 4.4 Normatief Ethische theorieën.
Ethisch relativisme: is het idee dat stelsels van morele normen en waarden niet universeel
geldig zijn, maar dat ze zijn ingebed in de cultuur of periode waarin ze gehanteerd worden.
In elke cultuur gelden andere waarden en normen en we kunnen niet zeggen welke cultuur
de ‘juiste’ heeft. Een groot nadeel van het ethisch relativisme is dat we daarmee geen enkel
moreel oordeel lijken te kunnen vellen over zaken die ons tegen de borst stuiten.
Wat je ook vindt van bloedwraak, euthanasie, abortus of het stenigen van overspelige
vrouwen, volgens de ethisch relativist kan dat niet van buitenaf maar alleen binnen een
gemeenschap worden bepaald.
Egoïsme: help alleen als je er zelf beter van wordt.
Filosofe Ayn Rand: Handelen uit eigenbelang sluit niet uit dat mensen elkaar helpen. Het is
niet verboden om anderen te helpen, maar daartoe bestaat geen morele plicht, en
solidariteit kan en mag volgens haar niet afgedwongen worden. In deze samenleving helpen
mensen elkaar niet als ze er zelf niet beter van worden.
Het goede is dus een intrinsiek doel. Wie stelt dat moraal alleen tot doel heeft het
onderlinge samenleven wat beter te maken en dat we zonder moraal slechter af zijn, maakt
van een moraal een middel en spreekt zichzelf tegen. Het leidt tot wat we in de filosofie het
freeridersprobleem noemen.
Dat het in ons (dus ook mijn) belang is om moreel te handelen, is niet hetzelfde als dat het in mijn
(afzonderlijke) belang is om moreel te handelen: het is voor mij immers nog voordeliger als iedereen zich
moreel gedraagt behalve ikzelf. Maar omdat iedereen zo kan denken en handelen, zou dat ertoe kunnen
leiden dat niemand zich meer moreel gedraagt en dat schaadt mijn belang. Dat zou een reden kunnen zijn om
me toch moreel te gedragen, maar als ik zou weten dat alle anderen zich wel moreel gedragen en ik me eraan
kan onttrekken, dan vervalt dat argument en is immoreel gedrag in mijn voordeel.
Het bekendste voorbeeld van dit zogenoemde freeridersprobleem is belasting betalen. Het is voor de
samenleving als geheel beter als iedereen belasting betaalt, maar het is voor mij persoonlijk beter als iedereen
belasting betaalt behalve ik. Toegepast op het helpen zou de redenering aldus zijn: als iedereen elkaar helpt is
dat voor iedereen inclusief mijzelf het best. Maar als iedereen elkaar helpt behalve ik, en niemand merkt dat
ik mij aan de wederzijdse hulp onttrek, is het voor mij nog beter.
Legalisme: de wet verplicht je een mens in nood te helpen.
- Positivistische benadering: wie vindt dat het recht de morele opvattingen binnen een
maatschappij weergeeft, zal sneller geneigd zijn te zeggen dat er geen hogere morele
instantie dan de wet is en van mening zijn dat je je daaraan dus dient te houden.
- Natuurrechtelijke benadering: Sommige zaken zijn nu eenmaal 'van nature'
verwerpelijk en ontoelaatbaar, aldus de redenering. Volgens deze opvatting mag je
bepaalde zaken nooit doen, of dat nu in de wet staat of niet.