Grondrechten
constitutioneel recht
HC 5
I. Ontwikkeling, functie en soorten
Magna Charta (1215)
werd door een Engelse koning ondertekend, omdat de Engelse leenmannen vonden dat hij zijn macht
misbruikte. De magna charta is een handvest over vrijheden en rechtspraak. We spreken hier niet persé
van grondrechten, maar eerder van privileges. Want de bepalingen kwam maar aan een specifieke groep
toe, namelijk de leenmannen, en niet de gehele bevolking.
Vervolgens komt er een evolutie, die voornamelijk is ingegeven door het werk van John Locke. John Locke
is een filosoof aan het begin van de Verlichting. John Locke stelt dat er grondrechten zijn die niet worden
toegekend door bijv. de koning, maar dat zijn grondrechten die elk individu heeft, op basis van het
natuurrecht. Dus: rechten komen niet meer toe aan bepaalde groepen personen toegekend door bijv. een
koning, er zijn bepaalde grondrechten die zo fundamenteel zijn dat ze behoren tot het natuurrecht en dat
ze toekomen aan elke individuele burger. Er is wel een bepaalde verantwoording nodig voor deze theorie,
John Locke vindt deze verantwoording in het sociaal contract. Dit is een overeenkomst tussen de
burgers/onderdanen en de overheid. Het contract dient dus als legitimatie voor het optreden van de
overheid. Een hele belangrijke functie van de staat is dat zij de grondrechten moet waarborgen. Als de
staat dat niet doet, verliest de staat zijn bestaansreden.
Declaration of independence (1776)
, John Locke heeft hier een immense impact op gehad. In de Declaration staan waarden en begrippen die
we vandaag nog steeds hebben. In de Declaration staat ook dat er “unalienable rights” zijn, dus ieder
mens heeft rechten op basis van het natuurrecht, die niemand hoeft toe te kennen of kan afnemen. En
om deze rechten te waarborgen, worden overheden opgezet door mensen. Dit lijkt dus ook sterk op het
sociaal contract van John Locke. Als de overheid het doel, van het waarborgen van de rechten van de
mens, niet meer nastreeft mogen de burgers de overheid verwerpen.
Declaration of independence:
Staan belangrijke waarden en begrippen in die we in veel grondwetten zien over heel de wereld vandaag.
La declaration des droits de l’homme et du citoyen (1789)
verklaring voor de rechten van de mens en burger. Deze is in 1789 aangenomen door de Nationale
Vergadering in Frankrijk ten tijde van de Franse Revolutie. In deze verklaring staat opgenomen: de mens
heeft natuurlijke, onvervreemdbare en heilige rechten en de verklaring zet deze rechten uiteen. Dus niet
zoals bij de magna charta dat ze worden toegekend, de rechten worden in de Franse verklaring niet
toegekend, want ze bestaan al, ze gaan vooraf aan het staatsbestel.
die grondrechten maken deel uit van de democratische rechtstaat. De staat heeft de taak om de rechten
en vrijheden te waarborgen, en doet zij dat niet dan verliest ze haar bestaansreden.
Rechtsstatelijke waarborgkarakter
o De overheid is gebonden aan de grondrechten, en de grondrechten zijn voor de burger
een soort waarborg tegen het overheidsgezag
Primaat van individu en zijn rechten/vrijheden
o Dit is het oude, oorspronkelijke rechtsstatelijke idee: ‘wat niet verboden is, mag’
o In deze oude opvatting moesten dus alleen de verbodsbepalingen worden vastgelegd,
want op alle andere domeinen heeft de burger een absolute vrijheid.
o Dus: welke vrijheden heeft de burger? Alle vrijheden – verbodsbepalingen in de wet