Algemeen
Soort tentamen : Gesloten boek
Aantal vragen : 10 vragen
Aantal te behalen punten : Maximaal 100 punten (= 100% van het eindcijfer)
Aantal pagina’s (incl. voorblad) : 15 pagina’s
Aantal bijlagen : Geen
Bekendmaking cijfers : Woensdag 3 juli 2019
Nabespreking : Digitaal (details volgen op Canvas).
Instructies
1) Bij beantwoording van de opgaven mag gebruik worden gemaakt van de Kluwer of Vermande
wettenbundel, de maatwerkbundel Financieel Recht of een soortgelijke maatwerkbundel.
2) Beantwoording van de vragen dient plaats te vinden in de daarvoor bestemde tekstvakken. Het
opgaveblad/antwoordblad en het kladpapier mag na afloop van het tentamen niet worden meegenomen.
Vergeet niet om op ieder opgaveblad/antwoordblad waar uw antwoorden staan vermeld bovenaan uw
naam en studentnummer te vermelden. Er zijn nl. meerdere docenten die de vragen gelijktijdig nakijken.
3) Bij de opgaven is tussen haken het aantal punten vermeld dat bij juiste beantwoording kan worden
verworven. Motiveer steeds uw antwoord en verwijs naar relevante wetsartikelen.
4) Gedurende het tentamen zal een docent enige malen beschikbaar zijn voor het beantwoorden van
eventuele vragen. Mochten er vragen of onduidelijkheden zijn, waarschuw dan de surveillant opdat deze
de docent kan waarschuwen.
5) Kladpapier, tentamenopgaven, antwoorden en andere tentamen gerelateerde documenten mogen de
zaal tijdens en na het tentamen niet verlaten.
Veel succes!
Specifieke klachten over de gang van zaken en/of de omstandigheden tijdens het tentamen kunt u melden
via het klachtenformulier dat verkrijgbaar is bij de hoofdsurveillant en direct ter plekke ingevuld kan
worden. Overige klachten kunt u indienen via de EUR Faciliteit Rechtsbescherming:
http://www.eur.nl/essc/rechtspositie/klachten/
Niets uit dit tentamen mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand
en/of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de auteur van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
1
,Naam: Studentnummer: Handtekening:
Vraag 1 (10 punten)
In een door de advocaat van de banken opgestelde concept-underwriting agreement is een
vrijwaringsbepaling opgenomen waarin de uitgevende instelling de banken (underwriters) niet alleen
vrijwaart voor schade die de banken zouden kunnen lijden als het prospectus onjuist is, maar ook voor het
geval dat het prospectus beweerdelijk (allegedly) onjuist is, dat wil zeggen als (door beleggers) alleen
maar wordt beweerd dat het prospectus onjuist is.
Beredeneer wat de advocaat van de uitgevende instelling tegen de desbetreffende bepaling zal
aanvoeren en wat de advocaat van de banken daar op zijn beurt tegenover zal stellen.
De advocaat van de uitgevende instelling zal aanvoeren dat de uitgevende instelling niet reeds
zou moeten vrijwaren bij alleen maar beweerdelijke onjuistheid, maar pas bij daadwerkelijke
onjuistheid. (3 punten)
Iedere belegger kan immers beweren (stellen) dat het prospectus niet klopt en proberen schade
geleden door een koersdaling van de effecten via een actie uit prospectusaansprakelijkheid te
verhalen. De uitgevende instelling zal vinden dat zij alleen aansprakelijk is indien de rechter
definitief heeft vastgesteld dat het prospectus niet klopt. (2 punten)
De advocaat van de banken zal daar tegenover stellen dat ook de banken gevaar lopen te worden
aangesproken door beleggers die beweren dat het prospectus niet klopt en dat zij (die beleggers)
daardoor schade hebben geleden. (3 punten)
Als dan in rechte wordt vastgesteld dat het prospectus wel klopt en de vordering van de
beleggers wordt afgewezen, hebben de banken toch kosten moeten maken door zich in rechte te
laten verdedigen door een advocaat. Die kosten willen zij dan kunnen verhalen op de uitgevende
instelling. Het prospectus was dan alleen beweerdelijk en niet daadwerkelijk onjuist, dus de
uitgevende instelling valt niets te verwijten, maar de banken evenmin. Toch zal iemand de
gemaakte kosten moeten dragen. De banken willen die kosten (en dit risico) bij de uitgevende
instelling neerleggen. Die heeft uiteindelijk een emissie gedaan en daarmee geld opgehaald,
waarbij de banken hebben geholpen. (2 punten)
Zie slides 33 van Hoorcollege 2 F&F - Obligatie-emissies (Pim Horsten) & W.J. Horsten,
‘Obligatieleningen (II)’, Bank- en Effectenbedrijf juli/augustus 1999/48, p. 44-48
2
, Naam: Studentnummer: Handtekening:
Vraag 2 (10 punten)
Dhr. J.A. Röell was in zijn studententijd een fervent festivalganger. Het gaat hem aan het hart dat de
festivals van tegenwoordig niet meer zo uitbundig zijn als toentertijd. Hij gunt de hedendaagse student
dezelfde ervaring en wil zelfs dat er een festival in het leven wordt geroepen dat grootser is dan ooit
tevoren. Dhr. J.A. Röell heeft het grootse idee om jaarlijks op een Waddeneiland ten noorden van
Nederland een gigantisch festival te organiseren voor ongeveer 50.000 mensen. Hij steekt de handen uit
de mouwen en richt Yce Festival B.V. op. Volgens zijn berekeningen heeft hij zes miljoen euro nodig om
de onderneming te financieren.
Dhr. J.A. Röell wil deze financiering door middel van crowdfunding realiseren. Hij realiseert zich dat het
festival-idee bepaald niet risicoloos is en dat het mede daardoor niet reëel is om zes miljoen euro als
vreemd vermogen op te halen via een lening. Aangezien Yce Festival B.V. bovendien geen periodieke
rentebetalingen kan doen aan investeerders vanwege een tekort aan liquide middelen, kiest hij voor een
model waarin de crowd investeert in risicodragend eigen vermogen. Zo gezegd, zo gedaan: de crowd
investeert in door Yce Festival B.V. uitgegeven aandelen. Op de website van het crowdfundingplatform
wordt vermeld dat het weliswaar een ‘wat riskant’ project is, maar dat dhr. J.A. Röell ervan overtuigd is
dat het festival een succes wordt.
Welke bepalingen uit hoofde van de Wft zijn op het crowdfundingplatform respectievelijk Yce
Festival B.V. van toepassing in verband met deze crowdfunding? Geef in uw antwoord onder meer
aan welke financiële dienst het crowdfundingplatform in uw ogen zal verlenen.
In dit geval is 2:96 Wft (1 punt) van toepassing op het crowdfundingplatform. Er worden
beleggingsdiensten verleend, waardoor een vergunning als beleggingsonderneming is vereist. (3
punten) Art. 4:3 Wft is niet meer van toepassing op het platform. (2 punten)
De prospectusplicht is op grond van art. 5:2 Wft van toepassing op Yce Festival B.V. (4 punten)
Per definitie 150 personen of meer bereikt vanwege aanbieding via internet. Uitzondering van
art. 5:3 lid 1 sub b Wft gaat dan ook niet op
Denominatie of pakket van 100.000 euro is doorgaans niet realistisch in een
crowdfundingcampagne, waardoor de uitzonderingen van art. 5:3 lid 1 subs c en d Wft niet van
toepassing zijn.
De aanbieding heeft een totale tegenwaarde van zes miljoen euro (en dus niet minder dan vijf
miljoen euro), waardoor de vrijstelling van art. 53 lid 2 e.v. Vrijstellingsregeling Wft niet van
toepassing is.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meesterplusser. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.