Burgerlijk Procesrecht
Hoofdstuk 1 – Functies van burgerlijk procesrecht
1.1 Materieel en formeel burgerlijk recht
Het publiekrecht ziet op de rechtsverhouding tussen overheid en burger,
terwijl het privaatrecht de verhouding tussen burgers onderling regelt.
Daarnaast kan een onderscheid worden gemaakt in diverse
rechtsgebieden: regels die gelden voor het recht op een bepaald gebied of
over een bepaald onderwerp.
Rechtsgebieden binnen het publiekrecht> strafrecht, bestuursrecht etc.
Rechtsgebieden binnen het privaatrecht> verbintenissenrecht,
arbeidsrecht etc.
Het materieel recht omvat inhoudelijke rechten en plichten: rechtsregels
om situaties, rechtsverhoudingen en handelingen juridisch te definiëren en
te kwalificeren.
Het formeel recht staat ook bekend als het procesrecht: hoe kunnen de
materiële rechtsregels afgedwongen worden bij de rechter.
Samenvattend: het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften en
procedureregels.
1.2 Functies van burgerlijk procesrecht
Het handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en
plichten
Het burgerlijk procesrecht verschaft een persoon bepaalde middelen om
zijn burgerlijke rechten en plichten te handhaven en te beïnvloeden
(vaststellen/tot stand brengen/wijzigen/beëindigen van rechten & plichten)
Voorkomen van een gerechtelijke procedure
Dit is de zogenoemde ‘preventiefunctie’. Onder dreiging van een
gerechtelijke procedure (zoals het uitbrengen van een dagvaarding) zijn
burgers vaak bereid om alsnog vrijwillig hun plichten te vervullen.
Voorkomen van eigenrichting
Eigenrichting houdt in dat een persoon zelf en met eigen middelen zijn
recht gaat halen zonder hulp van de overheid en zonder dat hem daartoe
een wettelijke bevoegdheid is gegeven.
1.3 Bronnen van het burgerlijk procesrecht
Wetgeving
- Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) > hierin staan
concrete regels voor het voeren van een procedure bij de burgerlijke
rechter + procesreglementen (processtukken, termijnen etc.)
, - Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) > hierin staat
beschreven hoe de rechterlijke macht in Nederland is georganiseerd
(taken en bevoegdheden van de rechtbank, de gerechtshoven en de
Hoge Raad)
Internationale regelgeving
- EEX-verordening > welke rechter is bevoegd in burgerlijke en
handelszaken in een Europees conflict, op welke manier worden
uitspraken van buitenlandse rechters in andere lidstaten erkend en
uitgevoerd.
- Bewijsverdrag > wederzijdse samenwerking op het gebied van
rechtshulpverlening in burgerlijke en handelszaken verbeteren
d.m.v. onderzoekshandelingen en gerechtelijke handelingen.
- EG-Bewijsverordening > deze verordening gaat specifiek over de
verkrijging van bewijs (deze is alleen binnen de EU van kracht).
- Haags betekeningsverdrag > onderlinge rechtshulp, op het gebied
van betekening of kennisgeving van gerechtelijke en
buitengerechtelijke stukken, verbeteren.
- EG-Betekeningsverordening > hetzelfde als het Haags
betekeningsverdrag, alleen is het van kracht binnen de EU.
- Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en
de fundamentele vrijheden (EVRM) > het handhaven en
verwezenlijken van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden.
Jurisprudentie
- rechtspraak van de Hoge Raad
1.4 Algemene uitgangspunten
Recht op rechtspraak en rechtsbijstand
Dit houdt in dat door iedereen een geschil moet kunnen worden
voorgelegd aan een overheidsrechter en dat een ieder recht heeft op
juridische bijstand in een procedure. Een belangrijk gevolg van deze
beginselen is het toegangsprincipe: iedereen moet toegang hebben tot de
rechter en een rechtsbijstandverlener, zoals een advocaat. Minder
draagkrachtigen hebben recht op gesubsidieerde rechtsbijstand: van
overheidswege wordt hen een advocaat toegevoegd die hen zal bijstaan.
Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Uitgangspunt in het Nederlands recht is dat er recht wordt gesproken door
een onafhankelijke en onpartijdige gerechtelijke instantie, bij de wet
ingesteld. Onafhankelijkheid houdt in dat de rechter geen verantwoording
verschuldigd is aan de overheid. Onpartijdigheid houdt in dat de rechter
oordeelt zonder zich te laten leiden door de personen van de
procespartijen.
Wraking
Indien een partij op gerechtvaardigde gronden twijfelt aan de
onpartijdigheid van de rechter, kan die partij een verzoek tot wraking van
die rechter doen (art. 36 Rv)
Verschoning
, Als de rechter zelf van mening is dat hij in een bepaalde zaak niet
onpartijdig kan zijn, dan kan hij verzoeken zich te laten vervangen door
een andere rechter (art. 40 Rv)
Hoor en wederhoor
Beide partijen moeten in de gelegenheid worden gesteld om hun
standpunten in een zaak naar voren te brengen (art. 19 Rv).
Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
Art. 20 lid 1 en 2 Rv
Openbaarheid van zitting en uitspraak
De terechtzitting dient in beginsel in het openbaar te geschieden (art. 27
lid 1 Rv). De uitzonderingen hierop staan in art. 27 lid 1 sub a-d Rv). Ook
de uitspraak moet in het openbaar plaatsvinden (art. 28 lid 1 Rv).
Motiveringsbeginsel
De rechter dient zijn uitspraak te motiveren. De uitspraak moet de
grondslagen voor de uitspraak en de argumenten die de rechter aan zijn
beslissing ten grondslag heeft gelegd inhouden (art. 30 Rv, art. 121 Gw en
art. 5 lid 1 Wet RO).
Geen rechtsweigering en volledige beslissing
De rechter moet altijd een beslissing geven over het geschil dat aan hem
is voorgelegd. Hij mag niet weigeren om een uitspraak te doen (art. 26
Rv). Bovendien moet de eindbeslissing volledig zijn (art. 23 Rv).
Beginsel van partijautonomie
Partijautonomie wil zeggen dat de grondslag voor de beslissing van de
rechter wordt gevormd door de stellingen van de procespartijen (art. 24
Rv). De partijen bepalen dus de omvang van de gerechtelijke procedure.
De burgerlijke rechter is lijdelijk: hij oordeelt slechts over vorderingen,
verweren, stellingen en argumenten die partijen aan hem voorleggen.
Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden
Art. 25 Rv: de verplichting van de rechter om (indien nodig) de
rechtsgronden aan te vullen.
Hoofdstuk 2 – Deelnemers aan het burgerlijk procesrecht
2.1 Procespartijen
Natuurlijke personen (alle burgers) en rechtspersonen (publiek: gemeente,
provincie / privaat: naamloze vennootschappen, besloten
vennootschappen).
Vertegenwoordiging van de natuurlijke persoon
De formele procespartij is degene die de beslissingen in de procedure
neemt en op wiens naam de procedure wordt gevoerd.
De materiële procespartij is het rechtssubject van de rechtsbetrekking
waarover het geschil bestaat (degene wiens inhoudelijke belang in de zaak
aan de orde is.
Vertegenwoordiging van de rechtspersoon
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lysbeth. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.