Palliatieve en terminale zorg:
Termen van verschillende zorg:
Levensverwachting: resterende tijd die een zorgvrager nog heeft tot moment van overlijden.
De zorg die je verleent tijdens de resterende tijd heet palliatieve zorg (laatste fase).
Heeft een zorgvrager een levensverwachting van minder dan 3 maanden dan is hij terminaal.
Terminale zorg is de zorg in de laatste weken of maanden van iemands leven. In deze fase
staat afscheid nemen en loslaten van het leven centraal voor de zorgvrager en naasten.
Definitie palliatieve zorg volgens de WHO:
Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van de zorgvrager en
hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het
voorkomen en verlichten van lijden, door middel van een vroegtijdige signalering en
zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke,
psychosociale en spirituele aard.
Bij palliatieve zorg:
Is niet de genezing van de zorgvrager het doel, maar een zo hoog mogelijke kwaliteit van
leven, waardoor het ziekteverloop mogelijk positief beïnvloed kan worden;
Is de dood een normaal, natuurlijk proces dat niet vertraagd of versneld wordt;
Is er aandacht voor lichamelijke én psychische klachten;
Worden de psychologische en spirituele aspecten in de zorg geïntegreerd benaderd;
Is er emotionele ondersteuning voor de zorgvrager en zijn naasten om zo actief mogelijk te
leven;
Is er emotionele ondersteuning voor de naasten om te leren omgaan met de ziekte van de
zorgvrager en met eigen gevoelens van rouw;
Wordt, indien nodig, vanuit een team van zorgverleners gewerkt, zodat aan alle noden van
zorgvragers en naasten tegemoet kan worden gekomen, zo nodig ook na het overlijden van
de zorgvrager (ondersteuning bij verliesverwerking).
Geschiedenis:
Basis voor palliatieve zorg is rond 1960 ontstaat. Voor deze tijd lagen de zorgvragers niet
gescheiden van de overige patiënten. Cicely Saunders trok dit zich erg aan en vond het
mensonwaardig om deze op zaal te verplegen, daarom legde zij hen op een aparte zaal.
Van de volwassenen die palliatieve zorg nodig hebben, lijdt het overgrote deel aan een
chronische ziekte, zoals hart- en vaatziekten (38,5%), kanker (34%), COPD (10,3%), aids
(5,7%) en diabetes (4,6%).
Wanneer kom je in aanmerking voor palliatieve zorg:
Wanneer de levensverwachting minder dan 3 maanden is.
De arts moet hiervoor toestemming geven, zodat er aanspraak gemaakt kan worden op
palliatieve terminale thuiszorg (combinatie van verpleging, verzorging en begeleiding) in een
palliatieve voorziening of thuissituatie.
Wordt bekostigd vanuit de aanspraak wijkverpleging in de zorgverzekeringswet.
Een zorgvrager kan een keuze maken uit verschillende voorzieningen:
Thuiszorg: Voordeel is dat de zorgvrager de eigen regie samen met de naasten in handen
heeft. Nadeel: Het betekent vaak wel een zware belasting voor de naasten. In de thuissituatie
wordt vaak een beroep gedaan op de gespecialiseerde en goedopgeleide vrijwilligers van
, VPTZ (vrijwilligers palliatieve terminale zorg), naast de professionele zorg door de huisarts,
thuiszorg en andere zorgverleners.
Bijna-thuis-huis. Een kleinschalige voorziening waar 24 uur per dag tijd door goedopgeleide
vrijwilligers, samen met beroepsmatige zorgverleners wordt geboden.
High care hospice (HCH). Een (kleinschalige) voorziening waar 24 uur per dag
verpleegkundige zorg aanwezig is. Vaak zijn ook andere zorgverleners in dienst (bijvoorbeeld
een palliatief arts, geestelijk verzorger of maatschappelijk werker). Hiermee hebben HCH’s de
expertise in huis om – naast de zorg die ook in bijna-thuis-huizen geboden wordt – extra
functies te vervullen, zoals symptoomanalyse bij mensen met complexe problematiek, snel
kunnen inspelen op (zeer) complexe zorgvragen, crisisopvang enzovoort.
Palliatieve unit verzorgings- of verpleeghuis. Hier werken vooral verzorgenden en enkele
verpleegkundigen samen met een verpleeghuisarts. Deze voorzieningen zijn bedoeld voor
alle zorgvragers in de terminale fase.
Samenwerking andere voorzieningen:
Palliatieve zorgvoorzieningen zijn vaak kleinschalig maar hebben allemaal het doel om
professionele zorg te leveren. Dit kan worden bereikt door aan te sluiten bij een
overkoepelende organisatie (associatie van high care hospices).
Zo’n overkoepelende organisatie werkt vaak nauw samen met de andere organisaties die een
rol spelen in de palliatieve zorg: Agora en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Agora is een landelijke organisatie die zich volledig richt op alles rond de professionele zorg
voor professionals en voor zorgvragers en hun naasten.
Het IKNL richt zich in eerste instantie op alle zorg voor zorgvragers met kanker en op
palliatieve zorg. Agora en het IKNL ontwikkelen materialen om te gebruiken in de palliatieve
zorg. Verder vertegenwoordigen deze organisaties de palliatieve zorg waar nodig,
bijvoorbeeld bij beroepsverenigingen en in de politiek.
Palliatief netwerk:
Palliatieve zorgvoorzieningen kunnen ondersteuning krijgen van palliatieve netwerken. Deze
netwerken richten zich op voorlichting, bijscholing en ondersteuning binnen de palliatieve
zorg. Ze leveren consultatieteams die inhoudelijke vragen beantwoorden van professionals,
artsen en verpleegkundigen over zorgvragers die palliatieve zorg nodig hebben.
PaTz-teams:
Staat voor palliatieve thuiszorg, met als doel om de samenwerking tussen huisartsen en
wijkverpleegkundigen op het gebied van palliatieve zorg te verbeteren. Door aanwezigheid
van een extern inhoudelijke deskundige uit de palliatieve zorg verbeterd de kwaliteit van de
zorg in de thuissituatie.
Dimensies bij palliatieve en terminale zorg:
Dimensies: de totale zorg waarbij alle aspecten van het mens zijn, in de zorg, voor
zorgvragers en naasten worden betrokken. De basis voor de dagelijkse zorg zijn de vier
dimensies die bij ieder mens te onderscheiden zijn.
1. de lichamelijke dimensie.
2. de psychische dimensie.
3. de sociale dimensie.
4. de spirituele dimensie.