Ondernemingsrecht M4
Hoofdstuk 6 rechtshandeling door vertegenwoordiging (deel 1 Vermogensrecht)
Hoofdstuk 1 inleiding ondernemingsrecht (deel 2 ondernemingsrecht)
Hoofdstuk 2 ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid (deel 2 ondernemingsrecht)
Hoofdstuk 3 rechtspersonen (deel 2 ondernemingsrecht)
Hoofdstuk 4 naamloze en besloten vennootschap 1 (deel 2 ondernemingsrecht)
Hoofdstuk 5 naamloze en besloten vennootschap 2 (deel 2 ondernemingsrecht)
Hoofdstuk 6 Rechtshandeling door vertegenwoordiging (deel 1 Vermogensrecht)
Eigenlijke/onmiddellijke vertegenwoordiging
Het verschijnsel dat het ene rechtssubject namens en voor rekening van een ander
rechtshandelingen verricht.
1
,Ontstaan vertegenwoordiging
1. Wettelijke bepaling
Voorbeelden van wettelijke bepalingen op grond waarvan vertegenwoordigingsbevoegdheid
ontstaat, zijn:
Bij handelingsonbekwaamheid zijn ouders/voogd of curator (art. 1:245, 1:381 en
3:32 BW) bevoegd.
Bij faillissement is de curator in faillissement (art. 68 Fw) bevoegd.
Bij bewind zijn een of meer bewindvoerders (art. 1:441 BW) bevoegd.
Bij zaakwaarneming is de zaakwaarnemer (art. 6:201 BW) bevoegd.
De organen van een rechtspersoon, zoals het bestuur van een nv of bv, ontlenen hun
vertegenwoordigingsbevoegdheid aan wet en statuten (art. 2:130 en 240 lid 1 BW).
De vennoten van een vennootschap onder firma en de beherende vennoten van een
commanditaire vennootschap ontlenen hun bevoegdheid aan het Wetboek van
Koophandel (art. 17 en 20 lid 2 WvK).
2. Volmacht
Eenzijdige rechtshandeling waarbij het ene rechtssubject, de volmachtgever, een ander, de
gevolmachtigde, hetzij uitdrukkelijk, hetzij stilzwijgend de bevoegdheid verleent namens
hem rechtshandelingen te verrichten (art. 3:60 en 61 lid 1 BW).
Uitdrukkelijke volmacht De volmacht wordt dan bijvoorbeeld gekoppeld aan de
overeenkomst die speciaal gericht is op het verrichten van
rechtshandelingen voor rekening van een ander, namelijk
lastgeving (art. 7:414 e.v. BW).
Stilzwijgende volmacht Een volmacht die ontstaan als onderdeel uit een andere
overeenkomst, bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst (art.
3:61 lid 1 BW).
Onbevoegde vertegenwoordiger Het verschijnsel dat iemand namens een ander een
rechtshandeling verricht zonder daartoe van tevoren
gemachtigd te zijn of voldoende gemachtigd te zijn (niet aan
de opdracht houden).
Hoofdregel: volmachtgever wordt in het geval van een onbevoegde vertegenwoordiger niet
gebonden. Afgeleid vanuit art. 3:66 lid 1 BW waarin staat dat een door de gevolmachtigde binnen de
grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar
gevolgen de volmachtgever.
Uitzondering
1. Opgewekte schijn
Als de volmachtgever zelf de schijn heeft gewekt dat de (pseudo)gevolmachtigde bevoegd
was om namens hem, de volmachtgever, rechtshandelingen te verrichten (art. 3:61 lid 2
BW).
2. Bekrachtiging
Doordat de volmachtgever de onbevoegd verrichte rechtshandeling bekrachtig (art. 3:69
BW).
2
,Handelingsonbekwame gevolmachtigde
Als de gevolmachtigde handelingsonbekwaam is, bijvoorbeeld een minderjarige werknemer, heeft dit
geen invloed op de aantastbaarheid van de tot stand gekomen rechtshandeling. Deze komt namelijk
tot stand tussen twee handelingsbekwame en is op grond daarvan onaantastbaar (art. 3:63 lid 1 BW).
Handelingsonbekwame volmachtgever
Als de volmachtgever handelingsonbekwaam is, heeft dit wel invloed op de aantastbaarheid van de
tot stand gekomen rechtshandeling. Immers, in dit geval betreft de handelingsonbekwaamheid een
van de partijen bij de rechtshandeling (art. 3:63 lid 2 BW).
Bevrijdend betalen Betaalt de wederpartij aan een bevoegde gevolmachtigde, dan is hij van zijn
schuld bevrijd. Wordt er betaald aan een onbevoegde gevolmachtigde dan is
de wederpartij niet van zijn schuld bevrijd.
Uitzonderingen betaling onbevoegde toch bevrijdend (betaald door onbevoegde):
1. Voor zover degene aan wie betaald moest worden, de betaling heeft bekrachtigd;
2. Voor zover degene aan wie betaald moest worden, erdoor is gebaar (art. 6:32 BW);
3. Als de schuldenaar aan degene aan wie betaald moest worden, kan tegenwerpen dat hij op
redelijke gronden mocht aannemen dat de ontvanger van de betaling bevoegd was de
betaling in ontvangst te nemen (art. 6:34 lid 1 BW).
Volmachtgever wordt eigenaar
De bevoegde vertegenwoordiger zorgt ervoor dat een overdracht plaatsvindt tussen de
opdrachtgever (volmachtgever) en de wederpartij, en valt er zelf tussenuit. Op het moment dat de
gekochte zaken door de wederpartij aan de gevolmachtigde worden afgeleverd, wordt de
volmachtgever dus eigenaar. De gevolmachtigde zelf wordt noch bezitter, noch rechthebbende op de
zaak, maar houder (art. 3:110 BW).
Nader te noemen meester Het verschijnsel waarbij iemand namens een op dat moment nog
onbekende opdrachtgever/volmachtgever een rechtshandeling
verricht (art. 3:67 BW).
Selbsteintritt Het verschijnsel waarbij de gevolmachtigde zelf wederpartij wordt,
bijvoorbeeld zelf de aandelen/grondstoffen koopt die hij moet verkopen (art.
3:68 BW).
Oneigenlijke/middellijke vertegenwoordiging
Men spreekt van oneigenlijke vertegenwoordiging als een vertegenwoordiger optreedt in eigen
naam, maar wel voor rekening van een ander (soort van tussenpersoon).
Bevrijdend betalen Betaalt de wederpartij aan een bevoegde gevolmachtigde, dan is hij van zijn
schuld bevrijd. Wordt er betaald aan een onbevoegde gevolmachtigde dan is
de wederpartij niet van zijn schuld bevrijd.
Uitzonderingen betaling onbevoegde toch bevrijdend (betaald door onbevoegde):
1. Voor zover degene aan wie betaald moest worden, de betaling heeft bekrachtigd;
2. Voor zover degene aan wie betaald moest worden, erdoor is gebaar (art. 6:32 BW);
3. Als de schuldenaar aan degene aan wie betaald moest worden, kan tegenwerpen dat hij op
redelijke gronden mocht aannemen dat de ontvanger van de betaling bevoegd was de
betaling in ontvangst te nemen (art. 6:34 lid 1 BW).
3
, Overdracht De tussenpersoon bij een middellijke vertegenwoordiging wordt
rechthebbende op de zaak. Maar het is uiteraard niet de bedoeling dat hij de
zaak voor zichzelf behoudt. Hij moet op zijn beurt weer voldoen aan zijn
afspraak met de opdrachtgever. Dit betekent dat op hem de plicht rust de
zaak over te dragen aan zijn opdrachtgever. Men noemt dit de
doorleveringsleer.
Directe leer De doorleveringsleer is echter niet van toepassing op roerende zaken en
toonderpapieren. Het eigendom of het recht gaat in dat geval wel
rechtstreeks over van de vervreemder op de verkrijger. De tussenpersoon is
dan houder.
Lastgeving
De overeenkomst waarbij de ene partij, de lasthebber, zich jegens de andere partij, de lastgever,
verbindt buiten dienstbetrekking voor rekening van de lastgever een of meer rechtshandelingen te
verrichten. De overeenkomst kan de lasthebber verplichten de rechtshandeling te verrichten hetzij in
eigen naam, hetzij in naam van de lasthebber (art. 7:414 BW).
4