Aardrijkskunde hoofdstuk 2
Weet je/ ken je
De opbouw van de aarde
De aarde bestaat uit de aardkern, aardmantel en aardkorst. Vanuit de aardkern word er
warmte afgegeven aan de aardmantel, hierdoor ontstaat daar de asthenosfeer, stromingen
in het vaste magma van de aardmantel. Deze stromingen heten convectiestromen, door
deze stromen ontstaan er bewegingen in de lithosfeer. De lithosfeer is het bovenste
gedeelte van de aardmantel en aardkorst, deze bestaat uit losse aardplaten.
Op welke manieren de aardplaten bewegen
Je kunt de platentektoniek indelen in 3 manieren van bewegingen:
1. Divergente plaatgrenzen, de platen bewegen uit elkaar. Hierdoor kunnen op
aardplaten vulkanen en scheuren ontstaan die zich vullen met lava, door het stollen
hiervan ontstaat een nieuwe aardbodem.
2. Convergente plaatgrenzen, de platen bewegen naar elkaar toe en botsen. Als hierbij
een oceanische plaat onder een aardplaat verdwijnt is er sprake van subductie en
ontstaat er een diepzeetrog, diepe plaatsen in de zeebodem. Doordat de oceanische
plaat smelt in de asthenosfeer komt dit via vulkanisme weer naar boven. Bij
subductie vinden explosieve erupties plaats, hierbij ontstaan caldera’s en
stratovulkanen. Ook zijn er op aarde vulkanen die midden op een aardplaat liggen,
deze zijn ontstaan vanuit een hotspot, een plek op aarde waar magma omhoogkomt.
Deze vulkanen noemen we schildvulkanen
3. Transformeert plaatgrenzen, hierbij bewegen de platen langs elkaar, het gesteente
komt onder grote druk te staan en breekt uiteindelijk, hierdoor kan een aardbeving
ontstaan. De magnitude van de aardbeving kan worden gemeten met de schaal van
richter en de schade van de aardbeving wordt gemeten met de schaal van Mercalli.
Als de aardbeving in de zee gebeurt kan dit een tsunami veroorzaken.
Welke type vulkanen er zijn en welke eruptietypen er zijn.
Je hebt verschillende soorten vulkanen:
Stratovulkaan, deze ontstaat door opgebouwde lagen van as en lava en heeft een
kegelvorm.
Caldera, als de magmakamer van een stratovulkaan leeg raakt en het dak van de
magmakamer instort ontstaat er een Caldera. Door uitbarstingen van een Caldera
kan er wel weer een stratovulkaan ontstaan
Schildvulkanen, schildvulkanen ontstaan doordat de lava rustig uit de krater stroomt
en een groot gebied bedekt. Deze vulkanen ontstaan door een hotspot, een plek
midden op de aardplaat waar magma uitspuit en zo een vulkaan maakt. Hierbij zit
onder de aardkorst op de plek van de hotspot veel magma, de plaat schuift daar
langzaam overheen waardoor het magma steeds verder omhoogkomt.
, Ook zijn er verschillende soorten explosies:
Effusieve erupties, een vulkaanuitbarsting met een rustig verloop. Het magma
stroomt er rustig uit en bedekt een groot gebied (schildvulkaan)
Explosieve erupties, dit is een ander soort magma dat omhoogkomt, het magma is
licht en wil zo snel mogelijk omhoog. Doordat dit magma ook taai is propt het op
onder het oppervlak en komt er grote druk om te staan en komt het explosief naar
buiten
Intrusies, als bij een subductie niet al het magma het aardoppervlak bereikt maar
een groot deel in de aardkorst blijft steken en langzaam afkoelt, noem je dit een
intrusie.
Welke gebergtes er zijn en hoe ze ontstaan.
Als eerst heb je breukgebergten, deze ontstaan doordat als er rek komt in de aardkorst deze
breekt. Langs deze breuken worden stukken aardkorst omhooggeduwd en sommige stukken
zakken weg, de omhooggeduwde delen heten horsten, de weggezakte delen heten slenken.
We weten ook dat gebergten door fases gaan, gebergten uit de alpiene fase, de laatste fase
zijn hoog en met veel relief, oude gebergten zijn juist afgerond. De oudste delen van
continentale aardplaten noemen we het schild.
Type verweringen:
Mechanische verwering, oftewel fysisch verwering: hierbij wordt het gesteente uit elkaar
getrokken en scheurt het. Dit kan gebeuren door 3 manieren:
1. Vorstverwering, als het erg vriest kunnen er scheurtjes ontstaan in gesteente, deze
scheurtjes vullen zich met water. Dit water bevriest dan weer waardoor de scheuren
waar het water in zit groter worden, als je dit herhaalt breekt de steen uiteindelijk
2. Boomwortels, deze kunnen ook in de scheuren gaan groeien, uiteindelijk worden de
wortels te groot voor de spleten en de steen valt uit elkaar
3. Temperatuurverschillen, als het in een gebied overdag erg warm is en s ’nachts erg
koud dan kan de steen overdag erg gaan uitzetten, als deze dan s’ nachts weer erg
inkrimpt en dit proces herhaalt zich elke dag dan valt de steen uiteindelijk uit elkaar.
Chemische verwering, hierdoor lost het gesteente op door zuren uit regenwater. Dit komt
vooral voor in warme gebieden waar het veel regent.
Op welke manieren wordt sediment vervoerd:
Sediment kan worden vervoerd door verschillende massabewegingen, je hebt de volgende
Vallend gesteente, stenen/ rotsblokken vallen loodrecht naar beneden
Een rotsmassa glijdt naar beneden over een helling
Puinlawine: stenen vallen en glijden naar beneden
Modderstromen, verwering zoals klei of zand samen met water stroomt naar
beneden