10 infecties en ziekten
Bacteriële infectieziekten
Voor de ontdekking van penicilline en andere antibiotica stierven er meer
mensen aan bacteriële infecties dan tegenwoordig. Beruchte ziekten, met
vaak dodelijke afloop, waren: tuberculose, tyfus, longontsteking,
kraamvrouwenkoorts en nekkramp. De pest heeft in de geschiedenis van
Europa meerdere malen de bevolking van sommige steden en landstreken
sterk uitgedund. Deze ziekte kreeg als bijnaam ‘De Zwarte Dood’.
Na de opkomst van de antibiotica hebben veel mensen gehoopt dat het mogelijk zou zijn
bepaalde ziekten helemaal uit te roeien. Die hoop is inmiddels ijdel gebleken. Veel soorten
bacteriën blijken in staat te zijn zich aan te passen aan veelgebruikte antibiotica en andere
medicijnen. Zij zijn resistent geworden. Hygiëne en infectiepreventie zijn tegenwoordig weer
minstens zo belangrijk als vroeger, voor de ontdekking van de antibiotica.
Het is niet de bedoeling elke bacteriële infectieziekte die je in het ziekenhuis kunt tegenkomen
uitvoerig in dit boek te behandelen. We bespreken de volgende bacteriële infectieziekten:
tuberculose
infecties door hemolytische streptokokken groep A
nekkramp of meningitis
Tuberculose
Deze ziekte komt wereldwijd nog steeds veel voor. Jaarlijks sterven er miljoenen mensen aan. Na
een periode van tientallen jaren waarin de ziekte op zijn retour leek, stijgt het aantal besmette
mensen weer, vooral in arme landen en landstreken met een grote bevolkingsdichtheid en grote
steden.
De oorzaken zijn onder meer:
armoede (ondervoeding en buitengesloten zijn van medische zorg)
sterk verminderde weerstand, veroorzaakt door andere ziekten (met name aids)
ontbrekende hygiëne (zowel persoonlijke hygiëne als hygiëne in het maatschappelijk
verkeer)
veel mogelijkheden om elkaar te besmetten (veel mensen wonen samen in kleine
ruimten, in dichtbevolkte wijken)
ontbreken van goede tuberculosebestrijding ter plaatse
Het aantal met tuberculose besmette mensen neemt ook in ons land toe. Dat komt door:
toegenomen internationaal verkeer van personen zoals zakenlieden, toeristen en mensen
die voor korte of langere tijd in het buitenland gaan werken, daar besmet worden en de
ziekte mee terugbrengen
immigratie van personen uit landen waar tuberculose heerst
Longtuberculose
, De meest voorkomende vorm van tuberculose is longtuberculose. Er zijn ook andere vormen
van tuberculose, zoals bot- en niertuberculose. Tuberculose wordt veroorzaakt door de
tuberkelbacil (Mycobacterium tuberculosis). Tuberculose is alleen besmettelijk wanneer de
tuberkelbacil uit het lichaam van de besmette persoon naar buiten kan komen. Er is dan sprake
van ‘open tuberculose’. Bij longtuberculose is dat het geval wanneer de infectiehaard direct met
de luchtwegen in verbinding staat en er tuberkelbacillen in het sputum kunnen komen. De
bacillen verspreiden zich dan in de omgeving van de zorgvrager, doordat er tijdens spreken en
hoesten sputumdruppeltjes vrijkomen. Als een ontvankelijk persoon deze onzichtbare druppeltjes
inademt, loopt hij het risico het volgende slachtoffer te worden. Een goede maatregel om
besmetting van anderen te voorkomen, is dan ook het dragen van een FFP2-masker. In de
kamer waarin de zorgvrager met open longtuberculose geïsoleerd verpleegd wordt, draagt
degene die de kamer binnenkomt zo’n masker. Wanneer de zorgvrager de kamer verlaat, draagt
hij er zelf een. Tuberculose is een ziekte die zich langzaam ontwikkelt. De incubatietijd duurt
minstens vier tot twaalf weken, vaak langer.
Bron: WIP richtlijn, Preventie van besmetting met tuberculose in ziekenhuizen, herzien
2009, www.rivm.nl
De incubatietijd is de periode die verstrijkt tussen het binnendringen van de ziekteverwekker en
het uitbreken van de ziekte.
Latente tuberculose
Tuberculose kan jarenlang een sluimerend bestaan leiden. De besmette persoon is dan in staat
de verdere ontwikkeling van tuberculose in zijn lichaam te verhinderen, maar hij is niet in staat de
ziekte te overwinnen. Wanneer zijn lichamelijke conditie dan door een of andere oorzaak of
ouderdom verslechtert, kan de tuberculose alsnog de kop opsteken. Het is daarom ook belangrijk
om latente tuberculose uit te sluiten bij therapieën waarbij de weerstand wordt verlaagd, zoals
chemotherapie. Ook bij zorgvragers die ooit tuberculose hebben doorgemaakt en daar met
succes tegen zijn behandeld, kunnen soms tientallen jaren later alsnog een opleving van de
ziekte meemaken. De tuberculose zit dan soms in een ander orgaan dan de longen of in de
botten. De tuberculose is dan latent aanwezig.
Open tuberculose
Een zorgvrager die verdacht wordt van open tuberculose, moet direct vanaf opname geïsoleerd
verpleegd worden. De isolatie duurt voort tot zeker is dat er géén tuberkelbacillen in het sputum
aanwezig zijn. Om dat te kunnen aantonen, moet de zorgvrager tot drie maal toe sputum
opgeven voor microbiologisch onderzoek. De meeste ziekenhuizen beschikken over een eigen
tuberculoseprotocol. De aanwijzingen die daarin staan moet je nauwgezet opvolgen. Een van die
aanwijzingen zal zijn dat je je naam noteert op een zogenaamde contactlijst, nadat je op de
isolatiekamer van de zorgvrager bent geweest. Afhankelijk van de uitkomsten van het
microbiologisch onderzoek, krijg je dan enkele maanden tot een halfjaar later een oproep voor
controle.
Met behulp van een prikje in de onderarm, waarbij een kleine hoeveelheid tuberculine in de huid
wordt gespoten, gaat men dan na of je besmet bent. Dit heet het bepalen van de Mantoux-
reactie. Sommige mensen kunnen niet met deze methode gecontroleerd worden. Zij krijgen een
oproep voor het maken van een borstfoto (X-thorax). Als bij controle blijkt dat je besmet bent,
krijg je gedurende enige tijd medicijnen om de tuberkelbacil onschadelijk te maken, zodat de
ziekte geen kans krijgt zich verder te ontwikkelen.
, Infecties door hemolytische streptokokken groep A
Er bestaan veel soorten bacteriën die de naam ‘streptokok’ dragen. Ze dragen die naam omdat
ze er onder de microscoop uitzien als een parelsnoer. Er zijn zo veel soorten streptokokken dat
ze in groepen zijn ingedeeld. De meeste zijn ongevaarlijk. De hemolytische streptokokken uit
groep A kunnen wel gevaarlijk zijn. Zij zijn in staat allerlei ziekten te veroorzaken, zoals:
kraamvrouwenkoorts
wondroos (erysipelas)
keelontsteking
roodvonk (scarlatina)
Figuur 5 Voorbeeld van een streptokok.
Kraamvrouwenkoorts
Voor de opkomst van de microbiologie wist men van veel ziekten niet dat ze door micro-
organismen werden veroorzaakt. Van hygiëne en infectiepreventie had men geen idee. Daardoor
konden micro-organismen veel slachtoffers maken. Vrouwen die in een ziekenhuis bevielen,
liepen het risico aan kraamvrouwenkoorts te sterven. Hoe dat kwam, werd duidelijk toen de
wetenschap zicht kreeg op de verwekker van de kraamvrouwenkoorts: Streptococcus pyogenes.
Dit is de oude benaming voor de hemolytische streptokok uit groep A. Doordat de artsen zonder
hun handen te wassen van de ene zorgvrager naar de andere liepen en zelfs van de snijtafel,
waarop zij overledenen onderzochten, naar een vrouw liepen die lag te bevallen, verspreidden zij
de bacterie. Overal waar men een goede handhygiëne invoerde, daalde het aantal gevallen van
kraamvrouwenkoorts drastisch. Tegenwoordig weten we dat niet alleen artsen, maar alle
hulpverleners in de gezondheidszorg moeten zorgen voor een goede handhygiëne.
Wondroos (erysipelas)
Wondroos is een uiterst pijnlijke, vaak scherp begrensde infectie van de huid die soms gepaard
gaat met hoge koorts. De infectie kan beginnen in een schijnbaar gave huid, kan zich snel
uitbreiden en kan zelfs levensbedreigende vormen aannemen, afhankelijk van de agressiviteit
van de streptokok. Het komt een enkele keer voor dat artsen alleen door snel chirurgisch
ingrijpen het ergste kunnen voorkomen.
De chirurg moet dan bijvoorbeeld het door een agressieve hemolytische streptokok geïnfecteerde
been van de zorgvrager amputeren om diens leven te redden. Gelukkig blijkt wondroos vaak
goed te behandelen met antibiotica. Mensen die eenmaal wondroos hebben gehad, lopen meer
risico dan anderen om opnieuw een infectie met hemolytische streptokokken op te lopen. Hoe dat
kan, is nog onduidelijk.
Keelontsteking
Wanneer een zorgvrager zegt dat hij last heeft van een ontstoken keel, heeft hij soms alleen
ontstoken amandelen (tonsillitis). Bij een echte keelontsteking (faryngitis) zijn het slijmvlies van
de keelholte, het verhemelte, de amandelen en de keelwand ontstoken. Er zijn veel soorten
micro-organismen die een keelontsteking kunnen veroorzaken, waaronder verkoudheidsvirussen.
, De hemolytische streptokok kan ook keelontsteking veroorzaken. Zo’n keelontsteking gaat dan
meestal gepaard met veel pijn, koorts (ook koude rillingen), slikproblemen en het hebben van het
gevoel dat de keel dichtzit. Zo’n keelontsteking kan vervelende gevolgen hebben. Wanneer de
zorgvrager niet behandeld wordt, loopt hij het risico dat hij weken later nog last krijgt van
complicaties, zoals:
acuut gewrichtsreuma (ontsteking van grote gewrichten);
acute glomerulonefritis (ontsteking van nierlichaampjes);
sepsis lenta (subacute endocarditis, oftewel ontsteking van de binnenbekleding van het
hart en de hartkleppen).
Deze complicaties worden veroorzaakt door afvalstoffen van de streptokok die voor de
keelontsteking verantwoordelijk was, of door de hemolytische streptokok zelf, die dan nog steeds
aanwezig is.
Wanneer je als verpleegkundige last hebt van een ontstoken keel, mag je nooit zonder
voorzorgsmaatregelen te nemen gaan werken met zorgvragers. Meld aan je leidinggevende dat
je een ontstoken keel hebt en ga na welke regels er op het gebied van infectiepreventie gelden in
het ziekenhuis waar je werkt. Deze regels zijn er om zowel jou als de zorgvragers die aan jouw
zorgen zijn toevertrouwd te beschermen.
Een zorgvrager met een keelontsteking die door een hemolytische streptokok wordt veroorzaakt,
moet ten minste tot 24 uur na het starten van een antibioticakuur geïsoleerd worden verpleegd.
Een verpleegkundige of andere hulpverlener die met een onbehandelde keelontsteking wil
werken, mag geen contact hebben met zorgvragers, medische hulpmiddelen en
voedingsmiddelen tot duidelijk is welke oorzaak de ontsteking heeft. Is de keelontsteking het
werk van een hemolytische streptokok, dan mag zij niet werken tot 24 uur na starten van de
antibioticakuur. Is er een andere oorzaak (bijvoorbeeld een ander besmettelijk micro-organisme),
dan kunnen er andere maatregelen nodig zijn, of geen. Volg altijd de richtlijnen op die op het
gebied van hygiëne en infectiepreventie in het ziekenhuis gelden. Vraag zo nodig instructies van
de ziekenhuishygiënist.
Als Harm de Boer ’s morgens op de afdeling komt om te werken, merkt Hester Witfrink,
teamleider, op dat hij moeilijk slikt en er ziek uitziet. ‘Ben je ziek?’, vraagt ze. ‘Valt wel mee’, zegt
Harm. ‘Beetje keelpijn. Gaat wel over. Heb ik wel vaker.’ ‘Ik wil dat je je eerst meldt bij de afdeling
Infectiepreventie’, stelt Hester. ‘Ik wil weten of het wel verstandig is dat je werkt.’ Na een
halfuurtje krijgt Hester een telefoontje. Harm is naar zijn huisarts gestuurd. Hij moet een
antibioticakuur volgen. Er is een keeluitstrijkje gemaakt. Na drie dagen is de uitslag dat hij een
hemolytische streptokok groep A in de keel had. ‘Het is maar goed dat ik je niet heb laten
werken’, zegt Hester als Harm na een week weer op de afdeling verschijnt. ‘Je had verschillende
zorgvragers problemen kunnen bezorgen met die keel van je.’
Roodvonk (scarlatina)
Roodvonk is een besmettelijke ziekte die wordt overgebracht door een bacterie.
De volgende klachten kunnen zich voordoen:
Roodvonk begint met hoge koorts, braken, hoofdpijn en keelpijn.
Daarna komen er meestal felrode vlekjes op het lichaam. Er zijn geen vlekjes bij de neus
of mond.
De huid met de vlekjes ziet eruit als rood kippenvel en voelt aan als schuurpapier.
Ook op de tong komen felrode puntjes, dit heet ook wel frambozentong.
Na een paar dagen begint de huid te vervellen, vooral aan de vingers en tenen.
De klachten duren meestal 7 tot 10 dagen. Roodvonk is erg besmettelijk en heeft ernstige
complicaties, zoals acute glomerulonefritis (een ernstige ontsteking aan de nieren), acuut
gewrichtsreuma en een ontsteking van het hart. Daarom zijn tijdige herkenning en een
antibioticabehandeling belangrijk.