Samenvatting Interdisciplinair: - Organisatie van de zorg
- Beleid en economie
Wat is het verschil tussen paramedische beroepen, medische beroepen, sociaal/welzijn beroepen
Para’medicus = Beroepsbeoefenaar die naast de medicus geneeskunde bedrijft.
Gerichte doorverwijzing van patiënten voor specifieke behandeling op hun
deskundigheidsterrein.
12 beroepsgroepen Fysiotherapeuten, oefentherapeuten Cesar en mensendieck,
podotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, huidtherapeuten,
mondhygiënisten, orthoptisten en optometristen en radiodiagnostisch en radiotherapeutisch
laboranten.
• Sociaal/welzijn beroepen sector geestelijke gezondheidszorg: Hulp bieden aan mensen
met psychische stoornissen en ernstige psychosociale problemen.
bv. Psychiaters, psychotherapeuten, psychologen, gerontologen, pedagogen en
maatschappelijk werkers.
Sector maatschappelijke zorg: Verzorgen maatschappelijke opvang.
bv. dak- en thuislozenopvang, vrouwenopvang en crisisopvang.
Wat zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende beroepsgroepen volgens wet Big
en WGBO
Wet BIG = wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
Bestrijkt alle beroepen in de gezondheidszorg, waaronder ook de verpleging en de verzorging.
Regelt dus wat wel en niet mag, titelbescherming, deskundigheid beoordeelt.
Vervangt drie oude wetten:
• Wet Uitoefening Geneeskunst (WUG) 1865
bv tandartsen, verloskundigen en apothekers.
• Medische Tuchtwet 1928
• Wet op Paramedische Beroepen 1963
Tuchtrecht beroepsgroep beoordeelt zelf of ze naar behoren behandeld. Omdat men blindelings
op de titel moet kunnen vertrouwen.
‘Zware’ regeling en tuchtrecht art. 3-diploma.
Lichte’ regeling art. 34-diploma.
Alleen opleidingseisen en deskundigheid geregeld. Beschermde titel behaald bij erkende
opleidingsinstelling. Geldt voor bv. Diëtistes en huidtherapeuten
Wet WGBO Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst.
Doel: rechtspositie van patiënten te regelen en daarmee te versterken, waarbij rekening gehouden
wordt met de eigen verantwoordelijkheid van de hulpverlener.
• Het recht op informatie (recht op niet weten).
• Het toestemmingsvereiste (informed consent).
• Het inzagerecht (dossierplicht).
Noem 4 voordelen en 4 nadelen van multidisciplinair of interdisciplinair werken voor de
beroepsbeoefenaar
Nadeel kost waarschijnlijk meer geld, om alle mensen bij elkaar te hebben, wederzijdse
afhankelijkheid speelt ook een rol, tijdverlies omdat iedereen zijn mening graag wil vertellen, extra
sturing en communicatie nodig tussen alle disciplines.
,Voordeel beter voor de patiënt, optimale zorg voor de patiënt. Je leert ook weer van andere
disciplines, de bron van ideeën wordt verbeterd, dubbel werk wordt voorkomen, samenhorigheid
wordt verbeterd.
Maar wat is dat nou eigenlijk, een professie en professionalisering ??En welke factoren
beïnvloeden dat?
Arbeidsdeling: Van taken/ activiteiten via beroepen naar professies
Fase 1: Beroepsvorming
• Differentiatie(afsplitsing van taken)
• Legitimering(zingeving: Het is een belangrijke activiteit)
• Institutionalisering(vast patroon van activiteiten en procedures hierdoor ontstonden
beroepen.
Verdere uitleg; vroeger waren er bijvoorbeeld geen verpleegkundigen of onderwijzers. Dat gebeurde
gewoon in het gezin, kinderen werken opgevoed en onderwezen. OP gegeven moment gingen
beroepen ontstaan omdat, activiteiten steeds complexer worden, er meer kennis/ervaring vereist
was, nieuwe technieken en ontwikkelingen ontstaan, niet iedereen meer alles kan en mensen zich
toeleggen op deeltaken. VB vroeger geen ICT’ers, scheepstimmerlieden zijn er nauwelijks nog.
Beroepen komen op en verdwijnen dus.
Fase 2: Professionalisering: Veranderingsproces van beroep naar Professie.
Een professie is een beroep met een aantal volgende kenmerken:
• Vertegenwoordigt een belangrijke maatschappelijke waarde(bv. rechtvaardigheid: de jurist),
gezondheid (de arts) etc.
• Is juridisch gelegitimeerd (omdat het zo’n belangrijke waarde vertegenwoordigd is wettelijk
vastgelegd waaraan je moet voldoen om het beroep uit te oefenen
• Beheert zeer specialistische kennis en vaardigheden die slechts weinigen gegeven is
• Bepaalt zelf wie tot de beroepsgroep mag behoren( Opleidingseisen en Tuchtrecht)
• Professionele autonomie: Anderen zijn niet in staat om je te beoordelen: Dat kunnen allen
jijzelf en je beroepsgenoten
Echter zijn er ook nadelen aan de deze professionalisering, kritiek op de kenmerkenbenadering;
• Professie is een statisch begrip: Als je aan de kenmerken voldoet ben je het
• Erg naar binnen gericht (vooral gericht op behoud van eigen status, inkomen).
, • Schept afstand naar de buitenwereld
• Monopoliseert een domein (bv. De gezondheidszorg) ( politiek, media heeft niets te
vertellen)
•
Dan kan er ook nog onderscheid worden gemaakt tussen 2 groepen professionals namelijk de;
• De R-professional doet wat moet gebeuren steeds beter (effectiever, efficienter en
doelmatiger)
• De I-professional is steeds op zoek naar nieuwe oplossingen, vernieuwing en innovatie.
“Paradox van Hutschemakers”
In hun ijver om zich te “profileren” gaan professionals zich steeds meer verdiepen en verbreden
• Gevolg is juist (heel tegenstrijdig/ paradoxaal) dat hun profiel steeds onduidelijker wordt
Een goed voorbeeld hiervan is; De Jeugdverpleegkundige richt zich niet meer alleen op fysieke
gezondheid (lengte, ziekte, gewicht) maar ook steeds meer op opvoeding, gedrag etc.
Daarmee gaat de jeugdverpleegkundige steeds meer overeenkomsten vertonen met pedagogen,
opvoedingsonder-steuners ed. En daarmee “vervaagt” het beroep
Wat is de rol van de verschillende patiënte belangenverenigingen binnen de gezondheidzorg
Welke wetten en organen waarborgen de rechten van de patiënten binnen de gezondheidszorg
De wet BIG en WGBO.
Wat is de rol van de verschillende beroepsorganisatie, beroep/statuten, bij de ontwikkeling ban
protocollen en richtlijnen .
Beroepsorganisatie (eisen) aan beroepsbeoefenaar
Standaarden voorgeschreven door beroepsgroep en bewaakt door tuchtrecht en stelt regels voor de
organisatie van de zorgverlening.
• Ten opzichte patiënt: Informerend, ondersteunend, klantgericht. (hv)
• Beroepscodes en gedragsregels ‘deskundig handelen’, ‘goed hulpverlener schap’, ’zorg van
goed niveau’. (hv)
• Verantwoordelijkheid patiënten: fatsoenlijk gedragen. (pt)
Beroepsprofiel
• Omschrijving van deskundigheden van een beroepsgroep.
• Duidelijkheid rondom taken en verantwoordelijkheden van de beroeps-uitoefening.
• Beschermt patiënt tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen professional.
• Draagt bij aan professionalisering van het beroep.
Beroepscode
• Waarden en ethische beginselen.
• Normen en gedragsregels.