Eveline
Crone
Het
Puberende
Brein
Samenvatting
,Eveline
Crone
Het
Puberende
Brein
1.
Adolescentenbrein
in
beweging
Het
gedrag
van
pubers
roept
vaak
vraagtekens
op
bij
opvoeders.
Anders
dan
in
de
kindertijd
zijn
ze
vaak
gesloten
naar
hun
ouders,
maken
onlogische
keuzes
of
nemen
onverantwoorde
risico’s.
Het
Brain
&
Development
Laboratorium
van
de
Universiteit
Leiden
onderzoekt
wat
zich
afspeelt
in
de
hersenen
van
jongeren
tussen
12
en
25
jaar.
Dit
boek
probeert
pubergedrag
te
verklaren
vanuit
de
hersenontwikkeling.
Er
komen
vier
aspecten
aan
de
orde.
1. leren
(cognitie)
2. emotie
3. sociaal
functioneren
4. creativiteit
Een
belangrijke
conclusie:
het
klopt
niet
dat
bepaalde
hersengebieden
bij
pubers
nog
niet
volgroeid
zijn.
Het
gaat
om
de
communicatie
tussen
hersen-‐
gebieden
die
grillig
of
niet
optimaal
verloopt.
De
ontwikkeling
van
de
verschillende
hersengebieden
wordt
aangestuurd
door
hormonen.
Door
allerlei
zintuiglijke,
cognitieve,
emotionele
en
sociale
prikkels
ontwikkelen
bepaalde
hersengebieden
zich
stormachtig:
er
ontstaan
steeds
meer
en
efficiëntere
verbindingen.
Zodoende
ontstaat
belangstelling
of
talent
voor
bijv.
sport,
muziek,
mode
enz.
Niet
alle
hersengebieden
ontwikkelen
zich
echter
in
hetzelfde
tempo.
Dat
ver-‐
oorzaakt
vaak
typisch
gedrag
bij
adolescenten.
Crone
geeft
een
voorbeeld
van
een
meisje
van
15
dat
samen
met
een
vriendin
een
piercing
laat
zetten
van
het
geld
dat
ze
mee
heeft
gekregen
voor
een
winterjack.
Het
gebied
‘emotionele
kicks’
(Cool
als
ik
maandag
de
piercing
op
school
kan
laten
zien!)
overheerst
het
gebied
dat
haar
laat
nadenken
over
de
gevolgen
van
haar
gedrag
(geen
winterjack,
ouders
kwaad).
, Razende
hormonen
Let
op
het
verschil
tussen
puberteit
(seksuele
volwassenwording,
ca.
10-‐14
jaar)
en
adolescentie
(overgangsfase
tussen
kind
en
volwassene,
ca.
10-‐22
jaar).
Het
typische
gedrag
van
pubers
en
hun
lichamelijke
ontwikkeling
hebben
een
gemeenschappelijke
oorzaak:
hormonen.
Hormonen
zorgen
aan
de
ene
kant
voor
lichamelijke
veranderingen,
maar
omgekeerd
sturen
ze
ook
de
structuur
en
organisatie
van
bepaalde
hersenge-‐bieden
aan.
De
hypothalamus
–
een
belangrijk
hersengebied
–
is
een
soort
distributie-‐centrum
voor
hormonen.
Het
maakt
een
stofje
aan,
GnRH,
dat
als
een
soort
vertegenwoordiger
via
de
bloedbaan
reist.
Zo
komt
de
GnRH
ook
langs
de
hypofyse,
die
op
zijn
beurt
weer
geslachtshormonen
produceert,
waardoor
de
geslachtsorganen
zich
ontwikkelen
en
zaad-‐
of
eicellen
gaan
vormen.
Ergens
aan
het
begin
van
de
puberteit
neemt
de
productie
van
GnRH
sterk
toe,
bij
het
ene
kind
eerder
dan
bij
het
andere.
De
lichamelijke
veranderingen
roepen
ook
weer
reacties
op:
stemmingswisselingen,
onzekerheid
over
het
uiterlijk,
seksu-‐eel
gedrag.
Hoe
de
relatie
precies
is,
weten
we
niet,
maar
het
gaat
in
elk
geval
met
forse
pieken
en
dalen.
Continue
jetlag
Een
opvallend
gevolg
van
de
veranderende
hormoonhuishouding
is
een
verstoord
slaapritme.
Pubers
hebben
zo’n
9
tot
9,5
uur
slaap
nodig,
maar
komen
daar
bijna
nooit
aan
omdat
hun
lichaam
pas
laat
het
slaaphormoon
melatonine
afgeeft.
’s
Morgens
is
het
andersom,
sommige
pubers
zijn
met
nog
geen
drie
wekkers
uit
hun
bed
te
krijgen.
Het
slaaptekort
kan
ook
weer
leiden
tot
stemmingswisselingen.
Onhandelbaar
gedrag
en
emotionele
uitbarstingen
zijn
dus
soms
eenvoudig
een
gevolg
van
een
veranderend
bioritme.
Opgroeien
tot
volwassen
lid
van
de
maatschappij
Al
die
lichamelijke/hormonale
veranderingen
hebben
gevolgen
voor
(1)
de
cognitieve
vaardigheden
(bijv.
schoolprestaties);
(2)
emotioneel
gedrag;
(3)
sociaal
gedrag;
en
(4)
creatieve
vermogens.
Die
veranderingen
zijn
al
eerder
beschreven
door
ontwikkelingspsychologen,
maar
pas
de
laatste
jaren
kunnen
we
ze
verklaren
vanuit
hersenonderzoek.
Wat
cognitieve
vaardigheden
betreft
ontdekte
Piaget
dat
opgroeiende
kinderen
steeds
beter
zgn.
executieve
(uitvoerende)
functies
beheersen.
Dat
zijn
taken
waarbij
je
verschillende
vaardigheden
tegelijk
nodig
hebt.
Bijvoorbeeld
infor-‐matie
vasthouden
in
je
gedachten,
zoals
spelregels
en
afspraken.
Als
je
execu-‐tieve
functies
goed
ontwikkeld
zijn,
kun
je
beter
inspelen
op
complexe
situaties,
bijv.
huiswerk
maken
voor
meerdere
vakken,
een
nieuw
spel
leren.