Encyclopedie 2
Hoorcollege 1a De aard van het recht
Nieuwe opzet
• Zeven hoorcolleges serie A Algemene inleidingen in de stof
• Zeven hoorcolleges serie B Inleidingen in de teksten
• Zeven werkgroepen Zelf met de stof aan de slag
Intensieve werkgroepen
• Aanwezigheidsplicht (1 keer afwezig)
• Voorbereidingsplicht
– Referaat houden op basis van essay (1x)
– Peer review essay (1x)
– Stelling inleveren (4x)
• Alles loopt via blackboard
• Deadline essays/ stellingen: dinsdag 9 uur
• Deadline peer review: dinsdag 18 uur
• Goed meegedaan? Bonus: 0,6 punten.
Literatuur en tentamen
• Verplichte literatuur
– Reader en werkboek Encyclopedie II 2013-2014
– Michael J. Sandel, Pleidooi tegen volmaaktheid. Een ethiek voor gentechnologie, Utrecht:
Uitgeverij Ten Have 2012
• Tentamen: 26 mei 2014
– Open vragen en een essayvraag
– Kennis, toepassing en begrip
– Argumentatie heel belangrijk
De cursus in schema
1. Wat is recht?
2. Natuurrecht, rechtspositivisme, constructivisme
3. Rechtsvinding
4. Liberalisme
5. Communitarisme
6. Formele en materiële democratie
7. Grenzen aan mensenrechten
Het rechtsbegrip
• Waarom is er recht?
– Wat is de bedoeling van normen?
• Wat is recht?
– Hoe identificeer je normen?
• Hoe vinden we recht
– Hoe interpreteer je normen?
Waarom is er recht?
1. Rechtszekerheid?
– Voorkomen van (burger-)oorlog
– Voorkomen van chaos
vertrouwen geven in de toekomst, dat mensen elkaar niet schaden. Voorkomen eigen richting
chaos, van verkeerschaos tot moraal
,2. Rechtvaardigheid?
– Voorkomen van onrecht tussen overheid en burgers bijv. d.m.v. Grondwet
– Voorkomen van onrecht tussen burgers onderling privaatrecht/strafrecht
3. Doelmatigheid?
– Voorkomen van maatschappelijk leed dingen prettiger maken door goede regelingen
– Voorkomen van verspilling (geld/goederen/publieke middelen, etc.) processen efficiënter
laten verlopen door slimmer organiseren van de maatschappij
Elke rechtsfilosoof legt de nadruk op een ander van deze aspecten. Bijvoorbeeld de een op
rechtszekerheid, de ander op doelmatigheid. De andere aspecten worden wel meegenomen.
Indeling
* Rechtvaardigheid natuurrecht + constructivisme (Dworkin)
* Rechtszekerheid positivisten (Hart)
* Doelmatigheid juridische pragmatisten
Basisfuncties kunnen botsen
De bovengenoemde 3 functies kunnen met elkaar in botsing komen
• Spanning tussen rechtszekerheid en rechtvaardigheid
– Repareren van historisch onrecht? bijv. slavernij
– Iemand wel/ niet twee keer voor hetzelfde feit berechten?
recht moet rechtszeker en rechtvaardig zijn, maar dit kan niet altijd en dus moet je kiezen
tussen beiden
bijv. verjaring in het strafrecht, vergroot rechtszekerheid, maar is niet rechtvaardig
bijv. ne bis in idem wat als men in eerste keer iets over het hoofd heeft gezien??
• Spanning tussen rechtszekerheid en doelmatigheid
– Bezuinigingen op rechtsbijstand? scheelt rechtszaken en dus geld, maar niet iedereen kan
zich verdedigen of zijn recht halen
– Het gebruik van ‘drones’ in de strijd tegen terrorisme? veiligheid/privacy gaat buiten recht
om, komen op buitenlands grondgebied en degene die gedood worden hebben geen
rechtsbescherming dus in strijd rechtszekerheid
• Spanning tussen rechtvaardigheid en doelmatigheid
– Doorgaan met gaswinning, ook als er een zeer grote kans is op zware aardbevingen die een
beperkte groep mensen ernstig schaden?
– Iemand onverdiend zwaarder straffen of uitsluiten, omdat de meeste mensen dat graag willen?
Bijv. debat tussen minister Henk Kamp en Jan Mulder in De Wereld Draait Door (8-2-2013)
over gaswinning in Groningen. http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/206879, vanaf 11:22.
(Utilisme: grootste geluk voor zoveel mogelijk mensen is rechtvaardig
Kant: mens mag geen slachtoffer gemaakt worden voor hoger doel)
Wat is recht?
Antwoord 1:
Rechtspositivisme het accent ligt op rechtszekerheid
maar zij hebben zeker iets met moraal te maken. Zij spreken zich niet uit welke moraal het recht
moet ondersteunen. Ze zeggen niet zoveel over de relatie tussen recht en moraal.
2
, Hoe het recht moraal is, het zegt in ieder geval iets over de rechtszekerheid
Vanaf de 19e eeuw dominant. Wetenschappelijk antwoord op wat is recht en hoe identificeer je recht.
• Recht is wat in de rechtsbronnen staat (wet, verdrag, jurisprudentie, gewoonte)
• Met behulp van (een beperkt aantal erkende) rechtsbronnen kunnen we identificeren wat geldend
recht is hieronder kan je al het recht onderbrengen
• Lagere regels ontlenen hun gelding aan hogere regels
• Kan geldend recht onwenselijk of immoreel zijn? Ja dat kan, voor de gelding maakt dit niet uit
• Er is een conceptuele scheiding tussen recht en moraal --> altijd aan recht gehoorzamen al is het
immoreel? Is een ethische kwestie
• De rechter moet volgens de (letter van de) wet recht spreken, niet zijn eigen subjectieve voorkeur
volgen dicht bij de wet blijven, zoveel mogelijk volgens letter van de wet interpreteren, anders
wordt de rechter een soort politicus en dit leidt tot rechtsonzekerheid/willekeur
geven een afgebakend antwoord op wat recht is te herleiden uit de rechtsbronnen
alles terug te leiden uit een hogere regel, maar de Grondwet dan? Kelsel: Grundnorm is de hoogste
regel
Antwoord 2a:
Natuurrecht het accent op rechtvaardigheid
• Recht is wat correspondeert met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is
• Het positief recht vormt een uitwerking van het natuurrecht naar tijd en plaats
• Natuurrecht geldt rechtstreeks, ongeacht menselijke tussenkomst.
• Een onrechtvaardige (menselijke) wet is geen geldend recht.
recht heeft relatie met een bepaalde moraal, dan wet goed voor mensen is.
kernbeginselen die al bestonden voordat er recht was
gelijkheid is ook een natuurrechtelijk uitgangspunt
Antwoord 2b:
Constructivisme accent op rechtvaardigheid
Dworkin, wordt volgende week verder besproken
Er is een relatie tussen recht en rechtvaardigheid, maar die rechtvaardigheid zijn beginselen die in het
rechtssysteem zitten. Het recht is dynamisch
• Er is meer recht dan in de rechtsbronnen staat; ook achterliggende waarden, idealen en beginselen
behoren tot het geldende recht.
• Recht is een dynamisch fenomeen (de idealen van de samenleving ontvouwen zich in het recht)
• Rechters zijn actief betrokken bij de rechtsontwikkeling; moeten regels interpreteren vanuit hun
bedoeling en achterliggende beginselen meewegen.
• Rechters doen niet aan “politieke rechtspraak”, maar baseren zich op ongeschreven beginselen en
idealen die aan het rechtssysteem zelf ten grondslag liggen. bijv. het beginsel rechtszekerheid
Antwoord 3:
Juridisch pragmatisme accent op doelmatigheid
Het recht als instrument om de samenleving efficiënter/doelmatiger te laten verlopen.
Wat in de wet staat is niet belangrijk, maar wat rechters beslissen
• Recht is wat rechters doen (op basis van hun‘common sense’), wat zij onder specifieke
omstandigheden nuttig voor de samenleving vinden
• Rechtens juist is de beslissing die per saldo het meeste geluk oplevert en de minste hoeveelheid
pijn hetgeen het beste werkt gezien de omstandigheden
• De rechter moet niet zozeer rekening houden met wat er precies in de wet staat, maar met de
publieke opinie.
3