Samenvatting van HC de Verlichting (Hoofdstuk 4) door middel van leerdoelen bij het vak geschiedenis in VWO 6. De historische context is examenstof voor het CE geschiedenis. Het overzicht is gemaakt in het schooljaar voor het eindexamen VWO. De informatie komt uit de methode Geschiedenis Werkplaat...
De verlichting (1650-1789)
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over de ideale samenleving?
Je weet wat er wordt bedoeld met de verlichting en kunt aangeven waarom dit zo’n revolutionaire
periode is geweest.
De Verlichting is de periode waarin het idee van een ideale samenleving gebaseerd wordt op
rationele veronderstellingen en rationeel optimisme. Hierdoor werd denken (rede) belangrijker dan
traditie en geloof. Vooruitgang werd als positief gezien en er werd meer nagedacht over de
toekomst. ‘Ontwikkelde’ mensen stelden traditionele ideeën over sociale verhoudingen, politiek,
economie en godsdienst ter discussie. De standenmaatschappij en het absolutisme werden
verworpen en er werd gestreden tegen godsdienstige intolerantie, machtsmisbruik door kerk en
staat en voor onafhankelijke/onpartijdige rechtspraak. Revolutie op politiek, economisch, militair en
godsdienstig terrein.
Je kent de denkers die in dit hoofdstuk worden genoemd, je kunt hun denkbeelden koppelen aan
de verlichting en je kunt deze denkbeelden herkennen in bronnen.
Immanuel Kant (1724-1804): ‘De verlichting is de bevrijding van de mens uit de
onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is. Durf te weten, heb de moed je eigen verstand te
gebruiken.’
John Locke (1632-1704): ‘Alle mensen zijn vrij en gelijk geboren en hebben recht hun leven,
gezondheid, vrijheid en bezit te verdedigen. Voorstander van sociaal contract, machtsrelatie
tussen staat en burgers. Locke was voorstander van de constitutionele monarchie die in
Engeland gevestigd werd. Een contractdenker die uitgaat van de slechte mens. Locke pleitte
ook voor de scheiding van kerk en staat. Zelfstanding denkende mensen moeten zelf bepalen
wat ze geloven.
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778): ‘Van nature is de mens goed’. De staat moet de
algemene wil vertegenwoordigen en de mensen moeten zich onderwerpen aan wetten die in
overeenstemming zijn met deze algemene wil. De algemene wil staat dus boven de
individuele wil. Een contractdenker die uitgaat van de goede mens.
Voltaire (1694-1778): geloofde dat de natuurwetten bewezen dat God de wereld ingenieus
had gemaakt. Hij was dus een deïst die geloofde dat God zich niet meer met de wereld
bemoeide. Voorstander van tolerantie (Deïsme)
Spinoza (1632-1677): geloofde dat God en de natuur hetzelfde zijn. Geloof kan niet in strijd
zijn met de rede omdat de natuur rationeel is, God dus ook. Hierom moet de mens afgaan op
zijn eigen verstand en niet gehoorzamen en aan God. (Pantheïsme)
Je kunt uitleggen hoe men vanuit rationalisme en empirisme tot kennis komt.
Het empirisme en het rationalisme steden dat traditie en geloof moesten plaatsmaken voor
waarneming en rede. Het empirisme stelde dat kennis voortkomt uit ervaring en waarneming. Het
rationalisme stelde dat de rede, het menselijk denkvermogen, de voornaamste bron van kennis is.
Je kent de verschillen tussen de gematigde en radicale stroming in de verlichting en je kunt
verschillende ideeën/denkers koppelen aan een van de stromingen.
Bij de gematigde verlichting zochten denkers een evenwicht tussen rede en traditie. De radicale
stroming wilde met traditie breken en een geheel nieuwe maatschappij creëren.
- Voltaire (gematigd): de ongelijkheid van de standenmaatschappij hoort bij het menselijk bestaan.
De onderste 90% van de samenleving verdienden het niet om verlicht te zijn en het verstand was niet
aan hen toegeschreven.
- Kant (gematigd): Het consequent doorvoeren van verlichte ideeën is gevaarlijk omdat puur
, rationalisme kan leiden tot waanideeën en immoreel gedrag. Iedereen moet zich gehoorzamen aan
een universele morele wet; mensen moeten voldoen aan regels die ze voor iedereen willen laten
gelden. Dat is een aanvulling van ervaring en morele normen op de rede.
- Spinoza (radicaal): Alle mensen hebben dezelfde behoeften hebben en moeten dezelfde rechten
hebben. Hiermee is hij dus tegenstander van de standenmaatschappij en voorstander van de
democratie. Iedereen heeft het recht om mening te uiten en geluk na te jagen.
Je weet wat verlicht absolutisme is en kent hier voorbeelden van.
Verlichte vorsten geloofden niet dat ze hun macht hadden gekregen van God, maar zagen zichzelf als
dienaren van het algemeen belang. Ze vergrootten de persvrijheid, werkten aan meer tolerantie en
bestreden bijgeloof en godsdienstig fanatisme. Ze hielden wel vast aan hun absolute macht en aan
de standenmaatschappij.
Je kunt uitleggen in hoeverre de verlichte idealen weerklank vonden in de maatschappij van de
achttiende eeuw.
Sommige Europese heersers lieten zich beïnvloeden door de verlichtingsideeën en pasten deze toe in
hun bevolking. De Franse koningen probeerden door middel van censuur de ideeën tegen te houden,
door onder andere het verbieden van boeken. Dit hield de bevolking niet tegen en het spoorde ze
juist aan om de boeken binnen te smokkelen en juist te gaan lezen. De ideeën werden verspreid
onder het normale volk en daardoor kwam er een verandering in de politieke cultuur. Politiek was
niet alleen meer voor de koningen, hoge edelen en geestelijken maar ook voor de burgers. Doordat
de burgers deze verlichtingsideeën meekregen via kranten, pamfletten, salons, koffiehuizen, etc.
moesten vorsten rekening gaan houden met de publieke opinie. De verspreiding va de radicale
verlichting was een van de oorzaken van de democratische revoluties in de 18 e eeuw.
De Franse Revolutie (1789 – 1815)
In welke mate is de Franse Revolutie verlicht te noemen?
Je kent de oorzaken van de Franse Revolutie en kunt deze koppelen aan de verlichting.
Een grote oorzaak van de Franse Revolutie was de ineenstorting van de machtspiramide. Sinds de
Renaissance begon de burgerij steeds meer macht te krijgen. De geestelijkheid en de adel kregen
minder macht door de verlichte ideeën (van Voltaire, Montesquie en Rousseau) en de
wetenschappelijke revolutie. Doordat de tweede stand minder macht kreeg, werd de koning ook
minder machtig. Zijn macht rustte namelijk op de adel en de geestelijkheid. Door de verlichte
denkers kwam er onder het volk steeds meer kritiek en daar was ook ruimte voor doordat de burgerij
machtiger was geworden. De oorlogen (gevoerd door Lodewijk XVI), misoogsten en privileges
droegen bij aan de ontevredenheid. De oorlogen zorgde voor een lege schatkist waardoor de
belasting omhoog werd gedaan, de misoogsten waren ook een economische reden omdat de
burgerij erg arm werd. De privileges van de adel en geestelijkheid waren een politieke reden voor de
bourgeoisie, de sociale ongelijkheid zorgde voor nog meer ontevredenheid. Daarbij hielden de Franse
koningen zich vast aan het ‘oude’ absolutisme, wat ook zorgde voor veel kritiek. De Amerikaanse
onafhankelijkheid was een voorbeeld voor de burgers en een inspiratie dat ook zij in opstand konden
komen. Later tijdens het bijeenroepen van de Staten-Generaal besloot de derde stand het heft in
eigen handen te nemen. Dagen later werd de Bastille bestormd en begon de Franse Revolutie.
Je kunt een tijdlijn maken van beide revoluties binnen de Franse Revolutie.
1e revolutie: 1789 – 1792 Frankrijk constitutionele monarchie
Bijeenkomen Staten-Generaal (5 mei 1789)
Oprichting Nationale Vergadering
Oprichting politieke clubs zoals de Jacobijnen.
Lodewijk XVI verlaat gedwongen Versailles
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yaralast. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.