Samenvatting van HC Duitsland (Hoofdstuk 2) door middel van leerdoelen bij het vak geschiedenis in VWO 6. De historische context is examenstof voor het CE geschiedenis. Het overzicht is gemaakt in het schooljaar voor het eindexamen VWO. De informatie komt uit de methode Geschiedenis Werkplaats (tw...
Het Duitse Keizerrijk (1871 – 1919)
Je kunt verklaren hoe Pruissen in de negentiende eeuw het machtsevenwicht verstoorde en het
sterkste koninkrijk van Europa werd.
De Pruissen werden groter dan Frankrijk, dat tot de 19 e eeuw de sterkste mogendheid was.
1. Door het Congres van Wenen (1814/1815), ze kregen delen van West-Duitsland.
2. Door de snelle bevolkingsgroei in vergelijking met de Fransen.
3. Door de snelle industrialisatie (1850), er werd meer kolen en staal geproduceerd waardoor
het een sterk leger en een sterke wapenindustrie kon opbouwen.
4. Door nationalisme (oorlog), kleine Duitse staatjes werden samengebracht door de Pruisische
Kanselier Otto von Bismarck en vochten samen.
Je weet wat de twee doelen van het congres van Wenen waren en je kunt drie voorbeelden geven
van de uitwerking daarvan.
Na de veroveringen van Napoleon en Frankrijk moet…
1. De oude macht weer hersteld worden (restauratie). De standenmaatschappij komt weer
terug en de koningen komen aan de macht.
2. De macht van Frankrijk worden ingedamd. Pruissen krijgt een gebiedsuitbreiding in het
Westen om Frankrijk tegen te kunnen houden en Nederland en België vormen het Koninkrijk
der Nederlanden.
Je kunt uitleggen hoe Otto von Bismarck het nationalisme en de Frans-Duitse oorlog gebruikte om
een grote Duitse staat op te richten.
Otto von Bismarck startte een oorlog met Frankrijk (Frans-Duitse oorlog 1870/1871) met als doel een
nationalistisch gevoel aan te wakkeren onder de Duitse staten. De bevolking werd enthousiast over
de oorlog en het vechten en de Duitse staten hadden geen andere keuze dan meevechten. Hierdoor
werden alle staten verenigd tot één grote Duitse staat.
Je weet welke soort politiek Von Bismarck voerde na de Frans-Duitse oorlog en hoe deze politiek
uitwerkte.
Von Bismarck voerde een voorzichtig buitenlands beleid. Hij wist dat Duitsland de grootste
mogendheid was op dat moment (economisch, politieke en militair) maar dat de andere
mogendheden (Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije en Rusland) samen sterker waren. Hij wilde het
machtsevenwicht bewaren en sloot daarom veel allianties (alliantiepolitiek), daarbij kwam al zijn
handelen vanuit staatsbelang (realpolitik).
Je weet welke soort politiek Wilhelm II voerde en waarom dit inging tegen de politiek van
Bismarck.
Wilhelm II was de kleinzoon van Wilhelm I. Wilhelm II wilde meer leiding in de politiek en hij was niet
tevreden met het machtsevenwicht, hij wilde meer macht en aanzien voor Duitsland (weltpolitik). Hij
ontsloeg Bismarck in 1890. Dit ging in tegen de politiek van Bismarck omdat hij juist het
machtsevenwicht wilde bewaren en tevreden was met de bestaande grenzen.
Je kunt de reactie van Groot-Brittannië, Rusland en Frankijk op de weltpolitik verklaren.
G-B, Rusland en Frankrijk zochten steun bij elkaar door ‘drang nach Osten’, het militariseren van
Duitsland en de grote groei in de economie.
Groot-Brittannië, Rusland en Frankrijk werden bondgenoten omdat ze zich bedreigd voelden.
, Je kunt uitleggen dat de vlootwet van 1898 goed past in de weltpolitik van Wilhelm II.
De eerste vlootwet in 1898: grote, moderne en zwaarbewapende slagschepen. Hierdoor kon
Duitsland dus:
1. Beter kolonies verwerven
2. Beter overal ter wereldbelangen verdedigen
Je weet wat een wapenwedloop is en kunt uitleggen wat dit met de vlootwet van 1898 te maken
heeft.
‘’Wapenwedloop is een wedloop voor militaire suprematie tussen twee of meer landen of machten
die elkaar proberen te overtreffen op het gebied van wapentechnologie of in aantallen wapens.”
Met de vlootwet van 1898 werd besloten dat de vloot van Duitsland werd uitgebreid met moderne,
grote en zwaarbewapende slagschepen. Hierdoor voelde Groot-Brittannië zich bedreigt en gingen
ook zei grote slagschepen bouwen. Zo probeerden ze elkaar telkens te overtreffen tot GB won.
Je kunt uitleggen wat ‘lebensraum’ en de ‘drang nach Osten’ met elkaar te maken hebben.
Lebensraum: Het snelgroeiende Duitse volk had meer levensruimte nodig.
Drang nach Osten: Extreme nationalisten vonden dat Duitsland naar het Oosten moest uitbreiden.
Door meer grondgebied te hebben kon de snelgroeiende Duitse bevolking hard doorgroeien
zonder dat er te weinig levensruimte kwam.
Je kent de vier oorzaken (nationalisme, militarisme, wapenwedloop en bondgenootschappen) van
de Eerste Wereldoorlog en kunt die oorzaken onderling met elkaar verbinden.
Nationalisme: Von Bismarck verenigde de Duitse staatjes door een nationalistisch gevoel op
te wekken onder de bevolking. Dat deed hij door middel van de Frans-Duitse oorlog, hierdoor
werd Duitsland een grote sterke mogendheid.
Militarisme: De sfeer in Duitsland werd steeds militaristischer, vele Duitsers verheugden zich
op oorlog en strijd en Duitsland had een enorm leger. Jongens moesten verplicht een aantal
jaar getraind worden in kazernes en moesten veel trainen.
Wapenwedloop: Duitsland en Groot-Brittannië probeerden elkaar op het gebied van wapens
en militarisme te overtreffen en versterkten zo hun oorlogsmaterialen.
Bondgenootschappen: Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië voelden zich bedreigd door de
grote mogendheid Duitsland en vormden bondgenootschappen. Hierdoor voelden de
bondgenoten Oostenrijk-Hongarije en Duitsland zich bedreigt en gingen ze nog meer
samenwerken.
Al deze oorzaken zijn stappen naar het sterker en machtiger worden van de staat
Duitsland. Hierdoor konden ze de Eerste Wereldoorlog beginnen.
Je weet wat een defensieve oorlog is en kunt uitleggen waarom de Duitse legerleiding een oorlog
als onvermijdelijk zag.
Een defensieve oorlog is een oorlog ter verdediging van de bestaande belangen. Rusland werd snel
groter door industrialisatie en ze wilden zich uitbreiden naar het westen. De Duitse legerleiding
concludeerde in 1912 dat een oorlog onvermijdelijk was en dat die zo snel mogelijk moest komen. De
belangen van Duitsland waren om de grootste en sterkste wereldmacht te worden. Omdat Rusland
dit bedreigde moest er wel een oorlog komen en zo snel mogelijk zodat Rusland nog zwakker was.
Je weet wat een totale oorlog is en kunt hiervan voorbeelden herkennen in een bron.
Een totale oorlog is een oorlog waarin niet uitsluitend de legers, maar de gehele maatschappij
meevecht. Dat maakte de burgers ook legitieme doelwitten. De burgers waren het ‘thuisfront’, dat
oorlogsmaterieel produceerde. Iedereen draagde bij aan de oorlog.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yaralast. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.