Maatschappijleer VWO 5
Inleiding: ‘’wat is maatschappijleer”
Maatschappijleer een vak dat zich bezighoudt met de bestudering van de maatschappij:
hoe ze is opgebouwd en hoe ze functioneert. Maatschappijleer haalt elementen uit het
verleden en het heden
Sociale wetenschappen studie die zich bezighoudt met de relaties tussen mensen, de
processen die zich daarbij voortdoen, en welke organisatievormen en gedragspatronen
daaruit voortvloeien. (Geesteswetenschappen, gamma- of mens- en
maatschappijwetenschappen). Natuurwetenschappen hebben betrekking op de natuur,
waaronder we de ervaringswereld verstaan zoals die wordt aangetroffen door de mens.
Cultuur alles wat de mens aan de natuurlijke leefomstandigheden verandert.
Maatschappijleer haalt zijn kennis uit 3 sociale wetenschappen:
Sociologie wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van het sociaal
gedrag en het sociaal handelen van de mens in de samenleving. Grondleggers:
Auguste Comte (1798-1857) en Karl Marx (1818-1883.
Politicologie wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van het
totstandkoming, het voeren, en de effecten van het overheidsbeleid. Politicologen
houden zich bezig met: geschiedenis van politieke ideeën en stromingen, nationale
politieke stelsels, betrekkingen tussen staten en politieke elites
Culturele antropologie wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van culturen
van niet-westerse volken in al hun aspecten. (Volkenkunde of etnologie). Culturele
antropologen houden zich bezig met: sociale structuur, verwantschap, politieke
machtsverhoudingen, techniek, economie en religie. Multidisciplinair betrekking op een
aantal vakken van de wetenschap. 4 belangrijke zaken in de maatschappijleer: Feiten
vaststaande zaken die niet veranderbaar zijn, achtergronden hierbij krijg je meer vertelt
bij en over de feiten, visies en theorieën over hoe problemen op te lossen zijn,
meningsvorming (een standpunt innemen) belangrijk dat je uiteindelijk je eigen
maatschappelijke mening gaat vormen. Objectief onpartijdig. Subjectief partijdig.
Intersubjectiviteit je probeert onpartijdig te zijn, maar dat is niet helemaal mogelijk. Pluri-
interpretabiliteit gegevens kun je op verschillende manieren opvatten en uitleggen.
Gereedschapskist
Vorminghet verwijzen naar het proces van het verwerven van een bepaalde
identiteit
Verhouding de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden tot elkaar
verhouden en de manier waarop samenlevingen hier op een sociale manier vorm aan
geven.
Binding de relatie en onderlinge afhankelijkheden: tussen mensen in een gezin of
familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de
staat.
Verandering richting en tempo van ontwikkelingen in de samenleving en de
mogelijkheden en onmogelijkheden deze te beïnvloeden.
,Deze begrippen pas je toe op allerlei problemen.
4 andere benaderingswijzen:
Politiek-juridische de politiek neemt wetten aan waar burgers zich dan aan dienen
te houden. Zo niet, komt de burger voor de rechter
Sociaaleconomische benaderingswijze je kijkt naar de verschillende
inkomensgroepen in een samenleving
Sociaal-culturele waarden en normen spelen een rol.
Waarden opvattingen en voorstellingen binnen een maatschappij of groepering
omtrent hetgeen goed, correct, en daarom waard om na te sterven is.
Normen bindende verwachtingen ten aanzien van het handelen of niet-handelen
onder bepaalde omstandigheden
Veranderings- en vergelijkende benaderingswijze steeds stel je je de vraag wat er
veranderd is en vergelijk je periodes in de geschiedenis of zaken met elkaar.
Burgerschap politieke betrokkenheid. De burger moet zich bij de politiek in de brede zin
betrokken voelen.
HOOFDSTUK 1 – PLURIFORME SAMENLEVING
§1,1
Pluriform divers, de Nederlandse samenleving is heel divers want er zijn veel
verschillende culturen in Nederland. Door de diversiteit in Nederland noemt de cultuur ook
wel een multiculturele samenleving
Migratie het verhuizen van het ene naar het andere land. Etnisch een groep mensen
die zichzelf ziet als een aparte groep mensen en die ook door anderen als een aparte groep
mensen wordt gezien op grond van hun etniciteit. Etnos ras/natie/volk.
Multiculturele samenleving
Een samenleving waarin er verschillende culturen zijn, maar waarbij de andere
cultuur minder kansen heeft dan de dominante cultuur.
Cultuur het geheel van voorstellingen, opvattingen, waarden en normen, die mensen
zich als lid van hun samenleving hebben verworven door middel van leerprocessen en
die van grote invloed zijn op hun gedrag in ruimere zin.
Overheersende cultuur dominante cultuur
Subcultuur cultuur die in bepaalde opzichten afwijkt van de overheersende cultuur,
maar op veel punten ingepast is in de overheersende cultuur.
Een samenleving waarin verschillende culturen samenwonen en waarin iedereen
daadwerkelijk gelijke kansen heeft.
Inwoners met een Nederlandse achtergrond autochtoon inwoner van ons land die hier
zijn wortels heeft liggen.
Inwoner met een migratieachtergrond allochtoon (2 definities) persoon met tenminste
een niet in Nederland geboren ouder (1). Iemand die op de grond van zijn ras of andere
duidelijke zichtbare kenmerken zich onderscheidt van de oorspronkelijke inwoners van een
land (2). Het CBS maakt onderscheid tussen westerse-allochtonen en niet-westerse
,allochtonen. 2 grote groepen allochtonen in Nederland Marokkanen (321.000) Turken
(312.000). 7,8% van de Nederlands bevolking is een buitenlander. 13% van de bevolking is
niet-westerse allochtoon. 23% procent van de bevolking is allochtoon.
Asielzoekers dit is iemand die in een ander land dan het zijne een verzoek indient om
erkend te worden als vluchteling iemand die gegronde redenen heeft om te vrezen dat hij
in zijn land waarvan hij de nationaliteit bezit, vervolgd wordt vanwege ras/behorend tot een
bepaalde sociale groep, godsdienste, nationaliteit of politieke overtuiging. Ze bevinden zich
buiten het land waar ze de nationaliteit van hebben en vanwege die vrees durft/wil en kan
men bescherming van dat land niet inroepen.
Gastarbeider mensen die door het bedrijfsleven en de overheid in de jaren ’60 en ’70 van
de vorige eeuw uit de landen rond de middellandse zee naar Nederland zijn gehaald omdat
hier een tekort aan arbeidskrachten was. Nieuwkomers migranten en vluchtelingen.
§1,2
Push-factoren factoren in het land van herkomst, die de migrant ertoe brengen om naar
elders te verhuizen. Pull-factoren factoren in het migratieland, die mensen van buiten
aantrekken. Perceptie de manier waarop de mensen zich een subjectief beeld van een
situatie vormen.
Push- en pull-factoren in 4 groepen:
Economische situatie, arbeid vinden is een belangrijk motief om te migreren.
Fysische omstandigheden, mensen migreren omdat de natuur hen daartoe dwingt.
Politieke situatie, mensen migreren omdat ze in hun land vervolgd worden vanwege
politieke of godsdienstige redenen.
Sociaal-culturele factoren/ persoonlijke situatie, gezinsvorming of gezinshereniging.
Na-migratie als eenmaal een groep migranten zich ergens heeft gevestigd, nieuwe
migranten uit hetzelfde land ook naar dat land trekken
Immigratie een land binnenkomen met het doe je er te vestigen.
Emigranten mensen die Nederland verlaten
§1,3
Allochtonen hebben een achterstand op bepaalde gebieden:
Arbeidsmarkt, er zijn relatief meer allochtonen werkloos dan autochtonen
Woningmarkt, de woonsituatie van allochtonen is slechter dan die van doorsnee
autochtone bevolking
Opleiding, in het onderwijs scoren de allochtonen minder goed dan autochtonen
Botsende cultuurverschillen, opkomst van extreem-rechtste bewegingen
Deze problematiek spitst zich toe op 2 hoofdzaken:
Hoe kunnen we de samenleving zo inrichten dat we de verschillende culturen en
groepen goed met elkaar kunnen samenleven
Hoe kunnen we sociale ongelijkheid bestrijden
, Vreemdelingenbeleid de vraag centraal onder welke voorwaarde niet-Nederlanders
Nederlands binnen mogen en of ze eventueel mogen blijven.
Restrictief beperkend
Minderhedenbeleid welke taak de overheid heeft bij de verbetering van de
sociaaleconomische en sociaal-culturele positie
Voordelen multiculturele samenleving:
Zeer veel migranten zijn volledig ingeburgerd
Mirgranten zorgen voor het ‘kleurrijker’ worden van de samenleving en een groter
wordende diversiteit op cultureel gebied
Vergroting van het besef dat de eigen cultuur maar een van de velen is
Oplossen van het tekort aan arbeidskrachten
Impulsen voor de wetenschap
Demografisch, bij allochtonen worden meer kinderen geboren dan bij autochtonen.
Vergrijzing toename aantal 65+ers
Ontgroening afname van het aantal jongeren onder de 15 jaar.
§1,4
Vroeger was Nederland tolerant bij het opvangen van buitenlanders. Vaak omdat dit ze goed
uitkwam (geldredenen). Migrantengroepen kent Nederland nu:
Indische Nederlanders, Nederlands-Indië was in 1949 een kolonie van Nederland.
Indonesiërs kwamen in 1945-1947 vanwege politieke situatie. De opvang van deze
mensen werd als geslaagd beschouwd, opgeleide repatrianten vonden werk,
kinderen deden het goed op school. Toch leden een aantal mensen onder het
onbegrip voor de situatie in Indonesië en de kruidenier achtige mentaliteit bij het
afkopen van oorlogsuitkeringen.
Molukkers, Molukkers waren in dienst geweest van het KNIL Koninklijk
Nederlands-Indisch leger. Ze werden door Indonesiërs gezien als collaborateurs. Na
ontbinding van de KNIL moesten zij kiezen: overgaan naar het nationalistische leger
van de republiek of uit leger ontslagen worden. Molukkers wilden RMS Republiek
der Vrije Zuid-Molukken. De Molukkers hadden een aantal grieven:
- Onvrede met de Indonesische onderdrukking van het
onafhankelijkheidsstreven van het RMS
- Nederland steunde het onafhankelijkheidsstreven van de RMS niet
- Onvrede over de houding van Nederlanders ten opzichte van Molukkers
- Frustratie over de sociaaleconomisch uitzichtloze situatie
Hieruit volgde een aantal harde gijzelingsacties in de jaren ’70. Hierdoor kregen
Molukkers meer aandacht en worden hun kampen vervangen door woonwijken in 60
gemeentes. In 1999 verwijten de Molukkers de Nederlandse regering dat ze meer
moesten doen voor de christelijke Molukkers.
Surinamers, in 1954 werd het statuut voor het koninkrijk der Nederlanden van kracht
waardoor Surinamers, Antilianen en Nederlanders allemaal rijksgenoten werden.
Surinamers kwamen in 3 stromen naar Nederland:
- 1950-’60, Surinamers kwamen naar Nederland voor een studie.
– 1974-’75, voor het onafhankelijk worden van Suriname kwam grote groep naar
Nederland. Omdat men dacht dat Nederland de grenzen zou sluiten, en men