TENTAMEN BEDRIJFSECONOMIE VOOR NOTARIËLEN
25 mei 2021
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
,Door: Nanne Brooimans Studiejaar: 2020/2021
WEEK 1
Bedrijfseconomie:
1. Financieel Management staat hier centraal;
2. Management Accounting;
3. Externe Verslaggeving.
Relaties met andere vakgebieden: auditing, accountancy, belastingrecht, marketing,
bedrijfsadministratie, maar ook psychologie en sociologie.
Organisaties
Zonder rechtspersoonlijkheid
1. Eenmanszaak wil niet zeggen dat er maar 1 persoon werkt, het kunnen ook 50
personeelsleden zijn, het wil zeggen dat er maar 1 eigenaar is die persoonlijk
aansprakelijk is;
2. Vennootschap onder firma (vof) – twee of meer eigenaren die persoonlijk
aansprakelijk zijn, kunnen meer personeelsleden zijn;
3. Commanditaire vennootschap (cv) – stille en beherende vennoten waarbij de stille
vennoten alleen kapitaal hebben ingebracht en zich niet bemoeien met de gang van
zaken van het bedrijf, beherende vennoten hoeft niks ingebracht te hebben en is
volledig aansprakelijk, stille vennoot is uitsluitend aansprakelijk voor het
ingebrachte kapitaal;
4. Maatschap – vrije beroepsoefenaren (dus ook de notaris) kiezen de maatschap als
rechtsvorm, geen hoofdelijke aansprakelijkheid maar naar evenredigheid m.u.v. de
belastingschulden (dan persoonlijk aansprakelijk).
Kenmerkend: inkomstenbelasting moet worden betaald over de behaalde winsten.
Met rechtspersoonlijkheid
Kenmerkend: vennootschapsbelasting staat centraal, inkomstenbelasting speelt ook
een rol – directeur van de BV die op de loonlijst staat zal zelf over zijn salaris
inkomstenbelasting moeten betalen.
Bedrijven met rechtspersoonlijkheid zijn publicatieplichtig – drietal criteria:
1) Omzet;
2) Balanstotaal;
3) Aantal werknemers.
Op grond van die criteria wordt een indeling gemaakt: micro/klein/middelgroot/
groot hoe groter de organisatie, hoe meer informatie naar buiten gebracht dient te
worden, van een beursgenoteerde NV als Heineken wordt volledige transparantie
verlangd;
Transparantie d.m.v. deponering van gegevens bij de KvK.
Eigen vermogen
Rechts op de balans, beschouwen als schuld van de onderneming aan de eigenaar van
de zaak.
Balans = evenwicht;
Eigen vermogen = bezittingen – schulden;
Eigen vermogen ≠ je banksaldo;
Bank is de enige post op de balans die zowel aan de debet- (positief) als
creditzijde (negatief) kan staan.
Voorzieningen
Zoals pensioen- of onderhoudsvoorzieningen.
Moet je zien als onzekere verplichting voor de toekomst: er gaat met hoge mate
van zekerheid een uitstroom van geld plaatsvinden;
Worden bedrijfseconomisch beschouwd als schuld, dus rechts op de balans.
Bezittingen (links)
Vaste + vlottende activa
Vlottende activa
= binnen 1 jaar omgezet in liquide middelen
Inclusief de liquide middelen;
bijv. debiteuren, ervan uitgaande dat men zich houdt aan de betaaltermijn.
Vaste activa
= productiemiddelen die je langer dan 1 jaar gaat gebruiken
Debetzijde (links)
Wordt zodanig gepresenteerd dat het met toenemende liquiditeit wordt neergezet,
bijv. gebouwen helemaal bovenaan en de kas onderaan.
Creditzijde (rechts)
Eigen vermogen altijd bovenaan, daarna komen alle schulden: vreemd vermogen lang
(incl. voorzieningen) en daarna vreemd vermogen kort criterium is tijd: vreemd
vermogen kort = schulden die binnen 1 jaar betaald moeten worden.
, Door: Nanne Brooimans Studiejaar: 2020/2021
Begrip “eigen vermogen”
Eigen vermogen als begrip op de balans bij een eenmanszaak;
Bij andere rechtsvormen verdwijnt dit begrip en wordt het vervangen door
meerdere begrippen die samen het eigen vermogen bepalen;
bijv. bij een BV: eigen vermogen = het geplaatst en gestort aandelenkapitaal + alle
reserves + winstsaldo of verliessaldo lopend boekjaar wordt ook wel intrinsieke
waarde genoemd.
Het eigen vermogen verandert slechts door:
1. Het resultaat (hetzij winst = stijging, hetzij verlies = daling)
resultaat = opbrengsten – kosten
2. Privé (hetzij opname = daling, hetzij storting = stijging).
Als je een lening gaat aflossen, neemt je bezit neemt af (namelijk je banksaldo) en je
schuld ook. Het eigen vermogen verandert daarmee dus niet.
Moeilijke balansposten: vooruitbetaalde bedragen en vooruitontvangen bedragen.
vooruitbetaalde bedragen = bezit (debet, links) – als je vooruit betaalt, heb je
ergens recht op gekregen bank - en vooruitbetaald/rechten +;
vooruitontvangen bedragen = schuld (credit, rechts) – er ontstaat een plicht
bank + en plichten +.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nannebrooimans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.