Dit is het 1e deel van de samenvatting voor microbiologie, deeltentamen 2. deze samenvatting bevat het grootste gedeelte van de stof voor dt2, in het andere deel komt de rest aan bod
op welke 2 manieren zorgt een adjuvant voor een efficiëntere immuunrespons
Antwoord: -Het \'vangt\' als het ware het antigen. de APC\'s breken het omhulsel rondom de antigenen langzaam af waardoor je een verlengde immuunrespons verkrijgt.
-Het adjuvant activeert de APC waardoor de presentatie en verwerking van het antigen meer efficiënt gaat.
2.
Chickenpox wordt veroorzaakt door:
Antwoord: een enveloped, ds DNA varicella-zoster virus (familie van herpesviridae)
3.
Koplik\'s spots is een kenmerk van welke ziekte?
Antwoord: Mazelen (rubeola), de koplik spots zijn rode laesies met een witte punt in het midden en komen voor in het mucosale gebied van de mond. (is een vroeg symptoom)
4.
de Plaag wordt veroorzaakt door? (geef de naam in het latijn + specificaties)
Antwoord: Yersinia Pestis, een gram-negatieve bacterie.
5.
Vragen over malaria
-wat is de eindgastheer?
-Welke soort van malaria zorgt voor een incubatietijd van 7 dagen?
-Wanneer ontstaan de 1e malaria Paroxyms? (A; na injectie van de sporozoieten, B: door sporogony, C: vrijlating vanmeroziet en debris is bloedbaan, D: door het lyseren van de levercellen)
Antwoord: -de Anopheles mug
-P. Falciparum
-C
6.
is de microgametocyt van malaria mannelijk, vrouwelijk of ongeslachtelijk?
Antwoord: mannelijk
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting DT2 Microbiologie
HC8 (hoofdstuk 36.6)
Controleren van een epidemie door het verbreken van de infectie ketting
Om de epidemie te controleren moeten de componenten van de infectie ketting
geïdentificeerd worden. Control maatregelen worden gericht tegen de zwakste schakel.
Er zijn 3 soorten controle maatregelen
1. Reduceren of elimineren van de bron of het reservoir van de infectie; social
distancing, isolatie van dragers. Vernietiging van animal resevoir en behandeling van
water/riool besmetting en therapie die de besmettelijkheid van een individu
reduceert of elimineert
2. Het verbreken van de connectie tussen de bron van infectie en vatbare individuen;
algemene sanitaire maatregelen en de vernietiging van vectors (muggenspray bv.)
3. Het reduceren van het aantal vatbare individuen en het verkrijgen van algemene
groepsimmuniteit; passieve immunisatie (tijdelijke bescherming door inspuiten van
antilichamen), actieve immunisatie en profylactische/preventieve immunisatie.
Transmissie van infectie ziekten
Transmissie naar een nieuwe gastheer is essentieel voor het overleven van een pathogeen.
Het Basic reproduction number (R0): is het aantal secundaire transmissies van 1 ziek persoon
in een 100% vatbare populatie. Bv R0=2, ieder ziek persoon besmet 2 andere. Het zegt iets
over eigenschappen van pathogeen. R0 is afhankelijk van:
- Aantal contacten van de host (in een bepaalde periode)
- Kans op infectie van een nieuwe gastheer bij contact
- De periode dat een gastheer besmettelijk is
Is geen constant getal: bij epidemiologische maatregelen gaat R0 omlaag, bij ontwikkelen van
pathogene virulentie factoren gaat R0 omhoog.
R0 bepaald ook aantal % voor groepsimmuniteit.
Besmettingsgetal (R): Gemiddeld aantal mensen dat besmet raakt door 1 geïnfecteerd
persoon in de populatie waarin maatregelen worden doorgevoerd.
Groepsimmuniteit (herd immunity): wanneer een percentage
individuen in de populatie immuun is voor de infectie waardoor de
verspreiding van het pathogeen voorkomen wordt. Door
groepsimmuniteit worden ook de personen beschermd die niet
immuun zijn.
SIR model (Susceptible, Infected en Recovered)
De spreiding van een infectie ziekte kan hiermee bepaald worden.
model is bruikbaar wanneer de ziekte van mens tot mens wordt
overgedragen en de herstelde mensen blijvende resistentie (immuniteit) hebben.
1
,Activatie van het immuunsysteem
Primaire immuunrespons
Leidt tot de activatie van T-cellen en antistoffen (IgM). Het pathogeen zal nog wel even in
het lichaam blijven. Uiteindelijk wordt de 1e infectie opgeruimd. Hier ontstaat geheugen.
Verkrijgen van geheugen:
1. Naive T-cel wordt geactiveerd door APC (dendritische cel) in
de lymfeklieren
2. T-cel zal prolifereren waarbij kopieën ontstaan van een
specifieke effector en geheugen T-cellen
3. De effector T-cellen zullen zorgen voor het opruimen van de
ziekteverwekker, memory cellen zullen ons beschermen bij
een 2e infectie
1. Een naive T-cel wordt geactiveerd door een pathogeen en
een T folliculaire helper cel.
2. Proliferatie en isotype-switching treedt op. Isotype switching zorgt ervoor dat er niet
alleen IgM gemaakt wordt.
3. Van de B-cellen die na proliferatie en isotype switching overblijven zal een klein deel
overblijven tot memory cel. De rest van de effector cellen zal uitrijpen tot een
plasmacel (produceert antistoffen)
Activatie van B-cellen (bij primaire immuunrespons)
B-cellen kunnen op 2 manieren geactiveerd worden; T-cel
dependent en T-cel independent.
T-cell independent: Dit gebeurt door BCR (B-cel receptor)
crosslinking. B-cel bevat meerdere B-cel receptoren (zijn
specifiek voor bepaald antigen). B-cel receptor wordt
geactiveerd door crosslinking met antigenen van het pathogeen.
Hierdoor ontstaat een signaal, wat leidt tot de differentiatie tot
een plasmacel die IgM produceert. Dit leidt niet tot geheugen
T-cel dependent : T-cellen helpen met Tfh of Th2, wat resulteert
in de volledige activatie van B-cel response. B-cel activatie à
VDJ recombinatie & isotype switching à proliferatie.
Hierna ontstaan plasmacellen en memory cellen.
Hierbij wordt wel geheugen verkregen.
1. B-cel bindt antigen met BCR
2. Antigen wordt opgenomen en gedegradeerd (antigen processing)à MHCII met
antigeenpeptiden worden gepresenteerd op de B-cel aan T-cellen. B cel fungeert dan
als APC.
3. Th2 of Tfh herkennen het antigeen met de TCR. Hierdoor wordt de T-cel geactiveerd
à T-cel gaat cytokines (Il4 en Il5) uitscheiden. **T helper cel kan alleen B-cellen
helpen als ze hetzelfde antigen herkennen.
4. Cytokines helpen de B-cel bij isotype switching en proliferatie, er ontstaat een B-
plasma cel die anistoffen gaat produceren.
Secundaire immuunrespons
2e keer dat pathogeen het lichaam binnendringt zullen de geheugen lymfocyten het
immuunsysteem aanzetten. Deze reactie zal sneller en sterker zijn. Verschillende isotypen
van antistoffen zullen aanwezig zijn (geen IgM meer).
2
, Immuniteit
Natuurlijke immuniteit
Na herstel van een natuurlijk infectie heeft het immuunsysteem antistoffen/geheugen
gemaakt om ons te beschermen tegen infectie en ziekte van dit pathogeen in de toekomst.
Het is een actief proces en leidt vaak tot levenslange bescherming.
Immunisatie: het immuun worden door vaccinatie of blootstelling aan pathogeen
Vaccinatie
Is een therapeutische preventie van een infectieziekte. Induceert bescherming VOOR
natuurlijke infectie. Activeert humorale (antistof-respons) en cellulaire immuun responses,
induceert ook geheugen om te beschermen in toekomst. Kan resulteren in levenslange
bescherming bij regulier contact met pathogeen.
Vaccinatie vereist voldoende activatie van het gehele immuunsysteem:
- Innate immuniteit: granulocyten, macrofagen, NK-cellen, APC/dendritische cellen
- Adaptief: T-cel, B-cel en Plasmacel (ook CTL (cytotoxische T lymfocyten), TH1/2/17 en
antilichamen)
- Geheugen moet verkregen worden om ons te beschermen tegen infectieziektes.
Vaccins immuniseren vatbare populaties
1e vaccin was een vaccin tegen pokkenvirus. Koeienpokken en
smallpokken hebben gemeenschappelijke oppervlakte antigenen.
Door mensen bloot te stellen aan de koeienpokken (minder gevaarlijk)
worden antistoffen aangemaakt. Deze antistoffen kunnen grotendeels
binden aan de smallpox (echte gevaarlijke pokken)àneutralisatie
Vaccin: preparatie van 1 of meer microbiële antigenen die beschermde immuniteit
induceren in gastheer. Hiermee wordt het lichaam voorbereid op een eventuele infectie
Immunisatie: vindt plaats als immuunsysteem van gastheer succesvol op vaccin reageert.
Immuunrespons en vaccinatie
-Bij primaire response door vaccinatie bindt de naive B-cel aan het pathogeen. Hierdoor
wordt de B-cel geactiveerd en differentieert het in een antilichaam producerende plasma
cel. Het IgM dat geproduceerd wordt heeft lage affiniteit.
-Bij de secundaire response zal de naive B-cel binden aan het pathogeen met de specifieke
antilichamen (IgM). Bij voldoende IgM genereert dit een negatief signaal bij B-cel à
Voorkomt activatie van naive B-cel. Geheugen B-cel bindt aan pathogeen en wordt
geactiveerdà rijpt uit tot effectorcel, produceert IgG, A of E (hoge affiniteit)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninawesterman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.
