Dit is een samenvatting van het boek Recht in de creatieve industrie met de hoofdstukken 1 t/m 9, waarbij van hoofdstuk 7 alleen paragraaf 7.11 is samengevat.
Hoofdstuk 1: Inleiding in het recht
Paragraaf 1.1 Waarom is er recht?
Het recht zorgt voor vrede, veiligheid en gelijkheid in onze samenleving.
Het recht weerspiegelt onze normen, waarden en idealen.
Het recht dient ertoe om zoveel mogelijk conflicten te voorkomen en bestaande conflicten
op te lossen.
Paragraaf 1.2 Functies van het recht
Functies van het recht:
1. Normatieve functie: Het recht bevat normen die aangeven wat wenselijk en onwenselijk
gedrag is, bij veel van deze ethische fatsoennormen wordt een straf opgesteld als ze worden
overtreden. Deze ethische normen zijn rechtsnormen.
2. Instrumentele functie: het recht is ook een instrument van de wetgever om bepaald gedrag
bij mensen te realiseren, denk aan verkeersregels.
3. Aanvullende functie: als mensen vergeten afspraken te maken met elkaar, dan kunnen ze
terugvallen op de regels van het recht.
4. Geschiloplossende functie: wanneer twee of meer partijen hun conflict niet zelf kunnen
oplossen, dan zal een onafhankelijke derde een besluit nemen: de rechter.
Paragraaf 1.3 Waar vinden we recht?
Ons recht komt voort uit 4 rechtsbronnen:
1. De wet
2. De jurisprudentie
3. Het verdrag
4. Het gewoonterecht
1.3.1 De wet
De wet= een geschreven rechtsregel en vind je in verschillende wetboeken.
Formele wetgever= de regering (koning en ministers) en de Staten-Generaal (Eerste en Tweede
Kamer). Zij maken samen onze nationale wetten.
Wetten in formele zin= is opgesteld door de formele wetgever of lagere wetgevers.
Wetten in materiële zin= alle bepalingen die volgens hun inhoud als een wet gezien kunnen
worden. Bevatten avv’s. Provinciale en gemeentelijke verordeningen zijn hiervan een
voorbeeld.
o Avv’s= algemeen verbindende voorschriften, regels die voor iedereen gelden.
1.3.2 De jurisprudentie
Jurisprudentie= de rechtspraak waar het recht ook uit voorkomt. Heeft dezelfde geldigheid als het
recht uit de wet.
Wanneer een rechter niet duidelijk een uitspraak kan doen aan de hand van de wet, moet de rechter
zelfstandig een nieuwe regel formuleren, zo ontstaat er jurisprudentie.
, 1.3.3 Het verdrag
Verdrag= een afspraak gesloten door staten en/of volkenrechtelijke organisaties (zoals de VN), een
soort contract. Als 2 of meer staten/volkenrechtelijke organisaties een internationale samenwerking
aangaan, dan leggen zij dat vast in een verdrag.
Internationale tribunalen= tijdelijke of permanente internationale gerechtshoven.
Verdragen kunnen de volgende inhoud hebben:
1. Staten kunnen hun rechten en plichten over en weer vastleggen.
2. Staten kunnen rechten opnemen die gaan over hun burgers (bijv. over kinderarbeid).
3. Verdragen kunnen internationale organisaties en internationale tribunalen in het leven
roepen.
UNESCO-verdrag: kunst die behoort tot een cultureel erfgoed van een land, mag niet zomaar
verkocht worden aan het buitenland.
Verenigde Naties: van 193 landen, werken samen op het gebied van recht, mondiale
veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het
onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.
Verdragen kunnen op 2 manieren in het nationale recht van een land doorwerken:
1. Transformatiesysteem= regels vanuit een verdrag zijn pas geldig, nadat het land deze heeft
omgezet in zijn eigen wetten en heeft opgenomen.
2. Incorporatiesysteem= het verdrag heeft een rechtstreekse werking en is direct van
toepassing. In NL van toepassing.
1.3.4 Het gewoonterecht
Gewoonterecht= ongeschreven recht, niet in de wet vastgelegd, maar rechters kunnen deze regels
wel meenemen in hun beslissing.
Paragraaf 1.4 De rechtszekerheid
Het recht moet rechtszekerheid bieden: de maatschappij moet op een wet kunnen bouwen en weten
waar zij aan toe is. In wetten worden daarom open normen gebruikt.
Open normen= zo ruim geschreven dat zij in de tijdsgeest geïnterpreteerd kunnen worden. Rechters
mogen dit zelfstandig interpreteren.
Paragraaf 1.5 Nederlands recht
In het Nederlandse recht valt een tweedeling te maken tussen het privaatrecht en het publiekrecht.
1.5.1 Privaatrecht
Privaatrecht= geeft regels en wetten die gelden voor en tussen burgers onderling, tussen burgers en
bedrijven en tussen bedrijven onderling.
Twee rechtsgebieden van het privaatrecht:
1. Het verbintenissenrecht= gaat over handelingen ven één of meerdere personen, zoals het
aangaan van een overeenkomst.
2. Het intellectueel-eigendomsrecht= gaat over de bescherming van voortbrengselen van de
menselijke geest (lied, schilderij, boek etc.). denk aan auteursrecht en merkenrecht.
3. Goederenrecht= over wie eigenaar is van een bepaald goed en hoe hij dat kan overdragen.
4. Ondernemingsrecht= over de interne en externe juridische zaken van ondernemingen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mayatsx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.