Ontwikkelingspsychologie II
8e editie
Kirtiha Manikkam
Toegepaste Psychologie jaar 1
2020/2021
,Hoofdstuk 1 Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid
De vroege volwassenheid begint aan einde van adolescentie rond 20 jaar en tot middelbare leeftijd
rond 40 jaar.
1.1 Lichamelijke ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling en rijping zijn aan het begin van de vroege volwassenheid, voltooid.
Hoogtepunt lichamelijke mogelijkheden. Begin 20 zijn mensen algemeen gezond, sterk en energiek.
Veroudering: De natuurlijke lichamelijke achteruitgang die wordt veroorzaakt door het ouder worden
Dit is pas zichtbaar op latere leeftijd. Hersenen groeien tot vroege volwassenheid. Latere leeftijd
verder gesnoeid in grijze massa en de myeline sering loopt door.
Myeline: Vettige stof die op veel plaatsen in het zenuwstelsel het axon omhult. Myeline geeft de
witte stof zijn witte kleur. Het zorgt ervoor dat zenuwimpulsen sneller worden gestuurd.
Prefrontale cortex vooral bij mannen pas op hun 25jarige leeftijd volledig gerijpt.
Executieve functies: mogelijkheden die wij hebben om onszelf te organiseren en om te plannen.
Ook bij gewone mensen zijn de psychomotorische vermogens tijdens de vroege volwassenheid op
hun best. De reactietijd is korter, de spierkracht groter en de oog- hand coördinatie is beter dan in
enige andere leeftijdsfase.
Een gebrek aan beweging verhoogt kans op hart- vaatziekten, darm borst kanker, osteoporose,
suikerziekte, depressiviteit en zwaarlijvigheid in sterke mate. WHO zegt 30 min inspanning al
voldoende.
Nederlandse Gezondheidsraad zegt 150 min per week aan matig intensieve inspanning. Volwassen
persoon moet 10.000 stappen per dag zetten. 30 min fietsen is 4500 stappen.
Regelmatig lichaamsbeweging levert voordelen. Het verbetert conditie van het cardiovasculaire
systeem, wat betekent dat hart en bloed vaten efficiënter gaan werken. Longcapaciteit neemt toe,
uithoudingsvermogen wordt groter. Spieren worden sterker lichaam wordt soepeler en
wendbaarder. Stimuleer het immuunsysteem van het lichaam, waardoor dat beter in staat is om
ziekten te bestrijden.
Belangrijkste doodoorzaken tussen 25-30 zijn verkeersongelukken, kanker, hartziekten, uitwendige
doodsoorzaken, zelfmoorden.
Secundaire veroudering: lichamelijke aftakeling die veroorzaakt wordt door omgevingsfactoren of
individueel gedrag. Het gebruik van verdovende middelen vergroot kans dat jongvolwassenen aan
een van de eerdergenoemde doodsoorzaken sterft.
Drie richtlijnen gezonder te eten:
1. Eet in verhouding meer voeding van plantaardige dan van dierlijke oorsprong
2. Geef de voorkeur aan weinig of niet bewerkte voeding en eet zo weinig mogelijk ultra
bewerkte voeding
3. Vermijd overconsumptie en voedselverspilling
Water drinken ook belangrijk. Jongvolwassenen belanden in een vicieuze cirkel van afvallen,
aankomen afvallen.
Wij spreken over een eetstoornis anorexia nervose als je geobsedeerd bent door alles wat met je
gewicht, lichaamsomvang en eten te maken heeft en daarom je gezondheid in gevaar komt.
Personen met een Handicap. Vlaamse agentschap definitie: Elk langdurig en belangrijk
participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen
,van mentale, psychische, lichamelijke of zintuigelijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van
activiteiten, en persoonlijke en externe factoren. Handicap kan aangeboren of niet aangeboren zijn.
Stress: de lichamelijke en emotionele reactie op gebeurtenissen die ons bedreigen of uitdagen.
Psycho neuro-immunologie: onderzoek naar de relatie tussen de hersenen, het immuunsysteem en
psychologische factoren. Hebben ontdekt dat stress verschillende gevolgen kan hebben. Biologische
reactie die optreedt als bepaalde hormonen een versnelde hartslag, verhoogde bloeddruk en meer
transpiratie en zweten veroorzaken. Als er constant stres gerelateerde hormonen worden
afgescheiden, verslechtert de conditie van hart, bloedvaten en andere lichaamsweefsels.
Volgens Psychologen Arnold Lazarus en Susan Folkman doorlopen mensen een aantal stadia, oorzaak
van stress.
De 1ste stap is primaire inschatting- de betrokkene beoordeelt de gebeurtenis om te bepalen of de
gevolgen ervan positief, negatief of neutraal zijn. Als de gebeurtenis in eerste instantie negatief
overkomt, schat de betrokkene aan de hand van de schade die vergelijkbare gebeurtenissen in het
verleden hebben veroorzaakt in hoe bedreigend de gebeurtenis zal zijn en hoe groot kans is dat hij
de dreiging kan afwenden.
De 2de stap secundaire inschatting – Kan ik dit aan? Inschatting of zijn coping vaardigheden en
hulpbronnen voldoende zijn om de dreiging die de potentiële stressor inhoudt het hoofd te bieden.
Als er geen hulpbronnen aanwezig zijn en de potentiële dreiging groot is, ervaart hij stress.
Er zijn enkele algemene principes waarmee we kunnen voorspellen of een gebeurtenis als stressvol
zal worden opgevat. Psycholoog Shelley:
- Gebeurtenissen en omstandigheden die negatieve emoties oproepen, leiden eerder tot
stress dan positieve gebeurtenissen en omstandigheden. (adoptie kind minder stress dan
ziekte geliefde)
- Situatie die onbeheersbaar of onvoorspelbaar zijn, veroorzaken eerder stress dan
gebeurtenissen en omstandigheden die eenduidig en overzichtelijk zijn. (Nieuwe baan)
- Mensen die tegelijkertijd veel taken moeten vervullen die veel van hun capaciteiten vragen,
zullen waarschijnlijk meer stress ervaren dan mensen die minder dingen te doen hebben.
Hoofdpijn, rugpijn, huiduitslag, verstopping, chronische vermoeidheid en zelfs verkoudheid zijn stress
gerelateerde aandoeningen. Immuunsysteem, geheel organen, klieren, cellen dat ons lichaam
verdedigt tegen ziekte kunnen beschadigt raken door stress.
Psychosomatische aandoeningen: medische problemen die worden veroorzaakt door de interactie
tussen psychologische, emotionele en lichamelijke problemen.
Stress beïnvloedt mensen op vele manieren. Het risico op ziekte te verhogen, door ziekte te
veroorzaken, herstel ziekte te bemoeilijken. Toekomstige coping vermogen te verminderen.
Coping: Poging om de dreiging die tot stress leidt te beheersen, te reduceren of te leren verdragen.
Probleemgerichte coping: probleem situatie rechtstreeks te veranderen. Waardoor minder stress
komt. Bijv Als je probleem op je baan hebt gelijk met de baas praten.
Emotiegerichte coping: emotie bewust proberen te reguleren. Bijv positieve kant bekijken
Soms coping om te mediteren of sporten.
Aanwezigheid van anderen in tijden van stress kan zowel bestaan uit emotionele steun, praktische,
tastbare steun.
Defensieve coping: onbewuste strategieën aard van situatie verdraaien of ontkennen. Vermijden of
negeren van het probleem.
1.2 cognitieve ontwikkeling
, benadering Labouvie Vief meent dat aard van denken wel degelijk kwalitatief verandert tijdens
vroege volwassenheid. Denken van jongvolwassenen moet ontwikkelen om met bepaalde ambigue
situaties om te kunnen gaan. Jongvolwassenen de paradoxen van de samenleven leren hanteren
door analogieën en metaforen met elkaar te vergelijken. Zo raken ze vertrouwder met subjectievere
manier van begrijpen. Voor dat soort denken moeten ze alle aspecten van situatie afwegen of haar
eigen waarden en opvattingen creëren.
Postformeel denken: Denken dat rekening houdt met het feit dat de hachelijke situaties waarin
volwassenen kunnen terechtkomen soms op relativerende wijze moeten worden opgelost.
Dialectisch denken, belangstelling en waardering voor argumenten, tegenargumenten en debat.
Psychologen William Perry en K Warner Schaie benaderingen voor postformele gedachten
voorgesteld. Vroege volwassenheid is de periode van ontwikkelingsgroei die niet alleen beheersing
inhoudt van bepaalde soorten kennis maar ook van manieren om de wereld te begrijpen.
Jongerejaars maken vooral gebruik van dualistisch denken. Iets is goed of fout, mensen zijn goed of
slecht, anderen zijn voor of tegen hen. Als er nieuwe ideeën kwamen nam dit af. Meervoudig denken
duidelijker dat er verschillende standpunten zijn. In feite hadden ze volgens Perry stadium bereikt
waarin ze alle kennis en waarden als relatief beschouwden. Ipv beschouwen als plek van absolute
normen en waarden, begonnen ze in te zien dat verschillende samenlevingen, culturen, individuen
verschillende normen en waarden kunnen hebben, en dat die allemaal even waar kunnen zijn.
Schaies stadia ontwikkeling
Vast patroon van stadia manier van denken. Schaie belangrijkste cognitieve ontwikkelingstaak
voorafgaand aan de volwassenheid bestaat uit het verwerven van informatie.
1ste stadia Verwervend stadia (kindertijd en adolescentie): Volgens Schaies eerste stadie van
cognitieve ontwikkeling omvat gehele kindertijd en adolescentie de belangrijkste ontwikkelingstaak,
die bestaat uit het verwerven van informatie. De info die we verzamelen opgeslagen voor
toekomstig gebruik.
2de stadia Uitvoerend stadium (Jongvolwassenheid): Stadium waarin jongvolwassenen de verworven
kennis toepassen op specifieke situaties die te maken hebben met het bereiken van lange termijn
doelen op het gebied van carrière, gezin en bijdrage aan maatschappij. Verschillende belangrijke
kwesties aanpakken en oplossen.
3de stadia Verantwoordelijk stadium . (Aan eind van vroege volwassenheid gedurende de middelbare
leeftijd.) : stadium waarin mensen van middelbare leeftijd zich vooral bezighouden met hun
persoonlijke situatie, inclusief het beschermen en verzorgen van partner, gezin en carrière
4de stadium Ondernemend stadium (iets later tijdens middelbare leeftijd komen veel niet alle
mensen.): periode tijdens de middelbare leeftijd waarin mensen de zaken breder gaan bekijken,
waarin ze meer betrokken raken bij de wereld. Verzorgen helpen maatschappelijke instituten. Kijken
verder dan individuele situatie.
5de stadium. Reintegratief stadium (Ouderdom): periode tijdens de ouderdom waarin de aandacht
vooral gericht is op zaken die persoonlijk betekenis hebben.
Triarchische theorie over Intelligentie: Sternbergs theorie dat intelligentie uit 3 belangrijke
componenten bestaat: