Samenvatting literatuur
Logisch en kritisch denken
Hoofdstuk 2 - Argumentatie en conclusie
- Bij een redenering is er sprake van een standpunt en een argument
- Als één van de twee ontbreekt, is er geen sprake van een redenering
Hoofdstuk 3 – Redeneringen ontleden
De argumentatievormen:
- Enkelvoudige argumentatie: een argument bij een standpunt (st en A1)
- Meervoudige argumentatie: twee van elkaar losstaande argument bij een standpunt (st, A1
en A2)
- Ondergeschikte argumentatie: twee argumenten zijn aan elkaar verbonden en versterken
elkaar (st, A1, A1A1)
- Complexe argumentatie: een combinatie van voorgaande argumentaties
Een contra-argument is een argument tegen het standpunt.
Hoofdstuk 4 – Geldige en ongeldige conclusies
Syllogismen zijn groepen, klassen, verzamelingen of eigenschappen die
gekoppeld worden aan ‘bijzondere’ gevallen.
Premissen zijn uitgangspunten van een syllogisme.
Met een venndiagram kan je kritisch bekijken of de conclusie geldig is.
Bij conditionele redenering heb je vier basisvormen:
- Vorm 1:
o Als P, dan Q
o P
o Dus: Q
- Vorm 2:
o Als P, dan Q
o Q
o Dus, P
- Vorm 3:
o Als P, dan Q
o Niet P
o Dus: niet Q
- Vorm 4:
o Als P, dan Q
o Niet Q