Stoornis/ Kenmerken DSM-criteria Theorie Comorbiditeit/genen/ Alternatief model
cluster omgeving/prevalentie
Algemeen Persoonlijkheid: A Een duurzaam patroon van Patronen manifesteren in: Cluster A: Verwijderen van:
Blijvende innerlijke ervaringen/gedragingen -Cognitie: manieren om zichzelf, Dit cluster zie je niet veel in de -Theatrale pers.
patronen van dat afwijkt van wat binnen de anderen en gebeurtenissen waar te psychiatrische praktijk, dat komt -Afhankelijke pers.
waarnemen van, cultuur van de betrokkene wordt nemen en te interpreteren. voor een groot deel doordat deze -Paranoide pers.
omgaan met, en verwacht. Dit patroon komt op twee -Affectiviteit: bereik, intensiteit, mensen meestal geen behoefte -Schizoide pers.
denken over de (of meer) van de volgende labiliteit en geschiktheid van hebben in sociaal contact en ze
omgeving en terreinen tot uiting: emotionele respons. wantrouwend zijn. dit kan ervoor Alternatief: persoonlijkheidsstoornis trait
zichzelf die -Cognities -Interp. functioneren: de manier zorgen dat iemand niet zo snel hulp otherwise.
worden getoond in -Affectiviteit waarop iemand met andere mensen zal zoeken bij een anders of bij een
een breed scala -Interpersoonlijk functioneren interacteert. therapeut en dat zo iemand ook niet In het alternatieve model zijn er een aantal
aan sociale en -Impulsbeheersing -Impulsiviteit: impulsief gedrag. graag over zichzelf praat. Hiernaast aanpassingen doorgevoerd:
persoonlijke is het ook zo dat deze mensen hun -Criterium A is opgesplitst in criterium A en B.
contexten. Dit B Het duurzame patroon is Persoonlijkheidsstoornissen DSM-5: stoornis niet altijd als een probleem Hierin wordt de ernst aangegeven. Er is
doet een persoon inflexibel en komt tot uiting in een -Antisociale pers. ervaren. specificering toegepast.
op een vrij breed scala van persoonlijke en -Borderline pers. -In stap B wordt op een dimensionele manier
stabiele manier sociale situaties. -Vermijdende pers. Cluster B: gedacht (schaal).
wanneer diegene -Afhankelijke pers. Deze stoornissen hebben vaak met -Het woord relatief is toegevoegd.
in verschillende C Het duurzame patroon -Narcistische pers. elkaar gemeen dat ze behoorlijk
persoonlijke of veroorzaakt een klinisch -Theatrale pers. emotioneel kunnen zijn en vaak veel Criterium A:
sociale contexten significante lijdensdruk of -Obsessief compulsief pers. impulsiviteit zullen vertonen. Deze Matige of grotere beperking van het persoonlijk
terechtkomt. beperkingen in het sociale en -Paranoide pers. mensen worden gekarakteriseerd functioneren in domeinen van zichzelf en
beroepsmatige functioneren of in -Schizoide pers. door de woorden: dramatisch, anderen. Wordt beoordeeld op basis van:
Pers. stoornis: het functioneren op andere -Schizo typische pers. emotioneel, onvoorspelbaar en het 0: weinig tot geen beperking
Blijvend patroon belangrijke terreinen. draait allemaal om mij. 1: enkele beperkingen
van innerlijke Het huidige DSM systeem, wat werk 2: matige beperkingen
ervaring en D Het patroon is stabiel en van niet? Cluster C: 3: ernstige beperkingen
gedrag dat afwijkt lange duur, en het begin kan - Gelimiteerde validiteit voor enkele Deze stoornissen worden 4: extreme beperkingen
van de worden herleid tot op zijn laatst de bestaande typen gekenmerkt door angst en zorg. Dit
verwachtingen adolescentie of de jongvolwassen - Gebrek aan specificiteit in is het angstige cluster. Ten minste matige beperking in twee (of meer)
van de cultuur van leeftijd. algemene definitie. van de volgende niveaus van functioneren:
een individu, - Inadequate representatie van de 1 Identiteit: jezelf ervaren als uniek met
doordringend en E Het duurzame patroon kan niet ernst van de pers. stoornis. duidelijke grenzen tussen jezelf en anderen.
inflexibel is, begint beter worden verklaard als een - Heterogeniteit binnen typen. Stabiele zelfwaarde en accurate
in de adolescentie uiting of gevolg van een andere - Willekeurige drempels voor zelfgoedkeurig. Vermogen om emoties te
en vroege psychische stoornis. diagnose. reguleren.
volwassenheid, - Overmatige comorbiditeit bij pers. 2 Zelfsturing: nagaan betekenisvolle korte- en
stabiel is over tijd F Het duurzame patroon kan niet stoornissen. lange termijn doelen. Inzetten procociale
en leidt tot klinisch worden toegeschreven aan de - Instabiliteit van de huidige standaarden van gedrag.
significant leed in directe fysiologische effecten van categorische criteria voor pers. 3 Empathie: begrip van andere mensen hun
sociale, een middel of aan een somatische stoornissen. ervaringen en motieven.
beroepsmatige, of aandoening. 4 Intimiteit: diepte en lengte van relaties met
1
,andere Wat er door middel van de DSM anderen.
functiegebieden. gedaan wordt is het
standaardiseren van beschrijvingen Criterium B:
van stoornissen. Een dergelijke Hier staan een aantal pathologische
standaardisatie verbetert de persoonlijkheidskenmerken beschreven die
communicatie tussen therapeuten, verschillend zijn voor elke
de klinische bruikbaarheid en de persoonlijkheidsstoornis:
interbeoordelersbetrouwbaarheid. - Negatief affect (overlapt met
Je streeft hiermee een combinatie neuroticisme)
van optimale betrouwbaarheid en o Emotioneel labiel
validiteit na. o Angstig
o Verlatingsonzekerheid
o Depressiviteit
o Vijandigheid
o Achterdocht
o Onderdanigheid
o Doorzettingsvermogen
o Gebrek aan beperkte affectiviteit
- Detachement
o Terugtrekking
o Vermijden intimiteit
o Anhedonie
o Depressiviteit
o Beperkte affectiviteit
o Achterdocht
- Antagonisme
o Manipulatief
o Bedrog
o Grootsheid
o Aandacht zoekend
o Ongevoeligheid
o Vijandigheid
- Disinhibitie
o Onverantwoordelijkheid
o Impulsiviteit
o Afgeleid
o Risico’s nemen
o Gebrek aan rigide perfectionaliteit
- Psychotisisme
o Vreemde overtuigingen
o Excentriciteit
2
, o Cognitieve en perceptuele
ontregeling
Paranoide Dit is een vrij A Een pervasief wantrouwen en
(A) uniforme pers. achterdocht tegenover andere
stoornis. In de mensen, waarbij hun motieven
kern komt daar worden geïnterpreteerd als
een duidelijke kwaadwillend, beginnend op jong
kern naar voren: volwassen leeftijd, en aanwezig in
een wantrouwen uiteenlopende contexten zoals blijkt
jegens andere uit vier (of meer) van de volgende
mensen. kenmerken:
1 Verdenkt, zonder reden, anderen
ervan dat ze hem of haar uitbuiten,
schade berokkenen of bedriegen.
2 Is gepreoccupeerd door
ongerechtvaardigde twijfels aan de
loyaliteit of betrouwbaarheid van
vrienden of collega’s.
3 Is onwillig om anderen in
vertrouwen te nemen vanwege een
ongerechtvaardigde vrees dat de
informatie op een kwaadaardige
manier tegen hem of haar zal
worden gebruikt.
4 Zoekt verborgen kleinerende of
bedreigende betekenissen achter
onschuldige opmerkingen of
voorvallen.
5 Koestert persisterende wrok.
6 Bespeurt aanvallen op zijn of
haar karakter of reputatie die voor
anderen niet duidelijk
waarneembaar zijn en reageert al
gauw boos of met een
tegenaanval.
7 Heeft recidiverend
ongerechtvaardigde twijfels over de
trouw van echtgenoot of partner.
B De stoornis treeft niet uitsluitend
op in het beloop van schizofrenie,
een bipolaire- of depressieve
3
, stemmingsstoornis met
psychotische kenmerken, of een
andere psychotische stoornis en
kan niet worden toegeschreven
aan de fysiologische effecten van
een somatische aandoening.
Schizoide Deze pers. A Een pervasief patroon van
(A) stoornis kenmerkt afstandelijkheid in sociale relaties
zich in de basis en een beperkt scala van
door terugtrekken expressies van emoties in
uit sociale relaties. interpersoonlijke situaties,
Deze mensen beginnend in de jongvolwassen
laten ook heel leeftijd en aanwezig in
weinig affect zien uiteenlopende contexten zoals blijkt
in hun gezicht. De uit vier (of meer) van de volgende
range van emoties kenmerken:
lijkt klein te zijn. 1 Heeft noch behoefte aan, noch
plezier in hechte relaties en geniet
hier ook niet van, inclusief het tot
een gezin of familie behoren.
2 Kiest bijna altijd voor solitaire
activiteiten.
3 Heeft weinig of geen
belangstelling voor seksuele
ervaringen met een ander.
4 Beleeft weinig of geen genoegen
aan activiteiten.
5 Heeft geen hechte
vriendschappen of vertrouwelingen
buiten eerstegraads familieleden
om.
6 Lijkt onverschillig voor los of
kritiek van anderen.
7 Toont emotionele kilheid,
ongehechtheid of een afgevlakte
affectiviteit.
B De stoornis treeft niet uitsluitend
op in het beloop van schizofrenie,
een bipolaire- of depressieve
stemmingsstoornis met
psychotische kenmerken, of een
4
, andere psychotische stoornis en
kan niet worden toegeschreven
aan de fysiologische effecten van
een somatische aandoening.
Schizo Deze stoornis A Een pervasief patroon van Ideas of reference: Prevalentie:
typisch (A) heeft dingen sociale en interpersoonlijke Mensen gaan bepaalde situaties of -3% algemene populatie.
gemeen met de deficiënties, gekenmerkt door een cues, die we anders als goedaardig of -Vaker bij mannen.
paranoïde pers. direct gevoeld ongemak bij, en een neutraal zouden interpreteren, -Vaker bij jonge mensen.
stoornis en de verminderd vermogen tot, het bepaalde kenmerken toe-eigenen. Die -Verwant aan sociale klasse.
schizoide pers. hebben van hechte relaties, en kenmerken kunnen bijvoorbeeld zijn Mensen uit een lagere klasse
stoornis. In de door cognitieve en perceptuele dat situaties een hele belangrijke hebben vaker een cluster A pers.
kern wordt deze distorsie en excentriciteit in het persoonlijke betekenis krijgen voor stoornis.
stoornis gedrag, beginnend op mensen die hier last van hebben (“Die -Nooit getrouwd of gescheiden.
gekenmerkt door jongvolwassen leeftijd en aanwezig krantenkop gaat specifiek over mij”). -Lage frequentie klinische praktijk.
je niet op je in uiteenlopende contexten zoals
gemak te voelen blijkt uit vijf (of meer) van de Schizotypische spectrum: Comorbiditeit:
in volgende kenmerken: Schizotypische pers. stoornis en -Depressieve stoornis.
interpersoonlijke 1 Betrekkingsideeën (ideas of schizofrenie vallen samen met veel -Andere cluster A pers. stoornissen
relaties en in de reference) (met uitsluitsel van andere gerelateerde stoornissen -Schizofrenie.
interacties met betrekkingswanen). binnen een soort spectrum of een
andere mensen. 2 Eigenaardige overtuigingen of groep aan mentale stoornissen die we Genen:
Mensen met deze magische denkbeelden, die het het schizotypische-spectrum noemen. -Gegevens uit familie- en
stoornis kunnen gedrag beïnvloeden en die niet in Inbegrepen zijn: tweelingstudies tonen een
wantrouwen overeenstemming zijn met de -Waanstoornis erfelijkheidsgraad aan.
vertonen. Mensen culturele normen. -Korte psychotische stoornis -Ongeveer 60% van de variantie in
hebben vaak last 3 Ongewone perceptuele -Schizotypische pers. stoornis de schizotypische pers. stoornis is
van hallucinaties waarnemingen, met inbegrip van -Schizofrenie terug te leiden naar genetische
en waanachtige illusies. -Schizo-affectieve stoornis kwetsbaarheid.
symptomen. je 4 Merkwaardige wijze van denken -Ook is er een verband tussen
kan in hun en spreken. De schizotypische pers. stoornis en schizotypische pers. en
gedragingen, 5 Achterdocht of paranoïde ideeën. schizofrenie hebben in de kern heel schizofrenie.
affect en 6 Inadequaat of ingeperkt affect. veel risicofactoren met elkaar gemeen. -Iemand die een
manieren van 7 Het gedrags- of het uiterlijk is Hun onderliggende pathologische eerstegraadsfamilielid heeft met
spreken soms wat vreemd, excentriek of zonderling. eigenschappen kunnen omschreven schizofrenie of schizotypische pers.
excentrieke 8 Geen hechte vrienden of worden als het samengaan van heeft een grote kans om het ook zelf
dingen opmerken. vertrouwelingen afgezien van eigenschappen wat we schizotypy te krijgen.
eerstegraads familieleden. noemen. Schizofrenie is dan altijd de -Genen lijken vooral verband te
Wat deze pers. 9 Excessieve sociale angst die niet extremere en ernstigere variantie dan houden met negatieve symptomen.
stoornis anders afneemt naarmate de betrokkene de schizotypische pers. stoornis. -Omgevingsstress lijken vooral
maakt dan de iemand beter kent en die vaak Positieve symptomen nemen bij verband te houden met positieve
schizoide pers. meer samenhangt met paranoïde schizofrenie veel grotere en extremere symptomen.
stoornis en de angsten dan met een negatief vormen aan.
5
,paranoïde pers. oordeel over het zelf. Positieve symptomen:
stoornis zijn de Cognitief-perceptuele symptomen Perinatale risico’s:
hallucinaties en B De stoornis treedt uitsluitend op (perceptuele ervaringen, paranoïde -Laag geboorte gewicht
waanachtige in het beloop van schizofrenie, een ideeën, vreemde overtuigingen, -Blootstelling aan griep tijdens
symptomen. stemmingsstoornis met magisch denken). Deze symptomen zwangerschap
psychotische kenmerken, een gaan vaak gepaard met een verhoging -Prenatale ondervoeding
andere psychotische stoornis of aan negatief affect. Ze roepen veel
een autistisch spectrumstoornis. angst, frustratie en woede op bij Kindermishandeling:
mensen. Mensen die op het begin van Meerdere studies tonen aan dat
hun stoornis veel positieve symptomen kindermishandeling en trauma
hebben 10 jaar later een verhoogd gerelateerd zijn aan de
risico op het ontwikkelen van schizotypische pers. stoornis.
verschillende psychotische
stoornissen. Gen-omgevingsinteracties:
We weten dat bepaalde genen heel
Negatieve symptomen: direct leiden tot de zogenaamde
Interpersoonlijke symptomen (sociale endofenotypen. We proberen die
terugtrekking, emotionele anhedonie endofenotypen te vinden die door
en afvlakking). Deze symptomen gaan genen beïnvloed worden. Die
vaak gepaard met verminderd negatief endofenotypen zijn vaak onze
affect. Mensen die op het begin van de verklaring om te begrijpen waarom
stoornis veel negatieve symptomen de concrete symptomen van
hadden hebben 10 jaar later significant schizotypische pers. eruit zien zoals
meer risico op schizotypy achtige ze eruit zien.
stoornissen. Je ziet wel veel minder
risico op bv het krijgen van een We weten dat er verschillende
bipolaire stoornis. operationalisaties zijn van de
regulatie van dopamine in het lijf die
Gedesorganiseerde symptomen: interessante endofenotypen kunnen
Vreemd denken en spreken, vreemd zijn om de positieve symptomen te
gedrag. begrijpen. We zien significante
verschillen in dergelijke genen bij
mensen die vatbaar zijn voor het
krijgen van een psychose. Sommige
mensen lijken meer zuur in het
vocht te hebben in het brein.
Mensen die vatbaar zijn voor
psychoses hebben vaker bepaalde
combinaties van aminozuren die
ervoor zorgt dat dopamine sneller
wordt afgebroken (COMT-gen). Het
COMT-gen heeft een polymorfisme
waarbij het aminozuur Met wordt
6
, vervangen door een ander
aminozuur (Val), dat een veel
hogere enzymactiviteit heeft (d.w.z.
veel sneller afbreekt).
Cognitief:
Mensen met schizotypische pers.
scoren afwijkend op:
-Werkgeheugen
-Verbaal leren
-Aandacht
-Informatieverwerking.
Mensen met deze stoornis scoren
slechter op boven genoemde taken.
Dat betekent dat de onderliggende
breingebieden die dit zouden
moeten faciliteren minder goed
lijken te werken. Dit lijkt direct terug
geleid te kunnen worden naar
perinatale risicofactoren wat
impliceert dat het brein niet goed
ontwikkeld is.
Borderline Borderline is een A Een diepgaand patroon van Big-five facetten en borderline: Prevalentie: Rangschikking op continue kwantitatieve
(B) stoornis die wordt instabiliteit in intermenselijke -Neuroticisme (hoog) -Borderline heeft de hoogste dimensies. Hoe scoort iemand op verschillende
gekenmerkt door relaties, zelfbeeld en affecten en -Agreeableness (laag) prevalentie in de klinische praktijk. belangrijke symptomen/kenmerken die ten
stabiele van duidelijke impulsiviteit, -1-2% algemene populatie. grondslag liggen aan borderline? Hierbij wordt
instabiliteit. Dat beginnend in de vroege Genen en omgeving hebben beide -Algemene populatie man en vrouw op een schaal gekeken.
betekent dat alle volwassenheid en tot uiting invloed op het ontstaan van borderline. gelijk, klinische populatie meer
symptomen van komend in diverse situaties zoals Je kan daarom spreken van een bio- vrouw.
borderline gaan blijkt uit vijf (of meer) van de psychosociaal model. Genen bepalen -Komt vaker voor bij jonge mensen.
over het ervaren volgende: de mate waarin we gevoelig zijn voor
van wisselingen, 1 Krampachtig proberen te omgevingsinvloeden. Comorbiditeit:
instabiliteit/labilitei voorkomen om in de steek gelaten Omgevingsgebeurtenissen regelen -Stemmingsstoornissen (96.3%)
t in termen van te worden. onze gen-transcriptie en play-out. -Angststoornissen (88.4%)
interpersoonlijke 2 Een patroon van instabiele en -Eetstoornissen (53%)
relaties met intense intermenselijke relaties Hersenen: -Drugsgebruik (64.1%)
anderen, het gekenmerkt door wisselingen Vermindering van het volume van de -Andere pers. stoornissen
zelfbeeld, de tussen overmatig idealiseren en hippocampus, amygdala, orbitofrontale
emoties die kleineren. cortex en anterieure cingulate gyrus. Genen:
iemand ervaart en 3 Duidelijk en aanhoudend instabiel Genen spelen een rol bij borderline.
dit gaat samen zelfbeeld of zelfgevoel. Hechting: Familieleden van iemand met
7