URBAN DESIGN MODELS
Een manifest of handvest is een weergave van de stand- en/of uitgangspunten van een persoon of
een groep.
Een enclave is een gebied dat geheel wordt omsloten door grondgebied van één andere partij.
Een intermezzo is wat er gebeurt als onderbreking van iets anders, ook specifiek een tussenspel in
een toneelstuk.
WEEK 1
De verschillende processen en ontwikkelingen die de stedelijke ontwikkeling beïnvloeden zijn zo
complex dat zij moeten worden vervormd en versimpeld tot een model om deze te kunnen
begrijpen. Verschillende modellen leiden tot verschillende ruimtelijke strategieën die leiden tot
verschillende vormen van urbanisme, van blauwdruk tot spontane stad. De realiteit is simpel gezegd
te complex. Om deze te kunnen begrijpen gebruiken we een model. Het gevaar van modellen is dat
je het model gaat zien als de realiteit en dat je niet door hebt dat je een model gebruikt.
Londen Underground
Een model is niet de echte representatie van de werkelijkheid, alles is verbonden maar een model is
een versimpelde weergave. Abstraheren is niet alleen versimpelen maar ook transformeren. De
moderne metrolijnkaart werkt omdat het versimpeld is van de realiteit.
Randstad
Albert Plesman in de ontdekker of uitvinder van het concept de Randstad. De Randstad, gezien als 1
stad rondom een lege plek.
▪ Randstadmodel ontdekt door Albert Plesman vanuit een vliegtuig.
▪ Toen het slecht ging werden de oplossingen gezocht binnen het model.
Waren geen oplossingen voor alle steden individueel.
▪ Op het Randstadmodel kwamen meerdere variaties (vleugels).
Oplossingen voor de randstad:
▪ Solution 1:
Randstad was niet af, er misten nog dingen
▪ Solution 2:
Het vervoer was niet snel genoeg
▪ Solution 3:
Alle randstad steden identiteiten geven
▪ Solution 4:
De randstad mist een centrum en bestaat uit heel veel centra (OMA)
Steden hebben de vormen van een olievlek, door uitbreiding worden de afstanden tot
recreatieplekken/natuur veel te groot. Het randstad model ‘’loste’’ dat op.
,S,M,L,XL: Boek van Rem Koolhaas. Er bestaat niet 1 goede manier om de stad te maken maar er zijn
1001 goede manieren. Twee manieren van denken over de HUIDIGE STAD. Dit gaat over de stad NA
Le Corbusier. De volgende twee modellen komen uit dit boek:
WEEK 1
De generetic city
Wat is de beschrijving van de stad op dit moment? Beschrijving.
De algemene stad, een beschrijving van de huidige situatie van steden en de discipline van
urbanisme. Dit is de stad waar de mensen echt wonen, zo’n 90% van de bevolking. Sommigen
hiervan zijn een manifest. Identiteit van de stad is geen reële werkelijkheid, de identiteit is niet het
gebied waar de mensen wonen. De mensen wonen hier buiten. Het gaat over de geglobaliseerde
wereld, alles begint te lijken op het vliegveld (dus het wordt hetzelfde).
▪ De generetic city is zoals een vliegveld, een globale stad, over ongeveer de hele wereld
hetzelfde
▪ De generetic city is een fractaal iets, een eindeloze herhaling van dezelfde simpele module
De stad als een natuurlijk organisme dat beweegt en groeit, onafhankelijk van en onverschillig
tegenover de mensen die er wonen. Het is een metropool, uitgestrekt en voortdurend aan
verandering onderhevig; een stad zonder geschiedenis. Ze bestaat uit slechts drie elementen:
wegen, gebouwen en natuur. Die laatste lijkt het belangrijkste, want Koolhaas omschrijft de andere
twee – wegen en gebouwen – ook steeds in natuurlijke metaforen. De stad, schrijft hij, is als een
mangrovebos. Als iets niet werkt of bevalt wordt het achtergelaten zonder er verder naar om te
kijken, als in het evolutionaire proces van natuurlijke selectie. Er is wel een plan, maar het plan
maakt geen verschil en kan net zo makkelijk uitgevoerd als verlaten worden. Onvoorspelbaarheid is
de drijvende kracht: ‘the systematic application of the unprincipled’.
Stukjes van urbanisme worden samengevoegd als wandtapijten, er is geen hiërarchie. Stedelijke
centra functioneren niet als centrum, meer als een soort themapark of een museum. De generetic
city is een stad die ontstaan is door het vastzitten aan het centrum en de stad is niets meer dan een
reflectie van de huidige behoeften en capaciteit. Als de stad te oud wordt groeit ze en drukt zichzelf
naar beneden. Ze is overal even spannend als saai en is superficial zoals Hollywood, elke
maandagochtend kan zij een nieuwe identiteit aannemen. De grootste uitvinding van de generetic
city is om simpelweg op te geven wat niet werkt, geen geschiedenis maar alles nieuw. Geen
ideologie, alles puur pragmatisch. De generetic city betekent de definitieve dood van de stedelijke
planning, niet omdat de stad niet gepland is, integendeel zelfs, maar het maakt geen verschil.
Voorbeelden: Los Angeles, Tokio
WEEK 1
Whatever happend to urbanism
Wat moeten wij als stedenbouwers doen met de stad? Oproep tot denken.
De strijd om kwantiteit, urbanisme is gefaald in het vinden van een antwoord op de ongelofelijke
groei in kwantiteit. De paradox van de stedenbouw is dat urbanisme overal is en als discipline
gefragmenteerd is maar geen antwoord geeft, het heeft zichzelf gedreven in duizenden kleine
projecten. Oorzaak van deze paradox is dat we totale controle hebben beloofd maar dit lukte ons
niet waardoor we allemaal kleine oplossingen zijn gaan bedenken die allemaal anders zijn.
, De belofte van modernisme was om kwantiteit te transformeren in kwaliteit door abstractie en
herhaling. Dit werkte niet, de ideeën en de aesthetics zijn doodgegaan. Het falen van ‘een nieuw
begin’ na zovelen nieuwe beginnen werd bedenkelijk.
Wat deze ervaring zorgbarend en (voor architecten) vernederend maakt is dat de stad haar
uitdagende volharding en schijnbare kracht, ondanks het collectieve falen van alle instanties die
ernaar handelen of proberen te beïnvloeden – creatief, logistiek en politiek. De professionals van de
stad zijn schaakpoppetjes die verliezen van computers. Een perverse automatische piloot is constant
alle pogingen om de stad te veroveren te slim af, put alle ambities van haar definitie uit, maakt de
meest gepassioneerde beweringen van haar huidige mislukking en toekomstige onmogelijkheid
belachelijk, en stuurt haar onverbiddelijk verder op haar vlucht voorwaarts.
▪ Paradox 1: er zijn steeds meer en grotere steden, maar stedenbouwers worden eigenlijk
nergens bij betrokken. Stedenbouwers besluiteloos. Problemen in de omgeving zorgen voor
maatschappelijke problemen.
▪ Paradox 2: in de praktijk is de stedenbouwer de laatste in het proces terwijl je zou denken
dat ze er vanaf het begin al bij betrokken zouden zijn.
▪ Paradox 3: als stedenbouw overal mee te maken heeft zou je verwachten dat ze bij elkaar
zouden komen en gezamenlijk oplossingen te zoeken, maar dat gebeurd niet.
De stedenbouwkundige verloor de controle over de stad (als hij die ooit had), en krijgt die niet terug.
Wat nu te doen? Komt er een nieuwe stedenbouw?
De nieuwe stedenbouw zal niet gebaseerd zijn op de dubbele fantasie van orde en controle.
▪ Het zal gebaseerd zijn op onzekerheid
▪ Het zal deze onzekerheid vieren
▪ Het is niet zoeken naar het ENE antwoord
▪ Het zoekt naar 1000 verschillende antwoorden.
Het schijnbare falen van de stad biedt een uitzonderlijke kans, een voorwendsel voor nietszeggende
lichtzinnigheid. We moeten ons 1001 andere concepten van stad voorstellen; we moeten
waanzinnige risico's nemen; we moeten volkomen onkritisch durven zijn. De zekerheid van falen
moet ons lachgas / zuurstof zijn; modernisering onze krachtigste drug. Omdat we niet
verantwoordelijk zijn, moeten we onverantwoordelijk worden. In een landschap van toenemende
opportuniteit en vergankelijkheid is stedenbouw niet langer de meest plechtige van onze
beslissingen; stedenbouw kan oplichten, een Gay Science - Lite Urbanism worden.
▪ Het zal niet langer streven naar stabiele configuraties, maar naar het creëren van mogelijk
makende velden die ruimte bieden aan processen die weigeren te kristalliseren in definitieve
vorm;
▪ Het gaat niet langer om een nauwgezette definitie, het opleggen van grenzen, maar om het
uitbreiden van begrippen, het ontkennen van grenzen, niet om het scheiden en identificeren
van entiteiten, maar om het ontdekken van onnoembare hybriden;
▪ Het zal niet langer geobsedeerd zijn door de stad, maar door de manipulatie van
infrastructuur voor eindeloze intensificaties en diversificaties, snelkoppelingen en
herverdelingen - de heruitvinding van de psychologische ruimte.
Wat als we simpelweg verklaren dat er geen crisis is - onze relatie met de stad herdefiniëren, niet als
haar makers, maar als louter onderwerpen, als haar aanhangers? Meer dan ooit is de stad alles wat
we hebben.