Korte samenvatting – aansprakelijkheidsrecht
Week 1 – Doelen en functies aansprakelijkheidsrecht
Art. 6:162 BW: verbintenis tot schadevergoeding wanneer een persoon jegens een ander
een onrechtmatige daad pleegt, vereisten:
• onrechtmatige daad: onrechtmatigheid en gedrag (doen of nalaten)
• jegens een ander (relativiteit)
• die aan de ander valt toe te rekenen (toerekening)
• als gevolg waarvan (causaliteit)
• iemand schade lijdt (schade)
Schuldaansprakelijkheid: aansprakelijkheid vanwege verwijtbaarheid
Risicoaansprakelijkheid: aansprakelijkheid zonder dat sprake hoeft te zijn van
verwijtbaarheid (HR Aardbevingsschade Groningen)
Kwalitatieve aansprakelijkheid: iemand is aansprakelijk omdat hij tot een andere persoon of
zaak in een bepaalde betrekking staat
Doelen aansprakelijkheidsrecht:
• primaire doelstelling: geleden schade herstellen en dreigende schade voorkomen
• compensatie (corrigerende rechtvaardigheid): herstel in oude toestand, symmetrie onrecht
en herstel, relatie tussen dader en benadeelde, 6:103, 6:106, 6:109
- verdelende rechtvaardigheid: verdelen van schaarse goederen over groep mensen
- corrigerende rechtvaardigheid: relatie tussen 2 personen, herstel verstoord evenwicht
• distributieve rechtvaardigheid: heeft betrekking op het verdelen van wat er te verdelen valt
(omstandigheid dat vermogenstoestand van laedens en gelaedeerde een rol kan spelen bij
de matiging van de schadevergoeding)
• genoegdoening: behoefte van benadeelden dat hun leed wordt erkend
- maar HR Jeffrey: verklaring voor recht inhoudende een moreel-declaratoir vonnis, zuiver
emotioneel belang is geen belang, art. 3:303: zonder voldoende belang geen rechtsvordering
• preventie: voorkomen van schadeveroorzakend gedrag
- generale preventie: ontstaan afschrikkingseffect waardoor mensen zich weerhouden van
schadeveroorzakend gedrag
- speciale preventie: individu die reeds schade heeft veroorzaakt, niet in herhaling valt
Hoofdregel: ieder draagt zijn eigen schade
Voor een uitzondering op de hoofdregel, dus de verplaatsing van de schade naar een ander,
zijn rechtvaardigingen / grondslagen nodig
Grondslagen civielrechtelijke aansprakelijkheid:
• schuldleer: schade kan alleen worden afgewenteld wanneer een ander iets te verwijten valt
• risicoleer: aan bronnen van gevaar wordt aansprakelijkheid gekoppeld, de verwezenlijking
van het gevaar moet dan voor rekening van de dader komen
• profijtleer: degene die profijt heeft van bepaalde activiteiten, personen of zaken moet ook
de daaraan verbonden risico’s dragen
2 soorten fouten:
• kunstfout = medische hulpverlener maakt een fout waardoor hij direct de gezonde vrucht
beschadigt
• informatiefout = medische hulpverlener stelt ten onrecht niet vast wat er aan de hand is
waardoor de ouders de keuze wordt ontnomen om het kind niet geboren te laten worden
,Arresten:
• HR Wrongful Birth: vordering tot schadevergoeding omdat kind met beperkingen geboren
is, arts moet opvoedkosten van kind geheel vergoeden en de gederfde inkomsten als dit in
de gegeven omstandigheden redelijk is, maar geen smartengeld want geen psychisch letsel
• HR Baby Kelly / Wrongful Life: verloskundige had zorgplicht, in strijd gehandeld met
hetgeen in maatschappelijk verkeer betaamd, toerekenbare tekortkoming jegens moeder
(overeenkomst), onrechtmatige daad jegens vader en Kelly (buitencontractuele
aansprakelijkheid), bij vaststellen schade moet HR vergelijken met een gezond leven
• HR Hangmat: medebezitter van een opstal kan andere medebezitter aansprakelijk stellen
op grond van art. 6:174, dit artikel is niet beperkt tot derden, art. 6:169 wel
• HR Srebrenica: onthouden van bescherming en actief verwijderen kan gezien worden als
een handelen of nalaten en levert een onrechtmatige daad op, kan niet worden toegerekend
aan VN, maar wel aan de partijen die in naam van hen uitvoering geven (effective control)
Week 2 – Vestiging van aansprakelijkheid
Fout = toerekenbare onrechtmatige daad
Art. 6:162 lid 2 BW: vereiste van onrechtmatigheid, 3 categorieën onrechtmatige daden:
Strijd met wettelijke plicht: hoofdregel: als bij een schadeveroorzakende gedraging een
wettelijke plicht/norm is geschonden, is de onrechtmatigheid in beginsel gegeven
• relativiteitsvereiste (art. 6:163): wettelijke bepaling moet wel als doel hebben om het
geschonden belang te beschermen
Rechtsinbreuk: schending subjectief recht (absolute vermogensrechten of
persoonlijkheidsrechten) van een ander
• zorgvuldigheidstoets: HR Zwiepende Tak, bijv. is hinder onrechtmatig? -> HR Vogelplaag,
HR Bijenspat (zie uitleg van arresten hieronder)
Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt:
maatschappelijk aanvaarde normen over behoorlijk en zorgvuldig gedrag
• HR Zutphense juffrouw: oude leer HR: onrechtmatigheid = onwetmatigheid
• HR Lindenbaum/Cohen: onrechtmatige daad hoeft niet per se onwetmatig te zijn
• uitgangspunt: iedereen moet de zorg betrachten die van een zorgvuldig mensen mag
worden verwachten (aan de hand van alle omstandigheden van het specifieke geval)
• Gevaarzetting: verantwoordelijk voor het in het leven roepen van een gevaarlijke situatie
waarbij schade dreigt voor personen of zaken
- Kelderluik-criteria: mate van waarschijnlijkheid waarmee niet-inachtneming van vereiste
oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, aard en omvang van de gevreesde
schade, waarschijnlijkheid dat de schade zich als gevolg van het gedag zal voordoen, aard
gedraging, bezwaarlijkheid in kosten, tijd en moeite voor nemen van voorzorgsmaatregelen,
ernst gevolgen
- HR Jetblast: waarschuwingen: afdoende maatregel met het oog op bescherming tegen
een bepaald gevaar, van doorslaggevende betekenis of te verwachten valt dat de
waarschuwing zal leiden tot handelen/nalaten waardoor gevaar vermeden wordt
• Sport- en spelsituaties:
- gevaar is vaker aanvaardbaar dan in normale situaties, want potentiële slachtoffers
hebben zich daar bewust van de risico’s in gegeven
- HR Tennisspel: abnormaal gevaarlijke gedraging buiten de regels van het spel kan wel
gevaarzetting opleveren
• Ongelukkige samenloop van omstandigheden:
- HR Verhuizende zusjes: uitgangspunt dat de enkele mogelijkheid van een ongeval als
, verwezenlijking van een gevaar dat aan bepaald gedrag inherent is, het gedrag niet
onrechtmatig maakt
- HR Zwiepende tak: niet iedere inbreuk op een subjectief recht levert onrechtmatigheid op,
slechts onrechtmatig als de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als gevolg van het
gedrag zo groot was, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van het gedrag
had behoren te onthouden
• Zuiver nalaten: uitgangspunt: niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan doordat is
nagelaten te waarschuwen of iets anders te doen, slechts bij concrete kennis van gevaarlijke
situatie, dreiging van ernstig geestelijk/lichamelijk letsel, mogelijkheid en noodzaak om
daadwerkelijk iets te doen en reële verhouding moeite en kosten gevaar, wel aansprakelijk
• Hinder: art. 5:37 BW
- HR Aalscholvers: uitgangspunt: of hinder onrechtmatig is hangt af van de aard, ernst en
duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade, verdere omstandigheden: gewicht
belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, mogelijkheid, kosten en
bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te nemen, plaatselijke
omstandigheden -> HR Bijenspat: andere maatstaven voor stad en platteland
Kenbaarheidsvereiste: HR Taxusstruik: als men de giftigheid niet kent en niet behoort te
kennen, strekt de maatschappelijke zorgvuldigheid niet zo ver dat de persoon de plant zo
moet houden dat het geen gevaar oplevert
Relativiteitsvereiste: art. 6:163 BW: geen verplichting tot schadevergoeding, wanneer de
geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die
heeft geleden (HR Tilburgse Tandartsen), 3 dubbele functie:
• persoon: gedrag van iemand moet jegens de benadeelde onrechtmatig zijn
• soort schade: doel van een norm moet daadwerkelijk bescherming van de soort schade zijn
(HR Iraanse Vluchtelinge)
• wijze van ontstaan: moet vallen onder strekking norm (HR Duwbak Linda)
Rechtvaardigingsgronden: ontnemen onrechtmatige karakter aan een gedraging
• overmacht: drang waaraan men geen weerstand behoeft te bieden
• noodweer
• uitvoering wettelijk voorschrift
• bevoegd gegeven ambtelijk bevel
• toestemming gelaedeerde of zaakwaarneming
Art. 6:162 lid 3: vereiste van toerekening, drie gronden waarop het aan de dader kan
worden toegerekend
• Toerekening op basis van schuld: OD is te wijten aan schuld van de dader (persoonlijke
verwijtbaarheid), verwijtbaar of vermijdbaar handelen (schulduitsluitingsgrond mogelijk)
• Toerekening wegens een oorzaak welke krachtens de wet voor zijn rekening komt:
ondanks ontbreken schuld toch toerekening, bijv. art. 6:165: geestelijke of lichamelijke
tekortkoming staat niet aan toerekening in de weg
• Toerekening wegens een oorzaak welke krachtens de in het verkeer geldende opvattingen
voor zijn rekening komt: persoonlijke verwijtbaarheid of wettelijke bepaling ontbreekt, maar
aansprakelijkheid is wel gewenst (HR Watersportongeluk) -> HR Meppelse ree: was minder
gevaarlijke reactie mogelijk en had waarschuwingsbord gezien, dus handeling is verwijtbaar
Art. 6:166: groepsaansprakelijkheid
• hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelnemers van een groep voor een OD in
groepsverband gepleegd
• vereisten: tenminste één groepslid brengt onrechtmatige schade toe, kans op het
toebrengen van schade had het groepslid van zijn gedragingen in groepsverband moeten