Samenvatting van alle verplichte stof voor het vak Beginselen Europees recht. Inclusief aantekeningen van de werk- en hoorcolleges. Met deze samenvatting heb ik een 8,5 gehaald op het tentamen.
Week 1
Hoorcollege week 1 De aard van de Europese Unie
Bij de EU hebben we te maken met twee verdragen de VWEU en de VEU.
Een verdrag is een overeenkomst tussen staten waarbij die staten dan ten opzichte van
elkaar verplichtingen aangaan. Dit kan bijvoorbeeld een handelsverdrag zijn.
Hoe komt een verdrag tot stand?
Dat is eigenlijk een drietrapsraket. Je begint met onderhandelingen. Dan komt er een
overeenkomst die ondertekent moet worden. En daarna moeten beide partijen het
verdrag goedkeuren (ratificatie).
Bilateraal is tussen twee staten en multilateraal is als er meerdere lidstaten bij betrokken zijn.
Verdragen moeten bindende werking hebben (pacta sunt servanda). Je moet de afspraken nakomen
te goeder trouw.
Internationale organisaties
In beginsel heb je een algemene vergadering van regeringsvertegenwoordigers
(ministers). Wordt de raad genoemd.
Het tweede orgaan, naast de raad, is het dagelijks bestuur. Bestaat uit een klein aantal
leden.
Secretariaat.
Vaak hebben internationale organisaties niet zoveel bevoegdheden. Het zijn dus niet
organisaties die een eigen bestuursorgaan hebben. Want als er een besluit moet
worden genomen dan moeten alle staten het er mee eens zijn (eenparigheid van
stemmen). Dus alle staten hebben vetorecht (je kan nooit worden gebonden tegen je
wil).
Intergouvernementele en supranationaal
Inter betekent tussen, supra betekent boven. De regeringen van de lidstaten zijn de
baas van de organisatie bij een intergouvernementele organisatie.
De structuur van een supranationaal verdrag is veel meer complex. Binnen die
supranationale organisaties zijn er heel veel verschillende organen met heel veel
verschillende bevoegdheden (je hebt dus niet alleen die drie organen).
De bevoegdheden van een supranationaal organisatie zijn veel verdergaand dan bij een
intergouvernementele organisatie.
Bij supranationale organisatie kan je worden gebonden tegen je wil en dit kan niet bij
een intergouvernementele.
Binnen bepaalde grenzen staan die supranationale organisaties boven de lidstaten
(niet op alle onderwerpen zoals onderwijs), maar op datgene wat geattribueerd is.
Dus de term supranationaal verwijst naar een organisatie of orgaan boven de lidstaten. Lidstaten
hebben dan bevoegdheden overgedragen aan het orgaan en hebben niet meer zelf de controle over.
Lidstaten geven een deel van hun bevoegdheden en soevereiniteit over. Intergouvernementele wil
zeggen dat staten niet gebonden kunnen worden tegen hun wil (vetorecht). Het gaat over afspraken
tussen de lidstaten. Besluiten worden door nationale regeringen samengenomen en niet door een
instelling die boven de lidstaten staat. Een bindende afspraak kan alleen plaatsvinden als iedereen
voor is. Eenparigheid van stemmen, unanimiteit en consensus.
De verenigde naties zou gezien kunnen worden als een intergouvernementele organisatie. Maar als
je kijkt naar de Veiligheidsraad en hun bevoegdheden, kan er worden gezegd dat ze een
supranationaal karakter hebben.
De NAVO heeft ook supranationale trekjes.
,Vooral de Europese Unie heeft vergaande supranationale trekken. Dat kan je zien dat de EU
onafhankelijke organen heeft. Bij een heleboel onderwerpen is de besluitvorming bij meerderheid. Er
wordt gecontroleerd of lidstaten houden aan Unierecht. En de EU heeft een eigen rechtsorde (Arrest
Costa/ENEL).
Europese integratie
Totstandkoming van de EU in drie periode:
1. Europese Gemeenschappen (1952-1993)
2. Europese Unie en de Europese Gemeenschappen (1993-2009)
3. Europese Unie (sinds 2009)
De verdragen van de EU:
1. VEU
2. VWEU
Artikel 6 VEU de Unie erkent EU-Handvest van de grondrechten en heeft dezelfde juridische waarde
als de verdragen. Dit betekent dat het moet worden gezien als primair recht. Het is echter geen
verdrag.
1951-1965: Oprichtingsfase (nooit meer oorlog)
De huidige Europese samenwerking is begonnen met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
(EGKS) die in 1951 is opgericht met het zogenoemde Verdrag van Parijs. De Raad van Europa kwam
in 1949 opgericht. Een van de belangrijkste verdragen die binnen dat verband werd aangenomen, is
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De NAVO is een militaire
samenwerking.
De EGKS had als doel om de soevereiniteit van de deelnemende landen op dit terrein te beperken,
om zo te voorkomen dat landen zich opnieuw zouden kunnen bewapenen om het continent voor de
derde keer in de twintigste eeuw in een oorlog te storten. Met het Verdrag van Parijs ontstond een
gemeenschappelijke markt voor kolen en staal.
In 1954 werd de West-Europese Unie (WEU) opgericht als minder vergaand alternatief voor de
defensiegemeenschap.
In 1957 werd uiteindelijk het Verdrag van Rome ondertekend waarmee de Europese Economische
Gemeenschap (EEG) en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie (Euratom) het licht zagen.
1965-1985: Eurosclerose
De jaren zestig wordt wel aangeduid als het tijdperk van de Eurosclerose.
De Lege Stoel-crisis en het Akkoord van Luxemburg (1965-66): inertie
De Franse afwezigheid tijdens bijeenkomsten van de Raad zorgde ervoor dat de Europese machinerie
en het wetgevingsproces tot stilstand kwamen. Deze inertie werd pas doorbroken met het akkoord
van Luxemburg dat in 1966 in werking trad.
In de periode van Eurosclerose bestond er wel een actief Hof van Justitie en Europees Parlement. In
1963 bepaalde het in Van Gend & Loos dat het Europese recht rechtstreekse werking kan hebben en
een jaar later bepaalde het in Costa/ENEL eveneens dat het Europese recht voorrang heeft op het
nationale recht.
Europese Akte (1986)
In 1986 werd de Europese Akte ondertekend waarin het vrij verkeer tussen de lidstaten verder
uitgebouwd werd en de interne markt voltooid werd.
, Verdrag van Maastricht (1992)
In 1992 werd te Maastricht het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU ) ondertekend. Tot aan
de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 zou de Europese Unie rusten op drie
pijlers: de drie gemeenschappen (EG, EGKS en Euratom). Met het Verdrag van Maastricht werden de
bevoegdheden van het Europees Parlement verder uitgebreid door middel van de introductie van de
zogeheten 'codecisieprocedure', de huidige gewone wetgevingsprocedure van artikel 290 VWEU. Het
Parlement is in deze procedure 'medebeslisser' samen met de Raad en kan op gelijke voet met de
Raad wetgevingsvoorstellen accepteren, bokkeren en amenderen. Daarnaast werd het Europees
burgerschap opgenomen in het Verdrag (huidig 18 t/m 25 VWEU).
Artikel 1 en 50 VEU laat zien dat de EU geen federatie is.
Hoofdstuk 2 De instellingen van de Europese Unie
Volgens art 13 VEU zijn er momenteel zeven officiële instellingen, te weten:
Het Europese Parlement
De Europese Raad: geen wetgevingstaak. De Hoogste instelling!
De Raad van Ministers: ook wel aangeduid als Raad of Raad van de EU. Vormt een deel
van de wetgevende macht van de EU (samen met het Europese Parlement). De Raad is
eigenlijk de belangrijkste wetgever.
De Europese Commissie
Het Hof van Justitie van de EU: het Hof is hiërarchisch superieur (het oordeelt in hoger
beroep over beslissingen van het Gerecht).
De Europese Centrale Bank
De Europese Rekenkamer
Tussen de instellingen bestaat er geen formele hiërarchie. Juridisch gezien zijn ze dus elkaars gelijke,
hoewel ze elk over andere bevoegdheden beschikken.
De Raad (van Ministers) is net als het Parlement bevoegd om de Commissie te verzoeken een
voorstel (om over wetgeving te kunnen besluiten) te doen. Voorts kan de Raad allerlei richtsnoeren
vaststellen die niet per se bindend zijn (soft law). In dit kader kan hij bevoegdheden delegeren aan de
Commissie.
Samen met de Raad van Ministers maakt het Parlement deel uit van de wetgevende macht in de EU.
In veel gevallen kan het door de Commissie ingediende voorstellen vaststellen (mits ook de Raad
akkoord is), verwerpen of amenderen. Datzelfde geldt voor de jaarlijkse begroting. Het Parlement
beslist bovendien of de Commissie kwijting krijgt voor de gedane uitgaven. Hoewel geen sprake is
van een initiatiefrecht kan de Commissie wel verzocht worden om met een voorstel te komen.
Het Hof en het Gerecht wijzen niet alleen arresten, maar brengen ook adviezen uit over de
verenigbaarheid met de Europese Verdragen van internationale overeenkomsten die de EU
voornemens is te sluiten. Deze adviezen zijn bindend.
Het Europese Commissie moet worden aangemerkt als een supranationale instelling. De Commissie
is onafhankelijk en ze vragen noch aanvaarden instructies. De Commissie oefent haar
verantwoordelijkheden volkomen onafhankelijk uit.
Week 2
Hoofdstuk 3 Rechtsbronnen, besluitvorming en wetgevingsprocedures
Het EU-recht wordt ingedeeld in primair en secundair recht. Hier valt echter nog een categorie aan
toe te voegen, namelijk die van door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. Deze drie
categorieën hebben met elkaar gemeen dat het gaat om juridisch bindende bepalingen. Daarnaast
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vanderwindendonna. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.