Psychopathologie Kwartiel 4
Hoofdstuk 12: depressieve- en bipolaire-stemmingsstoornissen
12.1 De DSM-5-classificatie van stemmingsstoornissen
Stemmingsstoornis: ontstemming die langdurig of extreem is (periode waarin
stemming somber is), er ook andere symptomen aanwezig zijn en het dagelijks
functioneren bemoeilijkt wordt.
Depressieve-stemmingsstoornissen:
Disruptieve-stemmingsdisregulatiestoornis
Depressieve stoornis
Persisterende depressieve stoornis
Premenstruele stemmingsstoornis
Depressieve-stemmingsstoornis door een middel/medicatie
Depressieve-stemmingsstoornis door een somatische aandoening
Bipolaire stoornissen:
Bipolaire I-stoornis
Bipolaire II-stoornis
Cyclothyme stoornis
Bipolaire-stemmingsstoornis door een middel/medicatie
Bipolaire-stemmingsstoornis door een somatische aandoening
Symptomen van mensen met de meest voorkomende stemmingsstoornissen kunnen
worden onderscheiden in drie groepen: depressieve, manische of hypomane episode.
Depressieve episode: er is sprake hiervan als iemand gedurende een onafgebroken
periode van minstens twee weken symptomen vertoont die minstens bestaan uit een
depressieve stemming of uit het verlies aan interesse en plezier.
Manische periode: wanneer iemand gedurende een aaneengesloten periode van
minstens een week voortdurend een overdreven uitgelaten of juist uiterst prikkelbare
stemming heeft en er sprake is van toegenomen doelgerichte activiteiten of energie. Het
dagelijks functioneren moet aanzienlijk beperkt zijn.
Hypomane episode: kenmerkt zich door dezelfde symptomen als een manische
episode, maar de symptomen moeten minimaal slechts 4 dagen aanwezig zijn en er
hoeven geen grote beperkingen in het dagelijks functioneren zijn.
12.2 Depressieve-stemmingsstoornissen
Disruptieve-stemmingsdisregulatiestoornis: een aanhoudende prikkelbare
stemming en hevige driftbuien.
- Diagnose wordt alleen toegekend aan kinderen en jongeren tot 18 jaar.
- Toegevoegd aan de DSM om het te vaaks tellen van de diagnose en
(medicamenteuze) overbehandeling van bipolaire-stemmingsstoornissen bij deze
leeftijdsgroep te voorkomen.
Depressieve stoornis: een depressieve stemming en/of verlies van interesse en plezier
(anhedonie) = kernsymptoom.
- Kenmerken:
Binnen een periode van twee weken zijn 5 of meer van de hierna genoemde
symptomen (bijna) dagelijks aanwezig geweest terwijl dat daarvoor niet het geval
was. Minstens een van de symptomen is ofwel een sombere stemming, ofwel verlies
van interesse of plezier. Wanneer de symptomen toe te schrijven zijn aan een
somatische aandoening tellen ze NIET mee.
Een sombere stemming die het grootste deel van de dag aanhoudt
Duidelijk minder interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten gedurende het
grootste deel van de dag
Gewichtsverlies of -toename zonder dat een dieet wordt gevolgd, of een duidelijke
verandering in eetlust
Insomnia of hypersomnia
Gevoelens van rusteloosheid of geremd worden (ook door anderen
waarneembaar)
Vermoeid of minder energiek
Gevoelens van waardeloosheid of schuldgevoelens
,Psychopathologie Kwartiel 4
Verminderde concentratie of besluiteloosheid
Terugkomende gedachten aan de dood, suïcidegedachten of een suïcidepoging of
-plan
- Risico op een eerste episode is groter vanaf puberteit. Mensen die een eerste
depressie stoornis hebben doorgemaakt, is de kans op een 2e episode 50% en de
kans op nog meer episoden neemt hierna toe tot 70-80%.
- Ontstaat geleidelijk, kan ook plotseling bijv. na optreden ingrijpende
gebeurtenis (1 of meer). Belangrijk verschil te maken tussen rouw en depressie.
o Rouw: gevoelens van leegheid, verlies en een verlangen naar de verloren
persoon of het verlorene.
o Depressie: voortdurend depressief gevoel en anhedonie.
- Slechts eenmaal een depressieve stoornis heeft doorgemaakt = depressieve
stoornis, eenmalige episode.
Minimaal één eerdere episode geweest in het verleden = depressieve stoornis,
recidiverend.
Afzonderlijke depressieve episoden moet er tussen 2 episoden een periode van
ten minste 2 aaneengesloten maanden zijn waarin de klachten grotendeels
AFWEZIG zijn geweest.
Persisterende depressieve stoornis (PSD): een chronische stoornis met een
minimale duur van 2 jaar.
- Een lange periode (minimaal 2 jaar), waarin de meeste dagen een depressie
stemming aanwezig is (criterium A), in aanwezigheid van minimaal 2 symptomen
als vermeld in criterium B.
o Symptomen tijdelijk verdwenen mag dat NIET langer duren dan 2
maanden.
- PSD = dysthyme syndroom als er NIET voldoende symptomen zijn geweest om te
voldoen aan de criteria van een depressieve stoornis.
o WEL sprake geweest van een depressieve stoornis? Dan 2 specificaties:
1. Persisterende depressieve stoornis met intermitterende depressieve
episode, met huidige episode = chronische klachten die NU voldoen
aan de criteria voor een depressie
2. Persisterende depressieve stoornis met intermitterende depressieve
episode, zonder huidige episode =chronische klachten die in het
verleden voldeden aan de criteria voor een depressie
- Kan al in puberteit ontstaan. wanneer klachten dan jarenlang aanwezig blijven,
kunnen deze door cliënt als ‘normaal’ en ‘karakteristiek’ voor eigen persoon
worden beschouwd daarom pas later in leven hulp gezocht.
o Klachten worden dan in diagnostisch proces vaak geïnterpreteerd als
karakteristiek voor een persoonlijkheidsstoornis (=ten onrechte dus).
- Kenmerken:
Een sombere stemming die minstens 2 jaar, het merendeel van de dagen, het
grootste deel van de dag aanwezig is.
Tijdens de depressiviteit zijn minstens 2 van de volgende kenmerken aanwezig:
slechte eetlust/teveel eten; insomnia of hypersomnia; weinig
energie/vermoeidheid, gering gevoel van eigenwaarde; slechte concentratie of
moeite hebben met het nemen van beslissingen, gevoelens van hulpeloosheid
Gedurende de periode van 2 jaar zijn de kenmerken nooit langer dan 2 maanden
afwezig geweest.
Premenstruele dysfore stoornis (PMDS): klachten in de week voor de menstruatie en
het verdwijnen van symptomen binnen enkele dagen na het optreden van de
menstruatie. Week na menstruatie zijn de symptomen minimaal, of helemaal afwezig.
- Vaststellen diagnose: gedurende twee symptomatische cycli dagelijks een
klachtenlijst worden bijgehouden, want hiermee kan vastgesteld worden of het
daadwerkelijk gaat om een patroon dat is gebonden aan de specifieke fasen van
de menstruele cyclus.
- Alleen wanneer de symptomen in het afgelopen jaar aanwezig waren tijdens
meeste menstruatiecyclus.
,Psychopathologie Kwartiel 4
- Kenmerken:
In de laatste week voor de menstruatie zijn minstens 5 van de volgende
symptomen aanwezig. Deze symptomen nemen vervolgens af binnen een paar
dagen na het begin van de menstruatie.
Een (of meer) van de volgende symptomen: affectieve labiliteit; prikkelbaarheid of
boosheid; sombere stemming, gevoelens van hopeloosheid; angst, spanning en/of
het gevoel opgedraaid te zijn.
Plus een (of meer) van de volgende symptomen: minder interesse in de dagelijkse
activiteiten; moeite met concentreren; lethargie, vermoeid of een gebrek aan
energie; meer of minder eetlust of overeten; hypersomnia of insomnia; overspoeld
voelen door emoties of zichzelf niet in de hand hebben; lichamelijke klachten.
Depressieve-stemmingsstoornis door een middel/medicatie of somatische
aandoening:
- Gevolg van: organische aandoeningen of van gebruik van medicijnen, drugs of
alcohol. Middel of aandoening beïnvloedt werking van de hersenen, waardoor
stemmingsstoornis ontstaat.
- Er zijn ook vele lichamelijke ziekten die verschijnselen van een stemmingsstoornis
teweeg kunnen brengen. Vb. ziekte van Parkinson, en ziekten van
hormoonvormende organen, zoals schildklierfunctiestoornissen.
12.3 Bipolaire-stemmingsstoornissen
Bipolair: verwijst naar de (wisselende) aanwezigheid van depressieve en hypomane of
manische episoden in het beloop van de klachten. 3 soorten bipolaire stoornissen:
1. Bipolair type-I stoornis: patroon van klachten dat in loop van de tijd voldoen of
voldaan hebben aan de criteria van een manische episode. Daarnaast kunnen er
in het beloop depressieve en/of hypomane episoden aanwezig zijn geweest of nog
ontstaan.
2. Bipolair type-II stoornis: aanwezigheid in ziektegeschiedenis van een depressieve
en een hypomane episode.
3. Cyclothyme stoornis: als er ten minste 2 jaar vele perioden met hypomane dan
wel depressieve symptomen optreden. Stemmingsklachten voldoen nooit aan de
diagnostische criteria voor een hypomane of depressieve episode.
Bipolaire I-stoornis: symptomen die voldoen of hebben voldaan aan criteria van een
manische episode. Bij meeste patiënten kan ook depressieve episoden voorkomen, maar
het beloop laat dan alleen manische episoden zien. dan gesproken van bipolaire stoornis.
- Manische episode: abnormale euforie, hyperactiviteit, allerlei fantastische invallen
en plannen en een moeilijk te onderbreken stortvloed aan woorden.
- Kenmerken:
We spreken van een manische episode wanneer er gedurende minstens een week
vrijwel iedere dag (tijdens het grootste deel van de dag) sprake is van een
abnormaal en aanhoudend verhoogde prikkelbare stemming of energie. Tijdens
deze periode zijn minimaal drie van de volgende symptomen duidelijk aanwezig
en opvallend afwijkend van het normale gedrag: overtrokken gevoel van
eigenwaarde; minder slaap; spraakzamer; gejaagde gedachten; sneller afgeleid;
actiever (sociaal of seksueel) of fysiek onrustig; meer dan gebruikelijk bezig met
risicovolle activiteiten.
Perioden van een verstoorde stemming bij veel mensen met een bipolaire stoornis
worden voor grootste deel van de tijd gekenmerkt door depressieve episoden; perioden
van ontremming nemen veel minder tijd in beslag.
Risico op ontwikkelen van een bipolaire stoornis kent een sterk genetische bijdrage
(vooral bij familieleden en eeneiige tweelingen).
Symptomen van de bipolaire stoornissen vertonen zekere seizoen gebondenheid
depressieve episoden komen vooral in het voor- en najaar optreden, terwijl de manische
episoden zich hoofdzakelijk in de zomer voordoen.
, Psychopathologie Kwartiel 4
Bipolaire II-stoornis: aanwezigheid, in heden of verleden, van minstens één
depressieve en minstens één hypomane episode.
- Hypomane episode: overdreven uitgelaten of prikkelbare stemming, te groot
optimisme, luider en sneller praten dan gewoonlijk, weinig behoefte aan slaap
hebben en een sterke toename van activiteiten (werk, school, seksueel), vooral
aangename activiteiten die evenwel een vervelende afloop kunnen hebben.
- Verschijnselen van een hypomane episode zijn vergelijkbaar met die van een
manische episode, maar minder ernstig in duur en intensiteit. Leiden NIET tot
aanzienlijke beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren en gaan
NIET gepaard met psychotische verschijnselen.
- Stemming tijdens hypomane episode wijkt duidelijk af van de normale, niet-
depressieve stemming. Die veranderingen moeten waarneembaar zijn voor
anderen.
- Stellen diagnose hypomane episode is soms moeilijk een licht ontremde
toestand is NIET altijd makkelijk te onderscheiden van normaal functioneren
tussen depressieve episoden. Daarom heteroanamnese.
- Kenmerken:
We spreken van een hypomane episode wanneer er gedurende minstens 4
achtereenvolgende dagen vrijwel iedere dag (tijdens het grootste deel van de dag)
sprake is van een abnormaal en aanhoudend verhoogde prikkelbare stemming en
energie. Tijdens deze periode zijn minimaal drie van de volgende symptomen
duidelijk aanwezig en opvallend afwijkend van het normale gedrag: overtrokken
gevoel van eigenwaarde; actiever of fysiek onrustig; meer dan gebruikelijk bezig
met risicovolle activiteiten.
Bipolaire I-stoornis en bipolaire II-stoornis komen meestal bij hulpverlenende instantie
wanneer zij in een depressieve episode verkeren. Diagnose bipolaire II-stoornis is alleen
van toepassing als cliënt nooit een manische of gemengde episode heeft doorgemaakt.
Wel eerder verschijnselen die voldeden aan diagnostische criteria voor manie? dan
sprake van bipolaire I-stoornis.
Cyclothyme stoornis: hebben gedurende langere tijd (minstens 2 jaar) last van talrijke
episoden met hypomane symptomen, afgewisseld met al even talrijke episoden waarin
enige depressieve symptomen optreden.
- NIET voldaan aan de criteria voor manische/depressieve episode.
- Symptoomvrije perioden duren nooit langer dan 2 maanden. Maken vaak korte
perioden mee waarin zij blaken van energie en dan rusteloos en overenthousiast
van alles ondernemen, om korte tijd later weer in de put te zitten en zich terug te
trekken (passiviteit).
o Dit steeds terugkerende cyclische patroon leidt tot complicaties in sociale
elven.
- Vaak ernstige relatieproblemen, veel verhuizingen en wisselingen van werkkring.
- Stemmingen wisselen elkaar zo snel af en de depressieve stemming bereikt nooit
de ernst van een depressieve episode tref je mensen met een cyclothyme stoornis
weinig in de hulpverlening aan.
- Kenmerken:
Al minstens 2 jaar zijn er verschillende perioden met lichte manische
symptomen geweest en perioden met depressieve symptomen. Maar deze
perioden voldoen niet aan de criteria voor een depressieve, manische of
hypomane episode.
De licht en depressieve perioden zijn minstens de helft van de tijd aanwezig en
in ieder geval nooit langer dan twee maanden weg geweest.
Bipolaire-stemmingsstoornissen door een middel/medicatie of somatische
aandoening:
- Gevolg van organische aandoeningen of van gebruik van medicijnen, alcohol of
drugs.
- Aandoening/middel beïnvloedt werking hersenen, waardoor stemmingsstoornis
ontstaat.