- veel vragers en aanbieders
(individueel heeft geen invloed op prijs —> prijs wordt bepaald door vraag en aanbod =
prijsmechanisme)
- homogeen product
(alle producten zijn in de ogen van de kopers identiek —> alleen de prijs verschilt)
- vrije toe- en uittreding van producenten
(geen belemmeringen om het product aan te bieden of de markt te verlaten)
- doorzichtige markt
(marktpartijen zijn volledig geïnformeerd)
—> komen nooit tegelijk voor : theoretische markt
———————————————————————————————————————————
Verschuiving aanbodlijn
Meer aanbieders leidt tot een een verschuiving naar rechts.
Heffingen zorgt voor verschijning naar links
—> om de daling van de winst te voorkomen, gaat de prijs omhoog (met het bedrag van de
heffing)
Qa = P - heffing
Qa = P-5 -10 = P - 15
———————————————————————————————————————————
Verschuiving vraaglijn
Naar rechts:
1. Meer aanbieders
2. Subsidie
3. Prijsverhogende belasting
Qv = P + verhoging
Qv = P - 10 + 6 = P-4
———————————————————————————————————————————
Arbeidsmarkt
!! geen volledige concurrentie:
- niet transparant
- arbeid is heterogeen (verschillende kennis)
- beperkte vrije toetreding
- door prijsregulering invloed op de prijs (loon)
—> imperfecte markt, want niet alle kenmerken van volkomen concurrentie
Door CAO’s en het minimumloon is geen vrije prijsvorming en ligt het loon boven het
evenwichtsloon
—> werkeloosheid
, Hoofdstuk 2
———————————————————————————————————————————
Monopolie
= 1 aanbieder
Soorten:
1. Wettelijk monopolie
aanbieder heeft een octrooi / patent (alleenrecht op commerciële exploitatie)
2. Natuurlijke monopolie
schaalvoordelen (kosten die ontstaan door productie op grote schaal) zijn zo groot dat er
slechts plaats is voor 1 aanbieder. De GCK zijn zo laag te krijgen dat de productie
winstgevend is. Een nieuwkomer is niet in staat om winstgevend te worden. Te veel verzonken
kosten zorgen voor te veel risico voor de nieuwkomer
Monopolist kan zelf de prijs bepalen (prijszetter) maar:
- vraag neemt af hoe hoger de prijs is
- piraterij kan de afzet dalen
- substituut (bus ipv trein)
MO < GO
—> een monopolist alleen meer kan verkopen als hij de prijs verlaagt
Monopolisten kunne blijvend winst behalen, want zij kunnen de P boven de MK houden
———————————————————————————————————————————
Toetreding
Wanneer een patent/octrooi afloopt, kan er een concurrentiestrijd
ontstaan tussen monopolist en potentiële toetreders:
—> kijk met speltheorie of ze toetreden (met beslisboom)
—> het is een sequentieel spel (de speler beslissen na elkaar)
Zelfbinding = vooraf uitspreken wat je gaat doen in een situatie en je
daaraan houden
Dreigement is ongeloofwaardig wanneer de prijsverlaging voor de
monopolist een grotere daling van de winst oplevert.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sylkevandeplasse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.