Een samenvatting van de leerdoelen die gesteld zijn voor het vak radiologie in periode 3. Er is door mij antwoord gegeven op al deze leerdoelen. Er is geen garantie dat de gegeven antwoorden ook correct zijn.
De aanvraag dusdanig interpreteren dat een bewuste keuze voor een onderzoek
gemaakt kan worden.
Beroeps Methodisch Handelen.
De instellingen zoals die in het boek beschreven staan bij instelcriteria kunnen
beargumenteren.
o
o Bekken
AP
In de mediaanlijn, 5-10 cm boven de bovenrand van de
symfyse. Door variatie in de vorm en stand van het bekken is
er geen vast centreerpunt. Centreren ten opzichte van de
bundelgrenzen verdient de voorkeur.
De bovengrens van het röntgenveld komt overeen met de
cristae iliacae.
De ondergrens bevindt zich 5 cm onder de symfyse.
De zijgrenzen komen overeen met de trochanter major
beiderzijds.
o Heup
AP
Het centreerpunt ligt 3-5 cm lateraal van de middelloodlijn van
de verbindingslijn tussen symfyse en de spina iliaca anterior
superior. (Centreren op femorkop?)
De zijgrens valt mediaal op de sympysis pubis.
Als bovengrens wordt de spina iliaca anterior superior
aangehouden.
Lateraal
De CS gaat door het snijpunt van de middelloodlijn met de
verbindingslijn tussen spina iliaca anterior superior en symfyse.
Als bovengrens van het röntgenveld wordt de spina iliaca
anterior superior aangehouden.
De zijgrens valt mediaal op de symphysis pubis.
o Schouder
AP als AP 15 graden craniocaudaal
Er wordt gecentreerd op de cavitas glenoidalis.
De bovengrens van het röntgenveld is de clavicula ter hoogte
van het AC-gewricht.
De laterale zijgrens is de humeruskop.
Transscapulair (Y-view)
Er wordt gecentreerd op de humeruskop.
Bovengrens van het röntgenveld is de clavicula ter hoogte van
het AC-gewricht.
Zijgrens is het acromion.
o Thorax
PA
Ter hoogte van Th7/Th8 in de mediaanlijn.
De bovengrens van het röntgenveld valt op het processus
spinosus van C7 (vertebra prominens).
, De ondergrens verloopt niet lager dan de onderkant van de
ribbenboog.
De zijgrenzen vallen halverwege de caput humeri.
Lateraal
Ter hoogte van Th7/Th8 in het midden van de thorax
(midaxillairlijn).
De bovengrens van het röntgenveld loopt door de humeruskop
zodat de longtoppen geheel worden afgebeeld.
De ondergrens verloopt niet lager dan de onderkant van de
ribbenboog.
De zijgrens van het röntgenveld loopt dorsaal net achter het
processus spinosus en ventraal net voor het sternum.
AP, in bed
De CS is loodrecht op de bissectrice van de hoek tussen de
detector en het frontale vlak van de patiënt gericht. De CS gaat
door de mediaanlijn ter hoogte van het manubrium sterni.
o
De bovengrens van het röntgenveld valt ter hoogte van C7.
De ondergrens verloopt niet lager dan de onderkant van de
ribbenboog.
De zijgrenzen vallen halverwege de capita humeri.
De keuze voor belichtings-, acquisitie- en reconstructieparameters
beargumenteren.
o Zie TGV-formulieren.
Aan de hand van de beoordelingscriteria aangeven of een opname voldoet aan
de gestelde criteria.
o Bekken
AP
Volledige afbeelding van het bekken, inclusief het proximale
deel van de femora.
Symmetrische afbeelding van linker en rechter bekkenhelft
(referentiepunten: ala ossis ilii, spina ischiadica, os pubis, os
ischii, foramen obturatum).
Symmetrische afbeelding van collum femoris beiderzijds.
Onverkorte afbeelding van het collum bij endorotatiestand van
de benen: de trochanter major projecteert zich niet over het
collum, de trochanter minor is zichtbaar aan de mediale zijde
van het femur.
o Heup
AP
Volledige afbeelding van heupgewricht, collum en trochanters.
Osteosynthese is volledig afgebeeld.
De afbeelding van de gewrichtsspleet is goed te beoordelen.
Onverkorte afbeelding van het collum bij endorotatiestand van
het been.
De trochanter major projecteert zich niet over het collum.
, De trochanter minor is zichtbaar over de mediale zijde van het
femur.
Lateraal
Volledige afbeelding van heupgewricht, collum en trochanters.
Os pubis is volledig afgebeeld tot aan de symfyse.
Laterale projectie van het femur.
De trochanter minor is zichtbaar.
Verkorte afbeelding van het collum.
De trochanter major projecteert zich over het collum.
Het heupgewricht is goed te beoordelen.
Osteosynthese is volledig afgebeeld.
o Schouder
AP
De gewrichtsspleet is open afgebeeld.
De cavitas glenoidalis wordt lijnvormig afgebeeld.
Het acromion projecteert zich niet of nauwelijks over de
humeruskop.
De punt van het processus coracoideus projecteert zich voor
een klein gedeelte over de humeruskop.
AP 15 graden craniocaudaal
De gewrichtsspleet is open afgebeeld.
De cavitas glenoidalis wordt lijnvormig afgebeeld.
De clavicula en het acromion projecteren zich over elkaar en
geheel vrij van de humeruskop.
Bij endorotatie projecteert het tuberculum minus zich mediaal
van de humerus.
Bij exorotatie projecteert het tuberculum majus zich lateraal van
de humerus.
Transscapulair
De humeruskop is afgebeeld op het midden van de Y-vormige
structuur, gevormd door acromion, processus coracoideus en
scapula.
De scapula is vrij geprojecteerd van de thorax.
De scapula wordt lateraal afgebeeld.
o Thorax
PA
Volledige afbeelding van de longen, inclusief begrenzing door
de ribben.
Symmetrische afbeelding: de afstand van het processus
spinosus tot de claviculae is beiderzijds gelijk.
In de ruimte boven de claviculae dienen de bovenste twee
ribbenparen in de longtoppen te zijn geprojecteerd.
Scherpe afbeelding van de sinus pleurae.
Bij een goede inspiratie dienen in de longvelden minimaal tien
dorsale ribbenparen te zijn geprojecteerd.
Door het mediastinum heen zijn de contouren van de
wervelkolom en de trachea, inclusief de bifurcatie, nog net te
zien.
Longvaattekeningen zijn zichtbaar.
Lateraal
Symmetrische afbeelding van het thoraxskelet en laterale
afbeelding van de wervelkolom.
Door de divergentie van de bundel worden de ribben rechts
vergroot en iets dorsaal van de ribben links afgebeeld.
AP, in bed
, Symmetrische afbeelding van linker- en rechterhelft van
het thoraxskelet (afstand van het processus spinosus tot de
claviculae/laterale zijde van de costae is beiderzijds gelijk).
In de ruimte boven de claviculae dienen de bovenste twee
ribbenparen in de longtoppen te zijn geprojecteerd.
Scherpe afbeelding van de sinus pleurae.
Bij een goede inspiratie dienen in de longvelden ten minste tien
dorsale ribbenparen te zijn geprojecteerd.
Door het mediastinum heen zijn de contouren van de
wervelkolom en de trachea inclusief de bifurcatie nog net te
zien.
Longvaattekeningen zijn zichtbaar.
De relevante anatomie herkennen op een röntgenopname.
De in de casus benoemde pathologie uitleggen en herkennen.
o Heupdysplasie
o Ziekte van Bechterew
o Fractuur
o Controle van prothesen / osteosynthese
o Avasculaire necrose: Verstoring van bloeddoorstroming van heup
,o Coxartrose: Artrose van het heupgewricht
Foto maken van heel bekken
o Subluxatie
o Sacro-iliitis: Ontsteking / Botverdichting van het sacro-iliacaal gewricht
o Symfysiolyse: Weker en rekbaarder worden van de symfyse
o Atelectase: Volume verlies van de longen
Verplaatsing van de fisuren is een sterke aanwijzing voor atelectase.
Overige aanwijzingen zijn: crowding (pulmonale vaten en bronchi dicht
op elkaar) van longweefsel, compensatoire hyperinflatie (vullen van
leegte ruimte) van omliggend longweefsel en verplaatsing van
omliggende structuren (vacuüm-effect!)
Belangrijk: atelectase is niet op zichzelf een ziekte, maar is beter
te beschouwen als een uiting van een onderliggende
longaandoening.
,
o Pneumonie / Infiltraat / Consolidatie: Longontsteking (lucht vervangen door
bv. pus) van alveoli (luchtzakjes)
Silhouetfenomeen: Verlies van radiografische contour
Luchtbronchogram: ‘Onzichtbare’ bronchi wel zichtbaar door
contrastverschil tussen vocht in alveoli en lucht in bronchi
o Interstitiële longaandoeningen
Alveolaire aandoening: Acute aandoening waarbij alveoli gevuld is
met iets anders dan lucht (bv. pus)
4 soorten
Lineair patroon: Door verdikte interlobaire septa
, o
Reticulair patroon: Collectie van smalle lineaire dense (witte)
lijnen die samen een net-structuur vormen (grof als fijn)
o
Nodulair patroon: Multipele bolvormige densiteiten variërend
van 1 mm tot 1 cm
o
Retico-nodulair patroon: Combinatie van reticulair en
nodulair longpatroon
o
o Hartfalen: Verminderde cardiac output, verhoogde weerstand of te groot
vochtaanbod en betreft meestal linker ventrikel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rowenadevries. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,34. Je zit daarna nergens aan vast.