Nederlands 2.4 taalbeschouwing
Inhoudsopgave
College 1........................................................................................................................................................ 2
College 2........................................................................................................................................................ 4
College 3........................................................................................................................................................ 5
College 4........................................................................................................................................................ 7
Portaal H1 Taalonderwijs............................................................................................................................... 9
Portaal H2 Taal............................................................................................................................................ 11
Portaal H9 Taalbeschouwing........................................................................................................................ 14
, College 1
Taalbeschouwing is nadenken en praten over taal, het is het domein van het taalonderwijs
waarbij kinderen leren te reflecteren op de taalvorm, de betekenis van de taal en het
gebruik (de functie) van taal.
Kinderen leren om in de vorm van de taal regelmaat en bijzonderheden te ontdekken.
Door taalbeschouwing ontwikkelen leerlingen hun metalinguïstisch bewustzijn.
Taalbeschouwing kan gaan over
1. Vorm
2. Betekenis
3. Functie
Vorm
Systeem van regels: morfologie, syntaxis, fonologie en orthografie (spelling). Maar ook
grammatica, vervoegingen en verbuigingen.
Betekenis
Semantiek: letterlijke en figuurlijke betekenissen. Verschuivingen in betekenissen en
gevoelswaarde, mede afhankelijk van context. Nieuwe woorden, spreekwoorden en
gezegdes en standaardtaal, taalvariëteiten en dialecten.
Functie
Gevoelens delen, uitleggen, informeren, overtuigen, vermaken, manipuleren, liegen,
opscheppen, tegenspreken etc.
Drie belangrijkste hoofdfuncties van taal:
- Expressieve functie: taal als middel om je gevoelens te uiten.
- Conceptualiserende (cognitieve) functie: als middel om greep te krijgen op de
werkelijkheid. Taal geeft ons woorden die verwijzen naar concepten in de
werkelijkheid. Hoe meer concepten je kent, des te meer je begrijpt.
- Communicatieve (sociale) functie: taal als middel om te communiceren met
anderen: zender, boodschap, ontvanger, feedback.
Taalbeschouwing in engere zin: traditionele (school)grammatica
1. Taalkundig ontleden of woordbenoemen
2. Redekundig ontleden of zinsontleden
Taalbeschouwing in ruimere zin: reflectie op alle aspecten van taal: vorm, betekenis en
functie. Observatie- reflectie/oordeel: mooi, grappig, fout, slordig, onbeleefd, kwetsend,
literair etc.
Vertrekpunt taalbeschouwing
Verwondering over taal en taalgebruik. Vanuit die verwondering sta je stil bij een
taalverschijnsel