CONTRACTENRECHT
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET VAK
Het vak Contractenrecht bestaat uit drie verschillende blokken, namelijk:
- Blok 1: Totstandkoming en inhoud van de overeenkomst
- Blok 2: Niet nakoming van de overeenkomst en remedies
- Blok 3: De grenzen van de overeenkomst
Het tentamen is aan het einde van het eerste semester en bevat drie onderdelen.
A: casus met vragen, B&C: stellingsvragen.
OPFRISSEN KENNIS INLEIDING PRIVAATRECHT
HOORCOLLEGE 2: TOTSTANDKOMING VAN OVEREENKOMSTEN
Het verbintenissenrecht wordt beheerst door 4 leidende beginselen:
1. Contractsvrijheid (afgeleid van het autonomiebeginsel -zelfbeschikkingsrecht)
2. Vormvrijheid (art. 3:37 lid 1 BW) bijvoorbeeld een handdruk
3. Pacta sunt servanda (de verbindende kracht van de overeenkomst)
Belofte maakt schuld (je moet doen wat je contractueel hebt afgesproken)
4. Relativiteitsbeginsel (het contract is alleen van toepassing voor de partijen bij de
overeenkomst)
De overeenkomst vloeit voort uit art. 6:231 lid 1 BW:
- Obligatoire (verplichtende) overeenkomst
- Opgebouwd uit wil en verklaring
Wat is een rechtsgeldig aanbod?
Een aanbod is een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst dat alle essentiële elementen van
die overeenkomst bevat en dat de wederpartij met een simpel ‘ja’ kan aanvaarden. Zie art. 6:217
BW.
Voorbeelden hiervan zijn soort, hoeveelheid, prijs, leveringsdatum etc.
Bepaalbaarheidsvereiste (art. 6:227 BW) zie HR Hofland/Hennis (10 april 1981)
Een rechtsgeldig aanbod is herroepelijk, namelijk:
- Uitgangspunt: herroepelijkheid van een aanbod (art. 6:219 BW)
- Onherroepelijk aanbod (bv. Termijn opgenomen in aanbod)
- Tijdsverloop (tijd voor aanvaarding niet onbegrensd)
- Verschil herroepen en intrekken (art. 3:37 lid 5 BW)
Pagina 1 van 47
,Aanvaarding van een aanbod
- Een wilsverklaring van de wederpartij dat zij het aanbod aanvaardt, en die de persoon tot
wie zij is gericht heeft bereikt (art. 3:37 lid 3 BW) > ontvangsttheorie.
(Dit is belangrijk om te bepalen wanneer de totstandkoming van het aanbod was,
bijvoorbeeld belangrijk bij een faillissement)
- Er kan ook sprake zijn van een storende omstandigheid, bijvoorbeeld het verstrekken van
een foutief e-mailadres. Indien er sprake is van een storende omstandigheid wordt uitgegaan
van het moment waarop de aanvaarding zonder de storende omstandigheid zou zijn
ontvangen. Komt voor rekening van de partij aan wie de storende omstandigheid ligt (art.
6:224 BW).
Wilsovereenstemming
De overeenkomst bestaat uit twee overeenstemmende wilsverklaringen (art. 3:33 BW), namelijk
aanbod en aanvaarding. Het is ook mogelijk dat een wilsverklaring niet overeenstemmend zijn,
namelijk:
- Verschrijving, verspreking, ‘grapje’ etc. (oneigenlijke dwaling = art. 6:228 BW)
- Er komt geen overeenkomst tot stand (wilsontbreken), zie HR Bunde/Erckens (17 december
1976)
- Uitzondering als sprake van gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW), zie HR Eelman/Hin
(11 december 1959)
Online contracteren
Elektronische totstandkoming overeenkomst, art. 6:227 lid 1 sub a BW
- In beginsel niet anders > regels en aanbod en aanvaarding blijven gelden, zie ook arrest Hof
Den Bosch 22 januari 2008 (OTTO)
- Wel nadere vereisten aan internettransacties, art. 6:227 sub b en c BW
- Koop op aftand > afkoelingsperiode waarin de consument zich kan bedenken gedurende 14
dagen, art. 6:230 BW. ``
Pagina 2 van 47
,HOORCOLLEGE 3: WILSGEBREKEN EN RECHTSGEVOLGEN
AANTASTEN VAN DE OVEREENKOMST
Uitgangspunt: twee wilsverklaringen die overeenstemmen = rechtsgeldige overeenkomst
- Geen overeenstemmende wilsverklaringen (wilsontbreken) = geen rechtsgeldige
overeenkomst (tenzij art. 3:35 BW van toepassing is), de overeenkomst is nietig
Oneigenlijke dwaling, zie HR Eelman/Hin
‘van meet af aan’ geen wilsovereenstemming
- Overeenstemmende wilsverklaringen, echter de wil is op een gebrekkige wijze gevormd
(wilsgebreken) = in beginsel een rechtsgeldige overeenkomst maar deze kan met
terugwerkende kracht vernietigd worden
Wanneer is een overeenkomst gebrekkig?
- Handelingsonbekwaamheid
Minderjarigheid (art. 1:234 BW), onder curatele stelling (art. 1:381 BW), rechtsgevolg en
sanctie = vernietigbaarheid van de overeenkomst
- Handelingsonbevoegdheid
Art. 3:43 BW, rechtsgevolg = nietige overeenkomst
- Niet-naleving van vormvoorschriften
Vormvrijheid (art. 3:37 lid 1 BW, tenzij …), sanctie = nietigheid
- Strijd met de wet, openbare orde of goede zeden
Art. 3:40 BW, sanctie = nietigheid
- Wilsgebreken, sanctie = vernietigbaarheid
Wilsgebreken
- Dwaling - Art. 6:228 BW
- Bedreiging - Art. 3:44 BW
- Bedrog - Art. 3:44 BW
- Misbruik van omstandigheden - Art. 3:44 BW
-
Dwaling
- Onjuiste voorstelling van zaken of omstandigheden (essentiële eigenschap)
- Causaal verband tussen onjuiste voorstelling en sluiten overeenkomst
- Kenbaarheid voor de wederpartij
- De dwaling moet mede het gevolg zijn van bepaald bedrag van de wp:
a) Dwaling te wijten aan een inlichting van de wederpartij (Hr Booy/Wisman)
b) Wederpartij had de dwalende behoren in te lichten (HR vGeest/Nederlof)
c) Wederzijdse dwaling (HR Kantharos van Stevensweert)
- Let op lid 2: geen uitsluitend toekomstige omstandigheid
Pagina 3 van 47
, Bedreiging
- Enig nadeel in persoon of goed
Ook bedreiging van een derde (zoals familie of aanverwanten)
Kring van derden is niet ruim, moet beperkt worden opgevat
- Causaal verband
- Onrechtmatigheid van de bedreiging
- Beïnvloeding redelijk oordelen mens (objectivering)
Bedrog
Bedrog lijkt veel op dwaling maar bij bedrog is er opzet in het spel, dit is bij dwaling niet van
toepassing
- Kunstgreep (bijvoorbeeld een valse hoedanigheid aannemen)
- Opzettelijke onjuiste mededeling
- Opzettelijke verzwijging
- Een andere kunstgreep
- Causaal verband tussen het bedrog en het aangaan van de rechtshandeling (subjectieve
toets)
- ‘onware aanprijzingen’
- Bewijslevering vaak struikelblok
Misbruik van omstandigheden – Art. 3:44 lid 4 BW
- Bijzondere omstandigheden (zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale
geestestoestand of onervarenheid)
- Samenhang art. 3:34 BW
- Causaal verband tussen bijzondere omstandigheid en aangaan van de rechtshandeling
- Kenbaarheid wederpartij
- Misbruik
Rechtsgevolgen van een gebrek in de totstandkoming
1. Vernietigbaarheid
Rechtsgevolg indien sprake is van een wilsgebrek. De rechtshandeling is geldig maar één of beide pp
kunnen haar vernietigen.
- Zolang niet wordt vernietigd blijft de overeenkomst in stand
- Terugwerkende kracht (art. 3:53 lid 1 BW)
- Restitutieverplichtingen (art. 6:203 BW)
- Waardevergoeding als alternatief (art. 6:210 lid 2 BW)
Hoe kun je een rechtshandeling vernietigen?
- Art. 3:49, 3:50 en 3:51 BW
- Buitengerechtelijke verklaring
Pagina 4 van 47