Comparative Government HC1 F. de Zwart 3 feb 2010
Scott bespreekt het belang van de staat. Hij beschrijft daarin het belang van de staat voor het
vormgeven van eenheden in de samenleving die wij als normaal beschouwen. Bijv. etniciteit.
Volgens Scott zijn algemene ideeën over bepaalde zijn heel belangrijk voor het maken van beleid in
desbetreffende samenlevingen. Je moet meer kennis opdoen van achtergronden, staten, samenlevingen
etc. als je goed beleid wilt maken. (vb. college Afghanistan). Deze kennis/verdieping staat naast het
technische instrumentarium en macht, zonder de kennis kan dit samen veel kapot maken volgens
Scott.
Definitie staat = an organization controlling the principle concentrated means of coercion within a
delimited territory and exercising priority in some respects over all other organizations within the
same territory (Charles Tilly 1997: 197).
In het college zagen we een film over de Afghaanse popcultuur (verzwijging van de Taliban).
Afghanistan is een heel pluriform land, dus is het heel ingewikkeld. Syndroom in Afghanistan:
gefragmenteerde machtsstructuur. De ideeënstromen / overtuigingen verschillen onder:
1) popartiesten: anti-westerse ideeën
2) anti-taliban
3) anti-overheid + leger instituut
Oftewel verschillende mensen geven verschillende oorzaken voor het probleem.
Migdal: weak states in een zwakke staat is er geen organisatie die definitief de rules of the game
bepaalt. Wie bepalen de regels die dagelijks worden gehoorzaamd door iedereen?
Vb. kinderen gaan in NL naar door de staat goedgekeurde scholen met een staatscurriculum.
Dit vinden wij heel normaal, we zijn gesocialiseerd. Maar in veel landen is dit niet het geval! In
Afghanistan bestaan er bijvoorbeeld taliban scholen, privé scholen, etc. dus er zijn alternatieven. Er
zijn dus verschillende manieren van socialisatie binnen 1 land. Er is geen dominante institutie. En
niemand maakt zich ondergeschikt. Dit is een typisch kenmerk van weak states & strong societies.
Volgens Migdal is Nederland (homogeen) een weak society & strong state: er is weinig burger invloed
op het systeem/de staat. In Europa zie je dat überhaupt nog maar weinig. Italië is een voorbeeld van
een iets minder zwakke society, aangezien de Italiaanse maffia naast de staat de rules of the game
bepaalt. Maar dit is een redelijke uitzondering.
In veel landen in de 3e wereld is het omgekeerd, daar is de staat een concurrerende institutie om de
rules of the game in de samenleving.
Hoofdvraag Migdal: waarom doen sommige staten het beter dan anderen, met hetzelfde soort/aantal
hulpmiddelen? Het boek ontwikkelt een theoretisch model over de vraag waarom het sommige staten
niet lukt. Hoe komt het dat een staat de rules of the game kan dicteren (belasting)? Het boek gaat over
maakbaarheid. Het zoekt de verklaring in de rules of the game: de staat concurreert met andere
instituties om de dagelijkse regels. Sommige staten kunnen heel goed sturen en zorgen dat er zaken
worden bereikt. Hoe kan het dat andere staten falen? (Sommige leiders zijn niet slecht, maar het lukt
hen nog steeds niet.)
Zijn er in Nederland alternatieven? Kerk/moskee of banken?
Wie bepaalde de culturele regels, wat mag/moet je wel/niet doen?
Migdal en Scott gaan beide over de maakbaarheid van de samenleving. In NL is hier momenteel ook
een discussie over: in hoeverre kan een staat de samenleving vormen? Zijn er grenzen aan de
capaciteit van de staat? Vergeleken met de wereld is de maakbaarheid in NL gigantisch groot, er is hier
een zeer gedetailleerde sturing (hoe kan dat?)
De rules of the game gaan niet alleen om de mogelijkheid voor burgers om te kiezen tussen
alternatieven, maar om het vermogen van de staat om mensen te mobiliseren. Onze overheden
mobiliseren ons nu bijv. tegen de banken, wij gaan nl geen wilde hypotheken meer afsluiten. Er is een
,mentaliteitsverandering gaande.
Vb. van instituties waarmee Europa concurreert: kerken, banken, etc.
Normen/waarden zijn de culturele regels. Wie bepalen die regels? De staat verliest daarop (bewust)
terrein. Alleen Wilders heeft nog een heel cultureel normatief programma in NL.
---
Scott: Seeing like a state.
Staten ondernemen grote projecten ter verbetering van de human conditions. Voorbeelden zijn de
collectivisering van de landbouw & het bouwen van de Bijlmer (een ghetto geworden, nooit
gefunctioneerd). Projecten met goede bedoelingen mislukken soms toch, dat is de rode draad door de
moderne geschiedenis. Scott neemt zelf als vb. Brazilia.
Sommige van deze projecten hebben miljoenen levens gekost, bijv. modernisering van de landbouw
(human suffering).
Scott stelde een theorie op over de condities die zorgen voor dit soort overheidsfalen. Het laatste deel
van zijn boek gaat over de missing link, de practical knowledge. Maar wat is goede kennis?
High modernism: mensen hebben veel vertrouwen in wetenschappelijke kennis voor de maakbaarheid
en vooruitgang. Volgens Scott is juist die attitude onwetenschappelijk en onkritisch. Staten zijn er in
het algemeen heel erg toe geneigd om ‘onwetenschappelijk’ te denken! Uit administratief oogpunt zijn
namelijk hele sterke simplificaties nodig. Een bureaucratie categoriseert en simplificeert bijvoorbeeld
sterk, en ondanks dat wij het zelf ook doen, zijn staten er sterk van afhankelijk met hele dwingende
categorieën.
Bv. categorieën jong / oud hebben heel veel implicaties. En zijn etnische groepen echte
groepen of puur administratieve groepen? De staat heeft bijv. ook een enorme impact gehad op de
werking van het familieleven door te categoriseren.
Dit doet een staat met als doel de wereld leefbaar te maken, de staat bestuurt een gebied met behulp
van kennis. Die kennis vergaren was volgens Scott een lang proces met enorme simplificaties. De
werkelijkheid is eigenlijk té ingewikkeld voor de staat!
Bv. statistieken zijn ook enorme simplificaties van de werkelijkheid. Categoriseren is een soort
kennis die staten produceren.
Maar elk mens heeft ook kennis in huis, echter dit wordt niet als wetenschappelijke kennis gezien.
Voorbeeld: zeilen, een boekje over zeilen kun je niet vergelijken met iemand die echt daadwerkelijke
kan zeilen. Dit laatste kun je niet makkelijk formaliseren in een boekje. Je moet praktische kennis
opdoen. Deze praktische kennis is juist wat de moderne staten wegduwen en niet mee kunnen/willen
werken. Dit soort kennis is volgens Scott nodig. In situaties waar de overheid officiële dingen heeft
gecreëerd, zijn mensen minder gelukkig dan wanneer iets organisch is gegroeid met wat minder
overzicht. Oftewel voor projecten die wél werken is praktische kennis nodig volgens Scott.
(incrementeel beleid vs. rationeel, bij incrementeel beleid wordt rationele kennis geïmplementeerd).
Praktische kennis is altijd heel lokaal, het is niet te generaliseren!!
Volgens Scott functioneert staatsbeleid toch vaak, omdat wij improviseren naast staatsbeleid. Als wij
niet kunnen improviseren met praktische kennis loopt het project vast, mislukt het.
vb. olifantenpaadjes: mensen snijden routes af, bijv. door door gras heen te fietsen om de
bocht af te snijden. Als maar genoeg mensen dat doen wordt het uiteindelijk opgenomen in het
staatsbeleid en komt er een nieuw fietspad.
Scott pleit dus voor participatieve beleidsvormen waarin praktische kennis wordt geïncorporeerd. Dus
democratisch, niet alleen technocratisch.
Actueel voorbeeld: Plasterk heeft plannen om onderwijs om te bouwen naar Amerikaans
model. Is technocratisch gemaakt achter het bureau maar mislukt waarschijnlijk door gebrek aan
praktische kennis.
, HC II – Comparative Government in International Perspective 10/02/2010
Vb. Sire kan worden vergeleken met Migdal’s ‘social control’, wat houdt de term social control in?
Dat de organisatie van de Staat in staat bent om het gedrag van mensen op grote hoogte te sturen wat
jij als organisatie wilt kern Migdal betoog vorm van machtsuitoefening; Staten als Jemen en
Mexico hebben dit soort spotjes veel minder effect.
- Staat in Nederland bepaald voortdurend de agenda, komt doordat het een sterke eenheidsstaat
is, maar door de toenemende etniciteit neemt de sociale cohesie af. Hierdoor krijg je meerdere
centra. De overheid reageert hierop door middel van onderzoek naar sociale cohesie om deze
te behouden. Sociale cohesie = sociale controle = macht in de zin van anderen datgene kunnen
laten doen dat ze anders niet zouden doen
State capabilities afhankelijk van social control
Social Control is: Het kunnen sturen van het gedrag van mensen en andere organisaties naar gedrag
dat overeenstemt met datgene dat de staat voorschrijft.
Social control is (dus)macht in de zin van anderen datgene kunnen laten doen dat ze anders niet
zouden doen
Staat
An organization controlling the principle concentrated means of coercion within a delimited territory
and exercising priority in some respects over all other organizations within the same territory (Charles
Tilly 1997: 197).
Wat is een Staat? Hoe komt een Staatsformatie tot stand? Overigens oorsprong definitie Staat komt
van Weber
Charles Tilly (zie citaat hierboven) veronderstelde macht als geweldsmonopolie (politie, leger) en de
legitimitiet hiervoor geldt binnen een bepaald territorium. De organisatie is de prioriteit binnen het
monopolie.
Waar komen staten vandaan? 500 jaar geleden bestonden staten nog niet echt. Empires wel maar die
hadden bijvoorbeeld geen geweldsmonopolie. Hoe is het proces ontwikkeld van nationale staten?
(komt zo op terug)
Wat voor soorten staten zijn er? Hoe zijn ze te onderscheiden? Belangrijk aspect is op basis van
politieke systeem. Overigens de literatuur van dit college speelt politieke dimensie een belangrijke rol
maar niet als definitie van de Staat. Dictatuur is niet per definitie beter dan democratie en vice versa.
Een Staat is zeer centraal, en het functioneren ervan zeer actueel. In de geschiedenis zie je dat de Staat
onderhevig is aan een pendule (slingerbeweging).
- WOII hoogtijdagen voor state-centrism, verwachting van de Staat waren hooggespannen;
internationale rechtssysteem, VN, samenwerken zeer gericht op staten als building-blocks.
- Kentering na val Berlijnse Muur, onder invloed van economisch politieke beweging, hebben
kritiek op het belang van de Staat
- Optimistische houding ten opzichte van de ontwikkeling van de Derde wereld landen werd
ondermijnd door de economische crisis. PvdA wordt beschuldigd van maakbaarheid.
Wereldwijde anti-staatbewegin. Begonnen in Europa ‘structural adjustment’
bezuinigingsprogramma’s, in een periode van 3 jaar wordt 5 miljard bezuinigd, ongelooflijk
bedrag, was toen nieuw, nooit eerder gedaan. Hier is ook NPM uit voortgekomen, op
afstandplaatsen, decentraliseren, privatisering etc. Oplossing kleinere staat.
- Derde wereld landen worden onder leiding van de Wereldbank (WB), gericht op het afslanken
van de overheid, werd eerder gebruikt als het creëren van werkgelegenheid (net als