100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Cognitive Psychology, ISBN: 9780077122669 Neurofilosofie & Cognitieve Psychologie €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Cognitive Psychology, ISBN: 9780077122669 Neurofilosofie & Cognitieve Psychologie

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van alle hoorcolleges en bijbehorende hoofdstukken uit het boek Cognitive Psychology van het vak Neurofilosofie & Cognitieve Psychologie. Deze samenvatting bevat alleen het onderdeel Cognitieve psychologie. Dit vak is gegeven op de opleiding Psychobiologie (UvA). Heb zelf tentamen in �...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 49  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 7
  • 24 juni 2021
  • 49
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (22)
avatar-seller
gittevogels
Cognitieve psychologie hoofdstuk 1

1. Wat is cognitieve psychologie?
- Hierbij worden er vooral experimenten gedaan in de psychologie. Hierbij wordt meestal de
reactietijd of de hoeveelheid fouten (accuracy) gemeten.
- Nu: cognitieve neurowetenschappen -> Hoe gedragen mensen zich in relatie tot hoe de
hersenen reageren. Het verband tussen gedrag en neurale processen

Vb. Je komt er sochtend’s achter dat je geen koffie meer hebt. Je moet dus onthouden dat er geen
koffie meer is en dat je dat binnenkort moet halen om te zorgen dat je morgen ochtend wel koffie
kan drinken. Na school herinner je je dan dat de koffie op is en gaat je gedrag je vooral sturen naar
een winkel waar je dat kan halen. Al deze processen omschrijven cognitieve psychologie

1. Perceptie Vergaren van informatie
2. Onthouden van informatie Opslaan van informatie
3. Informatie weer ophalen Ophalen van informatie
4. Informatie verwerking je gedrag sturen Informatie gebruiken om doel te bereiken

Cognitieve psychologie = De wetenschappelijke studie van de manier waarop mentale representaties
worden gevormd, bewaard en gebruikt.

Gebruik van: interne en mentale representaties
Interne representaties = Mentale representaties van externe objecten en gebeurtenissen
Mentale representaties = Innerlijke acties die mentale representaties manipuleren


2. Hoe komen we hier?
Plato en Aristoteles dachten al na over hoe je kennis verkrijgt.

Plato: Kennis is volmaakt voor je geboorte, maar wordt vergeten bij de geboorte doordat het een
zeer traumatische ervaring is. En die kennis moet je weer opbouwen gedurende je leven

Aristoteles: Kennis komt door ervaring -> empirist

Methode van loci: Levendige beelden worden gevormd door objecten die je moet onthouden te
linken aan een volgorde van bekende plekken, zoals kamers in je huis. -> geheugensteun

17de tot 19de eeuw = empirisme -> Alles kennis komt door ervaring
John Locke : Mensen die blind zijn voelen allemaal voorwerpen en worden verteld wat het voorwerp
is. Als ze dan later kunnen zien kunnen ze niet zeggen op basis van visuele informatie zeggen wat het
geleerde voorwerp is. Je kunt dus alleen zien met ervaring, je moet leren kijken.

 Associatie : Is een link tussen mentale content op zo’n manier dat er ook andere mentale
content wordt geactiveerd. Stoel -> tafel. Dit hoort ook bij conditionering, als je een belletje
hoort krijg je door andere mentale content activatie honger.


19de eeuw = Introspectionisme
Uitvindingen met mensen, ze moesten opschrijven hoe ze dachten en bepaalde problemen oploste.
Ze moesten hun bewuste denkprocessen rapporteren. = Introspective report

, o Hierbij schreven ze de mode (zintuig) op, de kwaliteit (kleur etc.), intensiteit, duur en
gevoel op

Nadelen methode:
- Kan alleen getrainde personen gebruiken
- Geen mogelijkheid tot onderzoek bij dieren
- Heeft geen toegang tot alle cognitieve processen
o Er zijn meer processen dan alleen de bewuste
- Interfereert met het cognitieve proces doordat je moet nadenken wat je
doet. Nadenken over hoe je het gaat doen kan in de weg zitten van hoe je
het eigenlijk wilt doen.
- Resultaten waren moeilijk repliceerbaar


20ste eeuw = Behaviorisme
 Watson en Skinner
Je kan het bewustzijn niet bestuderen, je kan alleen bestuderen wat kan worden geobserveerd. Je
kan dus alleen de input en output bekijken en alles er tussenin is een soort zwarte doos wat je niet
weet. Ook is alle mentale activiteit is te herleiden tot gedrag. Ze dachten dat als je aan het denken
was dat je tong en strottenhoofd beweegt, als ze dan een spierverslapper toedient konden er geen
spieren bewogen worden maar iemand kon toch nadenken.
Al het gedrag kan worden aangeleerd op basis van bekrachtiging, dus het gebruiken van beloning en
straffen.

Wanneer een kindje papa zegt dan is de vader helemaal blij en blijft het kind het zeggen doordat er
een leuke reactie op komt. Dit kan je ook dieren leren, dus er is geen verschil tussen mensen en
dieren, mensen zijn alleen wat complexer.

De bekrachtiging zorgt ook dat de vrije wil weg gaat en dus bepaald gedrag veroorzaakt

20ste eeuw = De cognitieve revolutie
- Er was kritiek op de verbal behavior, dus dat dieren ook kunnen praten.
Het kind krijgt te weinig stimuli (en beloningen) om taal te leren. Kinderen leren taal zonder expliciet
leersignaal (te weinig bekrachtiging). Taal is te complex, mensen produceren en begrijpen zinnen die
ze nog nooit eerder hebben gehoord zonder dat daar bekrachtiging voor nodig is.

Tolman : Doolhof waarin ratten werden geplaatst met drie soorten groepen ratten. Groep 1 had geen
beloning als hij bij het ‘eindpunt’ komt. Ze zouden dus niks leren volgens het behaviorisme. Groep 2
werden beloond door een foodbox en daar gaan ze elke ronde ook sneller naartoe lopen, ze werden
dus bekrachtigt. Groep 3 werd pas na 11 dagen beloond. De muizen die pas na 11 dagen een
beloning krijgen dalen de fouten na 11 dagen nog sterker dan de muizen die van dag 1 een beloning
hadden. De ratten hadden dus wel wat geleerd over het doolhof ondanks dat hun gedrag nog niet
bekrachtigt werd.

Information processing approach : Een metafoor voor het begrijpen van mentale activiteit, gebaseerd
op computers.

- Simulatie : Programma wat een model van menselijk denken
- Artificial intelligence : Streeft naar het zo effectief mogelijk oplossen van problemen zonder
het nadoen van menselijke strategieën

,Bezwaren tegen behaviorisme:
- Human factors = Mensen hebben geen oneindige motivatie etc. dus in die ‘zwarte doos’
gebeuren wel degelijk dingen die belangrijk zijn voor wat de uitkomst van de taak is. Ze
houden dus geen rekening met die factoren
- Imprinting = Niet al het gedrag is aangeleerd. Sommige vertonen gedrag wat niet aangeleerd
kan zijn, bijvoorbeeld wanneer een eend wordt geboren is het eerste wat hij ziet, is de
moeder. Dat kan ook een hond zijn.

Door computers kwam een andere assumptie:
Hersenen werken als computers, wij gebruiken dus dezelfde mentale representaties als
computers. Hersenen verwerken dus gewoon informatie.

Mensen gingen gebruik maken van mentale representaties om cognitie te verklaren en zo computer
modellen te gebruiken. Bijvoorbeeld een artificieel neuraal netwerk. Je hebt dan een input laag
(sensorische elementen), verborgen laag en de output laag. Je kan die netwerken dan trainen om
bepaalde taken uit te laten voeren.

= Connectionisme : Een aanpak van cognitie in termen van netwerken van simpele neuron achtige
units waarbij activatie en repressie wordt geregeld door receptoren, verstopt achter de output units.
- Basis elementen:
o Set van processing units (input, verborgen of output)
o Connecties tussen de units
o Een leerstrategie
- Feedforward : Input units zijn gelinkt aan output units met de verborgen units er tussen
zodat de informatie maar één kant op gaat.
- Recurrent : Sommige connecties gaan ook terug naar eerdere lagen.

General problem solver = Kon problemen oplossen zoals logistieke taken en simpele spellen op een
manier die vergelijkbaar is met hoe mensen dat doen. Dit wordt gedaan door het hoofddoel op te
breken in sub-doelen.

Moet bekend zijn:

Dubbele dissociatie = Wanneer mensen met een aandoening goed taak A kunnen, maar niet B en een
andere patiënt heeft het omgekeerde.

Structurele imaging = Laat de anatomie van het brein zien
Functionele imaging = Laat de hersenactiviteit zien

MRI, EEG, ERPs, PET, fMRI

, Cognitieve psychologie hoofdstuk 2

1. Wat is perceptie?
- Het gaat over je eigen, subjectieve, sensorische ervaring van de wereld. Het hangt tussen
sensatie en hogere cognitie.
o Sensatie = Transformatie van energie naar hersensignalen
o Cognitie = Gebruik van mentale representaties
- Perceptie is meer dan de zuivere registratie van de fysieke wereld. Het is niet altijd accuraat,
het is geen exacte representatie

Vb.
1. Perceptie stemt niet altijd overeen met de werkelijkheid -> visuele illusie

Sensatie = Proces waarbij een fysieke eigenschap wordt omgezet in een neuraal signaal


2. Fundamentele concepten:

Problemen van perceptie:
1. Fysieke wereld is ‘daar buiten’ terwijl onze mentale wereld in onze hersenen zit
2. Komt er wel genoeg informatie bij onze zintuigen om zo een goede weerspiegeling van de
werkelijkheid te hebben?
a. Nee, onze zintuigen hebben een limiet zoals dat we niet alle soorten licht kunnen
zien
3. Het inverse probleem : Je kan nooit een perfecte representatie hebben van de wereld
Onze visuele wereld is in 3D, maar het beeld wat wordt geprojecteerd op je retina is 2D. In de
werkelijkheid zitten een aantal 3D stimuli en wanneer je deze projecteert in 2D op je retina zijn
ze precies hetzelfde. Daardoor verdwijnt het dieptebeeld een beetje.
o Oplossing : Je moet je kennis over de wereld gebruiken, dus je perceptie. Zo kan je
dus de plaatjes verklaren
o Er gaat informatie verloren door het sensorische coderen van de fysieke wereld


Twee stromen van informatie die je gebruikt bij het zien van een stimuli =
1. Bottom-up : Zuivere transformatie van sensorische input naar een percept (data-gedreven)
o Domineert de verwerking van niet-dubbelzinnige input
2. Top-down: Transformatie van sensorische input naar een percept wat wordt beïnvloed door
cognitieve factoren (bv. Voorkennis, verwachtingen etc.)
o Domineert de verwerking van dubbelzinnige input
a. Het ‘hogere’ heeft invloed naar ‘beneden’
b. Sprake van feedup en feedback

Vb. doodshoofd met vrouw in de spiegel
Bottom-up = Schedel
Top-down (er wordt verteld dat er nog wat meer in zit= kennis) = Vrouw in de spiegel

 Deze twee systemen werken ook vaak samen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gittevogels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd