100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoofdzaken belastingrecht, een introductie €9,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoofdzaken belastingrecht, een introductie

 220 keer bekeken  3 keer verkocht

Samenvatting van het boek week 1 t/m 7 compleet.

Voorbeeld 3 van de 39  pagina's

  • 18 november 2014
  • 39
  • 2013/2014
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
mbnm
Belastingrecht Introductie Samenvatting

Week 1
Hoofdstuk 0, 1 en 2.1

Hoofdstuk 0 Inleiding

Belastingen zijn gedwongen financiële bijdragen van burgers en bedrijven aan de
overheid zonder individuele tegenprestatie, ter financiering van collectieve
uitgaven, die geheven worden volgens democratisch tot stand gekomen regels.
Dat is de materiele definitie. De formele definitie : belasting is elke heffing die
door de wet zo wordt genoemd. De formele definitie is van belang omdat de
artikel 104 GW voorschrijft dat (Rijks)belastingen uit kracht van een
(formele)wet geheven moeten worden. Dat betekent dat voor een belasting alle
belangrijke regels in de formele wet zelf moeten staan, terwijl voor andere
heffingen delegatie aan de regering of aan een minister mag plaatsvinden
waardoor de heffingsregels dus grotendeels buiten het parlement om gesteld
worden. De Grondwet geeft echter geen (materieel) criterium hoe men
belastingen van andere heffingen moet onderscheiden.

Het bijzondere aan belastingen is dat de individuele bijdrage naar de collectieve
( niet individualiseerbare ) uitgaven gaat, waarvan niemand uitgesloten kan
worden. Bij collectieve uitgaven bestaat dus het free riders- probleem: je kunt
gratis meerijden zonder dat iemand merkt dat je de prijs voor het
burgerschapspakket niet betaald hebt of al veel te veel gratis hebt meegereden.

De overheid kan beleid voeren door middel van rechtstreekse financiering van
haar taken uit belastinggelden. Dan vervullen belastingen hun traditionele taak:
de financierings- of budgettaire functie. De overheid kan de belastingheffing ook
proberen te gebruiken om beleid te voeren in plaats van beleid te financieren.

De belastingmix is de verhouding tussen de bijdragen die d everschillende
belastingsoorten leveren aan de totale belastingopbrengst binnen een nationale
overheidshuishouding. Een belasting is altijd te ontleden in de formule:
grondslag x tarief= belastingschuld. De grondslag is datgene wat de wetgever wil
belasten. Om op de grondslag een tarief te kunnen toepassen moet die grondslag
eerst in een getal uitgedrukt worden. Daarvoor moet nauwkeurig worden
gedefinieerd wat het belastbare feit is ( het voorwerp van de belasting of het
object van de heffing) en wat de maatstaf van de heffing is ( hoe reken je dat
voorwerp om in een getal?). Als het belastbare feit, de maatstaf van de heffing en
het tarief bepaald zijn, moet er ook nog iemand worden aangewezen van wie die
belasting wordt geheven, ofwel de belastingplichtige. Dus object van heffing is
het belastbare feit en het subject van heffing is de belastingplichtige. Objectieve
belastingplicht betekent dat zich daadwerkelijk een belastbaar feit heeft
voorgedaan en subjectieve belastingplicht betekent niet meer dan
onderworpenheid in beginsel.

,Zijn eenmaal het object en de maatstaf van heffing bepaald, het tarief daarop
toegepast en de belastingplichtige aangewezen, dan staat vast hoe hoog de
belastingschuld is en wie die moet betalen. Dat proces heet heffing: de juiste
vaststelling van de belastingschuld zoals die uit de wet en de feiten voortvloeit
en de aanwijzing van de belastingplichtige. Met de heffing van de belasting is zij
nog niet betaald. Zodra het op betalen aankomt, heeft de wetgever het niet meer
over heffen maar over invorderen.

Hoofdstuk 1 Formeel belastingrecht

1.1 Het legaliteitsbeginsel
Op grond van artikel 104 Grondwet kan belastingheffing slechts plaatsvinden op
grond van de wet, het legaliteitsbeginsel. Het legaliteitsbeginsel vordert niet dat
de gehele belastingwetgeving bestaat uit formele wetgeving. In de formele
heffingswetgeving wordt namelijk vaak gedelegeerd aan een orgaan die de wet
verder mag invullen. Het legaliteitsbeginsel impliceert dat de omschrijving van
de belastbare feiten en de belastingtarieven wel hun grondslag moeten hebben
in formele wetgeving, dat regelingen zijn terug te voeren op de desbetreffende
formele belastingwetgeving en dat er niet meer belasting kan worden geheven
dan volgt uit de toepasselijke heffingswetgeving.

Dus
Subjectieve belastingplicht = wie is de belastingplichtige voor de
inkomstenbelasting
Objectieve belastingplicht = regelt het object waarover er belasting verschuldigd
is.

1.2 Materiele en formele belastingschulden
Een belastingschuld is een publiekrechtelijke verbintenis uit de wet.
Belastingschulden ontstaan voortdurend doordat zich bij belastingplichtigen
belastbare feiten voordoen. Dit wordt ook wel het ontstaan van materiele
belastingschulden genoemd. Materiele belastingschulden moeten geformaliseerd
worden om tot belastingheffing te kunnen komen. Door formalisering (aanslag)
wordt de reeds bestaande materiele belastingschuld vastgesteld (declaratoir) en
ontstaat voorts een afdwingbare betalingsverplichting ( constitutief). Het
materiele belastingrecht ziet op de totstandkoming van materiele
belastingschulden ingevolge de heffingswetten zoals de inkomstenbelasting. Het
formele belastingrecht heeft betrekking op de wijze va heffing, bezwaar, beroep,
interpretatieleer, boetekwesties en abbb. Tot het formele belastingrecht wordt
ook de invordering van belastingaanslagen en het fiscale strafrecht gerekend.

1.3 Wijzen van heffing  AWR
De AWR onderscheidt twee hoofdmethoden: heffing bij wege van aanslag en
heffing bij wege van voldoening of afdracht op aangifte. Bij aanslagbelastingen
wordt de materiele belastingschuld door de inspecteur geformaliseerd door
middel van een aanslag. Bij aangiftebelastingen vindt formalisering plaats ofwel
door de belastingplichtige zelf ofwel door de inhoudingsplichtige. In dit systeem
zijn er geen aanslagen, maar alleen aangiften en spontane betalingen.
Op grond van artikel 6 AWR kan de inspecteur een aangiftebiljet uitreiken aan

, belastingplichtigen/inhoudingsplichtigen, die vervolgens een aangifte dienen te
doen op grond van artikel 8 lid 1 AWR. De belastingplichtige of
inhoudingsplichtige die geen biljet heeft ontvangen is verplicht dit zelf te
verzoeken aan de inspecteur op grond van artikel 6 lid 3 AWR. Er is dus geen
sprake van vrijblijvendheid.

1.4 Hoofdstuk III: Heffing van belasting bij wege van aanslag
Artikel 11 lid 1 AWR bepaalt dat de aanslag door de inspecteur wordt
vastgesteld. De inspecteur kan van de aangifte afwijken en heeft zelfs geen
aangifte nodig om een aanslag op te leggen(lid2). Dit wordt ook wel een
ambtshalve aanslag genoemd. Bij een aanslagbelasting is de aangifte te zien als
een hulpmiddel voor de inspecteur bij de vaststelling van de aanslag. Als er
sprake is van een ambtshalve oplegging moet de hoogte van de aanslag worden
vastgesteld naar redelijk inzicht. Op grond van artikel 11 lid 3 heeft de
inspecteur 3 jaar nadat de materiele belastingschuld is ontstaan, het recht een
aanslag op te leggen. Als de aanslag daarna wordt opgelegd is deze vernietigbaar,
en niet nietig. De belastingplichtige moet tijdig bezwaar maken om de nietigheid
in te roepen. Zo niet, dan verkrijgt de aanslag formele rechtskracht en blijft hij in
stand.

Als de inspecteur een aanslag heeft opgelegd, maar nadien tot conclusie komt dat
de aanslag te laag is vastgesteld, kan de inspecteur een navorderingsaanslag
opleggen. Dat kan echter niet onbeperkt. Deze bevoegdheid vervalt door verloop
van 5 jaar na het tijdstip waarop de materiele belastingschuld is ontstaan,
verlengd met het eventuele verleende uitstel voor het doen vaan aangifte, artikel
16 lid 3 AWR. Op grond van lid 1 moet er dan wel sprake zijn van een nieuwe
feit. Een nieuw feit kan gelegen zijn in omstandigheden die de inspecteur eerst
na de aanslag ter kennis komen. Het hoeft hier niet te gaan om opzettelijk
verzwegen zaken. De belastingdienst heeft een onderzoeksplicht ( zorgvuldig
omgaan met gegevens) en als aan die onderzoeksplicht niet is voldaan is er geen
sprake van een nieuwe feit. Men spreekt dan wel van een ambtelijk verzuim dat
aan navordering in de weg staat.

1.5 Hoofdstuk IV AWR: Heffing van belasting bij wege van voldoening of afdracht
op aangifte.
In dit systeem gaan aangifte en betaling samen. Er wordt in beginsel geen
belastingaanslag opgelegd. Als er te weinig is betaald, kan een naheffingsaanslag
worden opgelegd op grond van artikel 20 AWR. Hiervoor is , anders dan bij
navordering, niet het vereiste van een nieuwe feit.

1.6 Verplichtingen ten dienste van de belastingheffing in de AWR.
De hoofdverplichting van de belastingplichtige is het doen van aangifte. Op
grond van artikel 10a AWR heeft de belastingplichtige een mededelingsplicht
over onjuistheden of onvolledigheden die van belang zijn voor de
belastingheffing.

1.7 Omkering van de bewijslast in de AWR
In beginsel moet de inspecteur de belastingvermeerderende feiten, zoals
belastbare feiten, stellen. De belastingplichtige dient de belastingverminderende

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mbnm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,49  3x  verkocht
  • (0)
  Kopen